Besluit van 28 november 1996, houdende wijziging van het Rijksreglement ontgrondingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1996

601

Besluit van 28 november 1996, houdende wijziging van het Rijksreglement ontgrondingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 juni 1996, nr. HW/RW 219968, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 6 en 8, eerste lid onder b, van de Ontgrondingenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 2 oktober 1996, nr. W09.96.0260);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 november 1996, nr. HW/RW 227917, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rijksreglement ontgrondingen1 wordt gewijzigd als volgt.

A

Artikel 1

komt te luiden:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op ontgrondingen in: a. de Noordzee, met inbegrip van het deel waarvan de grenzen samenvallen met die van het continentaal plat, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Mijnwet continentaal plat, alsmede de Waddenzee; b. de navolgende bij het rijk in beheer zijnde wateren: 1°. het IJsselmeer met de daarmee in open verbinding staande of daarvan ten gevolge van de inpolderingswerken afgescheiden wateren onder beheer van het Rijk;

  1. het zomerbed van de rijksrivieren en -stromen of gedeelten daarvan, bedoeld in artikel 1 van de Rivierenwet;

  2. het Veerse Meer;

  3. de Grevelingen;

  4. het Brielse Meer;

  5. de bij het rijk in beheer zijnde kanalen;

    Staatsblad 1996 601 1

  6. de met de onder 1°-6° vermelde wateren in open verbinding staande havens en overige wateren onder beheer van het Rijk.

    B

Artikel 3

wordt gewijzigd als volgt.

  1. In het eerste lid wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister. 2. In het derde lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede «, het veenschap of de veenpolder,».

C

In artikel 5 wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door «Onze Minister», «provinciën» door «provincies» en «artikel 3.4A.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht» door «artikel 3:21 van de Algemene wet bestuursrecht».

D

Artikel 6

wordt gewijzigd als volgt.

  1. In het eerste lid wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: «Onze Minister»; in dit lid vervalt de zinsnede: «, alsmede indien een oppervlakte van niet meer dan 1 ha en een diepte van niet meer dan 1,50 m beneden de oorspronkelijke hoogteligging van het terrein wordt ontgrond, ten aanzien van ontgrondingen in de in artikel 1 onder c bedoelde gebieden,». 2. De aanduiding «1.» voor het eerste lid, alsmede het tweede lid vervallen.

E

Artikel 7

vervalt.

F

Na artikel 6 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7
  1. Ter zake van de behandeling van een aanvrage om een vergunning of wijziging van een vergunning wordt een recht geheven. 2. Het recht bedraagt f 1 500, vermeerderd met een opslag, die wordt berekend met toepassing van de bij dit besluit behorende bijlage. 3. Bij het niet behandelen van de aanvrage wordt het recht met 100% verminderd. 4. In geval van weigering van een vergunning of volledige afwijzing van een aanvrage om wijziging van een vergunning wordt het recht met 50% van de opslag verminderd. 5. Bij intrekking van de aanvrage na het in behandeling nemen van de aanvrage doch vóór de toezending van het ontwerp van de beschikking aan de aanvrager wordt het recht met 50% van de opslag verminderd. 6. Bij intrekking van de aanvrage na de toezending van het ontwerp van de beschikking doch vóór de toezending van de beschikking op de aanvrage aan de aanvrager wordt het recht met 10% van de opslag verminderd. 7. Indien de hoeveelheid vaste stoffen waarop de aanvrage betrekking heeft of, bij een aanvrage om wijziging van een vergunning, de extra

Staatsblad 1996 601 2

hoeveelheid vaste stoffen waarop de aanvrage betrekking heeft, meer bedraagt dan de hoeveelheid waarop de vergunning, onderscheidenlijk de beschikking tot wijziging van de vergunning, betrekking heeft, wordt het recht verminderd met het bedrag, berekend met toepassing van de volgende formule: A - B.

In deze formule: stelt A voor: de ter zake van de aanvrage berekende opslag; stelt B voor: de opslag indien de aanvrage betrekking zou hebben op de hoeveelheid waarop de vergunning, onderscheidenlijk de beschikking tot wijziging van de vergunning, betrekking heeft.

Voor de toepassing van deze formule wordt de hoeveelheid of de extra hoeveelheid vaste stoffen waarop de aanvrage of de vergunning, onderscheidenlijk de beschikking tot wijziging van de vergunning, betrekking heeft, berekend op de in de bijlage bij dit besluit aangegeven wijze. 8. Indien ter zake van de behandeling van de aanvrage afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht niet is toegepast en het recht meer bedraagt dan f 5 000, wordt het recht verminderd tot f 5 000.

Artikel 7

a.

In afwijking van artikel 7, eerste lid, wordt ter zake van de behandeling van een door of vanwege Onze Minister ingediende aanvrage om een vergunning of wijziging van een vergunning geen recht geheven.

Artikel 7

b.

Het recht, bedoeld in artikel 7, wordt binnen twee weken na de dag van indiening van de aanvrage om een vergunning of wijziging van een vergunning, betaald aan Onze Minister.

G

Bij het Rijksreglement ontgrondingen wordt een bijlage gevoegd, luidende:

Bijlage, behorende bij het Rijksreglement ontgrondingen

De opslag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, wordt berekend aan de hand van de navolgende tabel. De hoeveelheid dan wel, bij een aanvrage om wijziging van een vergunning, de extra hoeveelheid vaste stoffen waarop de aanvrage of de vergunning, onderscheidenlijk de beschikking tot wijziging van de vergunning, betrekking heeft wordt mede voor de toepassing van artikel 7, zevende lid, berekend in profiel van ontgraving in het gebied waarop de aanvrage of de vergunning, onderscheidenlijk de beschikking tot wijziging van de vergunning, betrekking heeft. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in m3.

Staatsblad 1996 601 3

Indien de aanvrage betrekking heeft op een (extra) hoeveelheid vaste stoffen van

meer dan doch niet meer dan

bedraagt de opslag het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met de vermenigvuldiging van het in kolom IV vermelde bedrag met het verschil, uitgedrukt in hele duizendtallen m3 en naar boven afgerond, tussen de hoeveelheid vaste stoffen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT