Besluit van 30 november 2012, houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2013

Besluit van 30 november 2012, houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2013

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2012, Z-3134007; Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet op de zorgtoeslag; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 24 oktober 2012, nummer W13.12.0408/III; Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 november 2012, Z-3140454; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 1

van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag komt te luiden:

Artikel 1

Het percentage van het drempelinkomen respectievelijk het percentage van het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet op de zorgtoeslag, worden voor de hierna genoemde berekeningsjaren vastgesteld als in navolgend schema voor verzekerden met en zonder partner weergegeven:

Percentage van het drempelinkomen

Percentage van het toetsingsinkomen voor zover dat het drempelinkomen te boven gaat

Berekeningsjaar

Zonder partner

Met partner

Zonder partner

Met partner

2013

2,195%

4,695%

8,713%

8,713%

2014

2,410%

5,210%

9,118%

9,118%

2015

2,625%

5,725%

9,523%

9,523%

2016

2,640%

5,740%

9,553%

9,553%

2017

2,655%

5,755%

9,583%

9,583%

2018

2,670%

5,770%

9,613%

9,613%

2019

2,685%

5,785%

9,643%

9,643%

2020

2,700%

5,800%

9,673%

9,673%

2021

2,715%

5,815%

9,703%

9,703%

2022

2,730%

5,830%

9,733%

9,733%

2023

2,745%

5,845%

9,763%

9,763%

2024

2,760%

5,860%

9,793%

9,793%

2025

2,775%

5,875%

9,823%

9,823%

2026

2,790%

5,890%

9,853%

9,853%

2027

2,805%

5,905%

9,883%

9,883%

2028

2,820%

5,920%

9,913%

9,913%

2029

2,835%

5,935%

9,943%

9,943%

2030

2,850%

5,950%

9,973%

9,973%

2031

2,865%

5,965%

10,003%

10,003%

2032

2,880%

5,980%

10,033%

10,033%

2033

2,895%

5,995%

10,063%

10,063%

2034

2,910%

6,010%

10,093%

10,093%

2035

2,925%

6,025%

10,123%

10,123%

2036

2,940%

6,040%

10,153%

10,153%

2037

2,955%

6,055%

10,183%

10,183%

2038

2,970%

6,070%

10,213%

10,213%

2039

2,985%

6,085%

10,243%

10,243%

2040

3,000%

6,100%

10,273%

10,273%

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 30 november 2012 Beatrix De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Uitgegeven de dertiende december 2012 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

  1. Inleiding

    Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage en midden inkomens mogelijk moet maken de nominale zorgpremies en het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering te betalen.

    Het onderhavige besluit wijzigt de percentages waarmee de hoogte van de zorgtoeslag wordt bepaald vanwege: a) de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip (hierna: Wul); b) de gehele compensatie van de laagste inkomens voor de verhoging met € 115 van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering, en c) de verhoging van de zorgtoeslag voor de huishoudens met de laagste inkomens als onderdeel van het koopkrachtreparatiepakket van het Begrotingsakkoord 2013.

  2. De systematiek van de zorgtoeslag

    De hoogte van de zorgtoeslag wordt bepaald door de standaardpremie (de geraamde gemiddelde nominale premie voor een zorgverzekering plus het geraamde gemiddelde te betalen bedrag vanwege het verplicht eigen risico) en het huishoudinkomen van de ontvanger (het toetsingsinkomen in het kader van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)). De Wet op de zorgtoeslag (hierna: Wzt) gaat ervan uit dat een huishouden maximaal een op basis van een formule bepaald percentage van het inkomen dient bij te dragen aan de nominale premie voor de binnen het huishouden bestaande, premieplichtige1 zorgverzekeringen en voor de betalingen in verband met het verplicht eigen risico. Dit is de normpremie.

    Het normatieve percentage dat een huishouden geacht wordt aan zorg te betalen (de normpremie) wordt berekend als een percentage van het minimumloon plus een percentage van het inkomen van het huishouden dat het minimumloon te boven gaat.

    In formule:

    NP = Norm % x WML + Afbouw % x (INK -/- WML)

    waarbij

    NP = normpremie

    INK = huishoudinkomen

    WML = wettelijk minimumloon

    Norm %= normpercentage

    Afbouw %= afbouwpercentage

    Indien de standaardpremie voor een verzekerde hoger is dan de normpremie, wordt het restant automatisch door een zorgtoeslag gecompenseerd. Indien de standaardpremie voor een zorgverzekering daarentegen minder bedraagt dan de normpremie, bestaat geen recht op een zorgtoeslag. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens; er gelden verschillende normpercentages en bij een meerpersoonshuishouden wordt de zorgtoeslag bepaald als twee maal de standaardpremie minus de normpremie.

  3. De aanpassing van de percentages voor de zorgtoeslag.

    Wijziging van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT