Noodwet rechtspleging

Abbreviated LabelGeen
CourtAlgemene Zaken
Subject MatterProcesrecht

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Wet van 23 september 1964, houdende voorzieningen ter waarborging van de voortzetting van de rechtspleging in geval van oorlog, oorlogsgevaar of daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in geval van oorlog, oorlogsgevaar of daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden voorzieningen ter waarborging van de voortzetting van de rechtspleging en enkele daarmede samenhangende voorzieningen te kunnen treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
  • 1 Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kunnen, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de artikelen 2 tot en met 14 in werking worden gesteld.

  • 2 Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepalingen.

  • 3 Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

  • 4 Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

  • 5 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

  • 6 Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.

Artikel 2

[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

Krachtens de artikelen 3, 4, 13 en 14 kunnen slechts voorzieningen worden getroffen, indien zij noodzakelijk zijn om ontwrichting van de rechtspleging tegen te gaan, dan wel onmiddellijk dreigende ontwrichting van de rechtspleging te voorkomen. De krachtens deze artikelen getroffen voorzieningen worden ingetrokken, zodra de omstandigheden dit toelaten.

Artikel 3

[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

  • 1 Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan het rechtsgebied van een gerechtshof, of rechtbank tijdelijk wijzigen.

  • 2 Het besluit tot die wijziging of de intrekking daarvan vindt geen toepassing ten aanzien van een reeds aanhangige zaak, tenzij het gerecht, waarbij de zaak aanhangig is, anders beslist.

  • 3 [Red: Vervallen.]

  • 4 Een notaris mag zijn ambtsbediening mede uitoefenen in het arrondissement, waartoe zijn standplaats komt te behoren.

  • 5 Een deurwaarder wordt geacht mede te zijn aangesteld bij het gerecht tot welker rechtsgebied zijn standplaats komt te behoren en dat van gelijke rang is als dat waarbij hij is aangesteld.

  • 6 De wijziging van het rechtsgebied van een gerecht is niet van invloed op krachtens de Politiewet 2012 vastgestelde grenzen van de gebieden waarin de regionale eenheden van de politie de politietaak uitvoeren.

Artikel 4

[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan bepalen, dat :

  • a. de bij een rechtbank werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast tijdelijk kunnen optreden als raadsheer-plaatsvervanger in één of meer door Onze Minister aangewezen gerechtshoven.

  • b. de bij een gerechtshof werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast tijdelijk kunnen optreden als rechter-plaatsvervanger of kantonrechter-plaatsvervanger bij één of meer door Onze Minister aangewezen rechtbanken.

Artikel 5

[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

  • 1 Ieder die voor het leven is benoemd in een gerecht, genoemd in artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie, alsmede iedere kantonrechter-plaatsvervanger, die voldoet aan de vereisten voor benoeming tot kantonrechter, kan, voorzover niet reeds krachtens het vorige artikel daartoe bevoegd, tijdelijk optreden als raadsheer-plaatsvervanger, rechter-plaatsvervanger en kantonrechter-plaatsvervanger bij onderscheidenlijk een gerechtshof, of rechtbank, waarvoor de in artikel 4 omschreven voorziening is getroffen.

  • 2 De personen, in het vorige lid bedoeld, die tijdelijk verblijven in het rechtsgebied van een gerecht, waarvoor de in artikel 4 omschreven voorziening is getroffen, stellen zich, voorzover dit verenigbaar is met andere hun bij of krachtens de wet opgelegde plichten, terstond nadat die voorziening is getroffen of hun verblijf sedertdien aanvangt, voor de duur van hun verblijf ter beschikking van de president van het betrokken gerechtshof of de betrokken rechtbank. Deze verplichting geldt niet voor raadsheren-plaatsvervangers, rechters-plaatsvervangers en kantonrechters-plaatsvervangers; zij doen, tenzij zij wegens hun bij of krachtens de wet opgelegde plichten niet voor rechtspraak beschikbaar zijn, mededeling van hun verblijf aan bedoelde president.

Artikel 6

[Red: Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

  • 1 Bij een gerecht, waarvoor een in artikel 4 omschreven voorziening is getroffen, kunnen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT