Besluit van 21 januari 2014, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 ter implementatie van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens en tot intrekking van de Richtlijn 2002/6/EG (PbEU 2010, L 283)

Besluit van 21 januari 2014, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 ter implementatie van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens en tot intrekking van de Richtlijn 2002/6/EG (PbEU 2010, L 283)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 oktober 2013, Directie Wetgeving en Juridische Zaken nr. 437928; Gelet op de Bijlage VI, onderdeel 3, van de Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), artikel 4, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 21 van de Wet politiegegevens; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2013, nr. W03.13.0379/II); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 januari 2014, nr. 471822; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4.11 komt te luiden:

Artikel 4.11
  1. De informatie, bedoeld in Bijlage VI, onderdelen 3.1.2, 3.1.4, 3.1.5 en 3.2.1 van de Schengengrenscode, wordt langs elektronische weg op een nader bij ministeriële regeling te bepalen wijze verstrekt aan het hoofd van de grensdoorlaatpost. 2. Paragraaf 4 van het Besluit politiegegevens is, met uitzondering van de artikelen 4:1, 4:2, eerste lid, aanhef en onder y, en 4:6, aanhef en onder a en b, van dat Besluit, niet van toepassing op persoonsgegevens die zijn verstrekt met toepassing van het eerste lid. B Artikel 4.12 komt te luiden:

Artikel 4.12

De gezagvoerder krijgt op een bij ministeriële regeling te bepalen wijze van het hoofd van de grensdoorlaatpost een ontvangstbevestiging als bedoeld in Bijlage VI, onderdeel 3.1.3, van de Schengengrenscode van de informatie die hij verstrekt heeft. C Artikel 4.13 komt te luiden:

Artikel 4.13

De tijdige kennisgeving van afvaart, bedoeld in punt 3.1.5. van bijlage VI van de Schengengrenscode, wordt gedaan: a. ten hoogste zes en ten minste drie uur vóór het daadwerkelijk vertrek van het schip; b. indien het schip zich korter dan drie uur bevindt bij de grensdoorlaatpost waar de kennisgeving moet plaatsvinden, op een zodanig tijdstip dat de met de bediening van de grensdoorlaatpost belaste ambtenaar in staat is de door hem uit te oefenen personencontrole uit te voeren.

ARTIKEL II

Tot 1 juni 2015 kan de informatieverstrekking, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, nog plaatsvinden door middel van papieren lijsten op de wijze bepaald in de artikelen 4.11 tot en met 4.13 van het Vreemdelingenbesluit 2000, zoals deze luidden direct voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met inachtneming van de termijnen, bedoeld in onderdeel 3.1.2 van bijlage VI van de Schengengrenscode. Artikel 4.11, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot Wassenaar, 21 januari 2014 Willem-Alexander De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de eenendertigste januari 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Deze algemene maatregel van bestuur strekt tot omzetting van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PbEU 2010, L 283) (hierna: de Richtlijn) in nationaal recht. De uiterste termijn voor de implementatie van de Richtlijn is weliswaar verstreken op 19 mei 2012, maar de richtlijn voorziet ook in een uiterste termijn voor de realisatie van de elektronische uitwisseling van gegevens, die eerst verstrijkt op 1 juni 2015.

Het feit dat de implementatietermijn al is verstreken heeft geen gevolgen voor de burgers of het nautische bedrijfsleven, omdat de elektronische aanlevering reeds mogelijk is voor de bedrijven die hier al op zijn ingesteld. Voorts is er tot 1 juni 2015 een overgangsperiode waarin zowel op papier als elektronisch kan worden aangeleverd. Het is niet aan te nemen dat de volledige implementatie deze overgangsperiode zal overschrijden.

De transponeringstabel is opgenomen voorafgaande aan de artikelsgewijze toelichting.

De Richtlijn noopte tot enkele aanpassingen van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PbEU 2006, L 105). De in de Richtlijn tot 1 juni 2015 voorziene, facultatieve elektronische uitwisseling van gegevens was immers, wat betreft de Schengenmelding, in strijd met de Schengengrenscode, die immers nog uitwisseling met behulp van lijsten op papier voorschreef.

De noodzakelijke wijzigingen van de Schengengrenscode hebben eerst hun beslag gekregen in de Verordening (EU) nr. 610/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006, de Overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord, Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad, Verordening (EG) nr. 1638/95 van de Raad en Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2013, L 182).

Het betreft de door de Richtlijn voorgeschreven elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de bemanning en de passagiers van schepen, die noopte tot aanpassing van Bijlage VI van de Schengengrenscode. De teksten van Bijlage VI, die voorafgaand aan de wijziging nog gebaseerd waren op uitwisseling van fysieke, papieren bemanningslijsten en passagierslijsten, zijn door middel van deze wijzigingsverordening zodanig aangepast dat die niet langer aan elektronische aanlevering of doorgifte in de weg staan. Voorts is de verplichting om fysieke kopieën van de lijsten aan te leveren vervallen.

De onderhavige algemene maatregel van bestuur sluit aan op het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart (Stb. 2012, 211), dat op 19 mei 2012 in werking is getreden ter omzetting van de Richtlijn. Dat besluit heeft volgens de nota van toelichting (Stb. 2012, 211, p. 13) betrekking op de gegevens die afkomstig zijn van de aankomst- en vertrekmeldingen, de melding scheepsafval en de beveiligingsmelding en heeft daarmee betrekking op het beleidsterrein van de Minister van Infrastructuur en Milieu. Naast bedoeld besluit is door die Minister ter omzetting van de Richtlijn de Regeling melding en communicatie scheepvaart (Stcrt. 2012, 9794) tot stand gebracht, die eveneens op 19 mei 2012 in werking is getreden.

In de nota van toelichting bij bedoeld besluit is vermeld dat de zogeheten Schengenmelding onder de verantwoordelijkheid valt van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, inmiddels de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, en dat ter omzetting van de Richtlijn, naast de Vreemdelingenwet 2000 (Stb. 2013, 86), het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: Vb2000) zal worden aangepast.

De onderhavige maatregel strekt daartoe. Naast onderhavige maatregel zal in verband met de Schengenmelding nog het Voorschrift Vreemdelingen 2000 worden aangepast, in aansluiting op de Regeling melding en communicatie scheepvaart.

Op grond van de Richtlijn moeten de administratieve procedures die van toepassing zijn op het zeevervoer worden vereenvoudigd en geharmoniseerd door de algemene invoering van de elektronische overdracht van gegevens en door rationalisering van de meldingsformaliteiten. De Richtlijn is van toepassing op de meldingsformaliteiten betreffende het zeevervoer voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens van de lidstaten, met uitzondering van schepen die daarvan zijn vrijgesteld (artikel 8 Richtlijn).

Ingevolge artikel 5 van de Richtlijn aanvaarden de lidstaten zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vanaf 1 juni 2015, dat de meldingsformaliteiten langs elektronische weg via één elektronisch platform worden vervuld.

Ingevolge artikel 6, vierde lid, van de Richtlijn kunnen de lidstaten, voor zover hier van belang, passende toegang verschaffen tot de informatie, die wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT