Besluit van 6 december 2002, houdende wijziging van het Besluit Infrastructuurfonds in verband met de ophoging van de doeluitkering en een andere bekostigingswijze van infrastructuurprojecten (ophoging doeluitkering)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

620

Besluit van 6 december 2002, houdende wijziging van het Besluit Infrastructuurfonds in verband met de ophoging van de doeluitkering en een andere bekostigingswijze van infrastructuurprojecten (ophoging doeluitkering)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 juni 2002, nr. HDJZ/BIM/2002-1578, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Wet Infrastructuurfonds; De Raad van State gehoord (advies van 20 september 2002, nr. WO9.02.0273/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 2 december 2002, nr. HDJZ/ABR/2002/2645 Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Infrastructuurfonds1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel d komt te luiden: d. project: een ondeelbaar geheel van werkzaamheden met als doel de aanleg van infrastructuur, met als kenmerken, dat tot de uitvoering van de werkzaamheden in beginsel alleen in zijn geheel kan worden besloten en dat een gefaseerde uitvoering van onderdelen, waarbij ieder onderdeel na voltooiing in gebruik kan worden genomen en effectief is, niet zonder aanzienlijke meerkosten mogelijk is; 2. Onderdeel e komt te luiden: e. groot project: een project waarvan de geraamde kosten op grond van artikel 5 tenminste € 225 000 000,- bedragen; 3. De onderdelen f tot en met j worden geletterd g tot en met k. 4. Er wordt een onderdeel ingevoegd luidende: f. overig project: een project waarvan de geraamde kosten op grond van artikel 5 minder dan € 225 000 000,- bedragen; 5. Onderdeel j komt te luiden: j. regionale infrastructuur: infrastructuur gelegen binnen een provincie.

Staatsblad 2002 620 1

of samenwerkingsgebied en in beheer bij een provincie, gemeente of waterschap en met een regionale functie;

B

Artikel 3

a, derde lid, komt te luiden: 3. Onze Minister verdeelt het beschikbare bedrag rekening houdend met: a. de mate waarin een project de doelstellingen van het nationaal verkeers- en vervoerplan als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Planwet verkeer en vervoer, de nota voor het nationaal ruimtelijk beleid, en het nationale milieubeleidsplan als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer, tot uitvoering brengt; b. het stadium van voorbereiding van een project; c. de hoogte van het subsidiebedrag dat is aangevraagd, en d. de verplichtingen die ten laste van de begroting van het Infrastructuurfonds komen op grond van eerder afgegeven beschikkingen.

C

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid, onderdeel h wordt geletterd i. 2. Er wordt in het eerste lid een onderdeel ingevoegd luidende: h. de functie van het project in het openbaar vervoernetwerk, de exploitatiegevolgen voor het openbaar vervoernetwerk en de financiering van beheer en instandhouding van het project; 3. Het derde tot en met vijfde lid komen te luiden: 3. Indien de aanvraag betrekking heeft op een groot project voor regionale of lokale infrastructuur, en de aanvrager in aanmerking meent te komen voor toepassing van artikel 9, vierde lid, onderdeel a of b, voegt de aanvrager een onderbouwing toe op grond waarvan de aanvrager hiervoor in aanmerking meent te komen. 4. Een aanvrager van een subsidie voor een groot project toont aan dat het project is opgenomen in een provinciaal verkeers- en vervoerplan, dan wel, indien het project is gelegen in een samenwerkingsgebied, in een regionaal verkeers- en vervoerplan als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 16 van de Planwet verkeer en vervoer. 5. Het vierde lid is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op een groot project dat onderdeel uitmaakt van het landelijk railnet. 4. Het zesde en zevende lid vervallen.

D

Artikel 5

eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel j komt te luiden: j. de omzetbelasting die niet op voet van artikel 15, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, in aftrek kan worden gebracht en voorzover het infrastructuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, betreft, ook geen recht geeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds, waarbij de toepassing van artikel 2, tiende lid, van de Wet op het BTW-compensatiefonds, buiten aanmerking blijft; 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: l. onvoorziene omstandigheden bij grote projecten met betrekking tot regionale of lokale infrastructuur, voorzover de kosten betrekking hebben op de kosten, genoemd in de onderdelen a tot en met i.

E

Artikel 7

wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad 2002 620 2

  1. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid. 2. Er wordt een lid ingevoegd luidende: 3. Een subsidie voor een groot project met betrekking tot regionale of lokale infrastructuur wordt uitsluitend verleend voor in de beschikking omschreven functionele eisen in de vorm van een vast subsidiebedrag, dat is gebaseerd op de kosten van de meest kosteneffectieve variant. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de variant die naar het oordeel van Onze Minister , op basis van de studies van de subsidieaanvrager ter voorbereiding van de aanvraag als het meest kosteneffectief kan worden aangemerkt.

F

Artikel 9

wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. De aanhef komt te luiden:

Een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, bedraagt, met inachtneming van het tweede lid, als percentage van de op grond van artikel 5 in aanmerking komende kosten voor:; b. Onderdeel b komt te luiden: b. een groot project: voor regionale of lokale infrastructuur honderd procent, onder aftrek van een bedrag van € 225 000 000,-; c. De onderdelen c en d vervallen en de onderdelen f en g worden geletterd c en d. d. In het nieuwe onderdeel c vervalt de zinsnede «met een maximum van € 2 270 000,-». 2. Na het derde lid worden de volgende leden toegevoegd: 4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, kanOnze Minister een lager bedrag dan € 225 000 000,- aftrekken in geval: a. de financiële draagkracht van de aanvrager hiertoe aanleiding geeft; hiervan is in ieder geval sprake indien de hoogte van de doeluitkering voor de provincie of het regionaal openbaar lichaam waarin het project is gelegen, in het jaar waarin de aanvraag is ingediend, vermenigvuldigd met vijf, gelijk is aan of lager is dan € 225 000 000,-; of b. het project een belang dient dat naar het oordeel van Onze Minister van aanmerkelijk hogere orde is dan het regionale of lokale belang. 5. Indien reeds subsidie is verleend voor de kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, wordt deze bij de verlening van een subsidie voor de overige kosten, genoemd in artikel 5, eerste lid, in mindering gebracht.

G

Artikel 13

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het zesde tot en met achtste lid, worden vernummerd tot het zevende tot en met negende lid. 2. Er wordt een lid ingevoegd luidende: 6. In afwijking van het vijfde lid dient de subsidie-ontvanger tenzij bij de subsidieverlening anders wordt bepaald na afloop van het kalenderjaar geen financiële verantwoording voorzien van een accountantsverklaring in.

H

Na artikel 14a, tweede lid, wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Indien de werkelijke kosten lager zijn dan het bedrag dat als vast subsidiebedrag is verleend, besteedt de subsidieontvanger het verschil aan infrastructurele maatregelen overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Staatsblad 2002 620 3

I

Artikel 16

d wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het slot van het eerste lid wordt na «artikel 4» toegevoegd: , eerste lid. 2. Het derde lid, komt te luiden: 3. De artikelen 5, 7, 9, eerste lid, onderdelen a, c en d, tweede en derde lid, 13 tot en met 14a, en 16a tot en met 16b zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, indien een subsidie als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een projectgebonden onderzoek ten behoeve van de veiligheid van het wegverkeer de hoogte van de subsidie vijftig procent bedraagt van de kosten die overeenkomstig artikel 5 voor vergoeding in aanmerking komen.

J

In artikel 28a, vierde lid, vervalt de zinsnede «, met dien verstande dat wanneer de subsidie in de vorm van een vast bedrag is verleend geen accountantsverklaring behoeft te worden ingediend».

K

Artikel 29

komt te luiden:

Artikel 29
  1. Onze Minister verstrekt jaarlijks aan een provincie een doeluitkering voor de bekostiging van een overig project, dan wel van het eigen aandeel van de aanvrager van een subsidie voor een groot project, welke in die provincie doch buiten een samenwerkingsgebied is gelegen. 2. Een provincie kan uit de doeluitkering bijdragen verstrekken aan een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen ten behoeve van overige projecten, dan wel van het eigen aandeel van de aanvrager van een subsidie voor een groot project dat in het gebied van het openbaar lichaam is gelegen.

L

Artikel 30

komt te luiden:

Artikel 30
  1. Gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de in de provincie gelegen gemeenten, met uitzondering van die gemeenten die zijn gelegen in een samenwerkingsgebied, tezamen met het dagelijks bestuur van de waterschappen die in de provincie wegen in beheer hebben, maken jaarlijks op basis van vastgestelde en in voorbereiding zijnde provinciale verkeers- en vervoerplannen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Planwet verkeer en vervoer, vóór 1 april afspraken over de besteding of reservering van de doeluitkering. 2. De afspraken voorzien in ieder geval in de wijze van verdelen, het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT