Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterRuimtelijke ordening en milieu | Omgevingsrecht
CourtBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Geldend van 28-04-2011 t/m heden

Wet van 7 april 2011 tot intrekking van de Wet stedelijke vernieuwing in verband met de decentralisatie van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (Intrekkingswet Wet stedelijke vernieuwing)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de decentralisatie van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing wenselijk is de Wet stedelijke vernieuwing in te trekken en te voorzien in overgangsrecht met betrekking tot die intrekking;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I. (Intrekking Wet stedelijke vernieuwing)

De Wet stedelijke vernieuwing wordt ingetrokken.

Artikel IIa. (Wijziging van de Crisis-en herstelwet)

[Red: Wijzigt de Crisis-en herstelwet.]

Artikel III. (Wijziging Woningwet)

[Red: Wijzigt de Woningwet.]

Artikel IV. (Overgangsrecht)
  • 1 In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a. eerste investeringstijdvak: de jaren 2000 tot en met 2004;

    • b. tweede investeringstijdvak: de jaren 2005 tot en met 2009;

    • c. derde investeringstijdvak: de jaren 2010 tot en met 2014.

  • 2 Ten aanzien van investeringsbudget als bedoeld in artikel 5, eerste respectievelijk vierde lid, van de Wet stedelijke vernieuwing, verleend voor het eerste of tweede investeringstijdvak, waarvan het bedrag op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet is vastgesteld overeenkomstig artikel 14 of 15 van die wet, blijft het bij of krachtens de Wet stedelijke vernieuwing bepaalde van toepassing.

  • 3 Het bedrag van het voor het derde investeringstijdvak verleende investeringsbudget als bedoeld in artikel 5, eerste respectievelijk vierde lid, van de Wet stedelijke vernieuwing, wordt vastgesteld op het in 2010 inzake dat investeringsbudget verleende voorschot, bedoeld in artikel 12 van de Wet stedelijke vernieuwing.

  • 4 De krachtens artikel 6, vierde lid, van de Wet stedelijke vernieuwing vastgestelde provinciale verordeningen blijven van kracht met betrekking tot het derde investeringstijdvak, en berusten vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op dit artikel.

  • 5 Krachte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT