Instellingswet W.R.R.

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterStaats- en bestuursrecht | Staatsrecht
CourtAlgemene Zaken

Geldend van 01-03-2019 t/m heden

Wet van 30 juni 1976, tot instelling van een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de vorming van het regeringsbeleid wenselijk is stelselmatig informatie te verkrijgen over ontwikkelingen die op langere termijn de samenleving kunnen beïnvloeden,

dat daartoe kan worden bijgedragen door een vast college van advies en bijstand in te stellen ter vervanging van de Voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid:

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
  • 1 Er is een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, verder te noemen de Raad.

Artikel 2

De Raad heeft tot taak:

  • a. ten behoeve van het Regeringsbeleid wetenschappelijk gefundeerde informatie te verschaffen over ontwikkelingen die op langere termijn de samenleving kunnen beïnvloeden en daarbij tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden en te verwachten knelpunten, probleemstellingen te formuleren ten aanzien van de grote beleidsvraagstukken, en beleidsalternatieven aan te geven;

  • b. een wetenschappelijk gefundeerd kader te ontwikkelen dat de regering ten dienste staat voor het stellen van prioriteiten en het voeren van een samenhangend beleid;

  • c. ten aanzien van werkzaamheden op het gebied van toekomstonderzoek en planning op lange termijn, zowel binnen als buiten de overheid, voorstellen te doen inzake het opheffen van structurele tekortkomingen, het bevorderen van bepaalde onderzoekingen en het verbeteren van communicatie en coördinatie.

Artikel 3
  • 1 De Raad bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste elf leden.

  • 2 Wij benoemen op voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, gedaan in overeenstemming met het gevoelen van de Raad van Ministers, de voorzitter en de overige leden van de Raad.

  • 3 De voorzitter en de overige leden worden, behoudens door Ons tussentijds verleend ontslag, benoemd voor vijf jaren. Zij zijn eenmaal terstond opnieuw benoembaar.

  • 4 Hij die is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op hetzelfde tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden.

  • 5 In afwijking van het derde lid, tweede volzin, en het vierde lid, is de voorzitter tweemaal terstond opnieuw benoembaar indien deze is benoemd ter vervulling van een plaats die tussentijds is opengevallen binnen een jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop degene in wiens plaats de voorzitter is benoemd, zou moeten aftreden.

Artikel 4
  • 1 Het ambt van voorzitter van de Raad is een volledige betrekking.

  • 2 De overige leden van de Raad stellen ten minste een zodanig deel van hun werktijd aan de Raad ter beschikking, als overeenkomt met twee werkdagen per week.

  • 3 In uitzonderlijke gevallen kan door Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken worden bepaald, dat het in het voorgaande lid genoemde deel van de aan de Raad ter beschikking gestelde werktijd wordt verminderd.

Artikel 5

De rechtspositie van de voorzitter en de overige leden wordt nader...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT