Rijkswet van 12 april 1995, houdende wijziging van de Schepenwet

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1995

301

Rijkswet van 12 april 1995, houdende wijziging van de Schepenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Schepenwet de mogelijkheid te verruimen om particuliere personen mede te belasten met de in verband met de afgifte van certificaten benodigde onderzoeken van schepen;

Overwegende, dat het - in samenhang met het koninklijk besluit van 11 oktober 1988 (Stb. 476) tot opheffing van de Dienst Vaartuigen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat - voorts wenselijk is de rijksvaartuigen niet langer van de toepasselijkheid van de Schepenwet uit te zonderen;

Overwegende, dat het gewenst is de Schepenwet te wijzigen in verband met het verkrijgen van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk door Aruba;

Overwegende ten slotte, dat op een aantal andere punten wenselijk gebleken wijzigingen in de Schepenwet kunnen worden aangebracht, waaronder een aanpassing van de strafbepalingen van deze wet overeenkomstig de indeling van de geldboetecategorieën, als omschreven in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Schepenwet (Stb. 1932, 86)1 wordt gewijzigd als volgt:

A

  1. In artikel 1, eerste lid, wordt de eerste zin vervangen door: Voor de toepassing van deze rijkswet wordt verstaan onder:.

  2. In artikel 1, eerste lid, onder het begrip «buitengaats brengen», worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. de aanduiding van onderdeel «c» wordt gewijzigd in: d; b. ingevoegd wordt een nieuw onderdeel c, luidende: c. Aruba: het verlaten van een der havens in Aruba;

    Staatsblad 1995 301 1

    1. in onderdeel d worden de woorden «gebieden andere dan vermeld onder a en b» vervangen door: andere gebieden dan vermeld onder a, b en c.

  3. In artikel 1, eerste lid, vervallen de begrippen «vrachtschip» en «reactorschip» en de daarvan gegeven omschrijvingen.

  4. In artikel 1, tweede en derde lid, wordt het woord «wet» vervangen door: rijkswet.

    B

  5. In artikel 2, eerste lid, wordt in de eerste zin het woord «wet» vervangen door: rijkswet.

  6. Het in artikel 2, eerste lid, onder a, bepaalde wordt vervangen door: a. Nederlandse oorlogsschepen, marinehulpschepen of andere schepen die in gebruik zijn voor de uitvoering van de militaire taak;.

  7. In artikel 2, eerste lid, onder e, worden de woorden «tweede lid» vervangen door: derde lid.

  8. Artikel 2, tweede lid, wordt vervangen door: 2. De bepalingen van deze rijkswet zijn mede van toepassing op bij Landsverordening van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba aangewezen landsvaartuigen of op daarbij aangewezen schepen, varende met een zeebrief van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba.

  9. Aan artikel 2 wordt toegevoegd een vierde lid, luidende: 4. Met betrekking tot de bemanningen van schepen in openbare dienst zijn de artikelen 34 tot en met 41 en 48 tot en met 51 niet van toepassing.

    C

Artikel 2

bis wordt vervangen door:

Artikel 2

bis.

Kapiteins van schepen, bedoeld onder de uitzonderingen f tot en met h van artikel 2, eerste lid, ondernemen met hun schip geen reis zonder een vooraf gevraagde en verkregen schriftelijke verklaring van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, inhoudende dat geen bedenkingen tegen de voorgenomen reis bestaan. Aan de verklaring kunnen door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie voorschriften en beperkingen worden verbonden. Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie bepaalt de geldigheidsduur van de verklaring.

D

  1. Het opschrift «§1 Van de veiligheidsvoorschriften» boven artikel 3 wordt vervangen door: §1 Veiligheidsvoorschriften.

  2. Artikel 3 wordt vervangen door:

Artikel 3
  1. Er wordt geen reis ondernomen, tenzij de voor het schip benodigde certificaten zijn afgegeven, welke nog geldig zijn op het ogenblik van vertrek.

    Staatsblad 1995 301 2

  2. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt vastgesteld welke certificaten benodigd zijn. Aan certificaten kunnen door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie voorschriften en beperkingen worden verbonden. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt de geldigheidsduur van de certificaten vastgesteld.

    E

    Na artikel 3 wordt een artikel 3a ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a.

  1. Een certificaat wordt alleen afgegeven indien het schip en de bedrijfsvoering over het schip, zowel aan boord als aan de wal, voldoen aan de eisen, daartoe bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vastgesteld. 2. De vaststelling van de eisen, bedoeld in het eerste lid, kan voor bepaalde bij of krachtens de maatregel aangewezen onderwerpen geschieden door het van toepassing verklaren van de regels, ter zake gegeven door bij of krachtens de maatregel aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen. Indien een aanwijzing plaatsvindt krachtens de maatregel wordt het besluit tot aanwijzing bekendgemaakt in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt vastgesteld aan welke onderzoeken schepen, ter verkrijging van een certificaat of tijdens de geldigheidsduur daarvan, zijn onderworpen om vast te stellen of zij voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste lid. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gegeven met betrekking tot de aanvraag voor het verkrijgen van een certificaat en de daarbij over te leggen bescheiden.

    F

  2. De huidige tekst van artikel 4 wordt genummerd tot eerste lid.

  3. Artikel 4, eerste lid, onder g, wordt vervangen door: g. de radioinstallaties bedrijfsklaar zijn;

  4. Artikel 4, eerste lid, onder i, wordt vervangen door: i. het schip zodanig is geladen, dat het geen geringer vrijboord heeft dan blijkens de afgegeven certificaten is toegestaan;

  5. In artikel 4, eerste lid, onder n, wordt het woord «vee» vervangen door: lading.

  6. In artikel 4, eerste lid, onder o, worden de woorden «het veiligheidscertificaat» vervangen door: de afgegeven certificaten.

  7. Aan artikel 4 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende: 2. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt vastgesteld aan welke eisen ter voldoening aan het bepaalde in het eerste lid moet worden voldaan.

    G

Artikel 4 bis

wordt vervangen door:

Staatsblad 1995 301 3

Artikel 4

a.

Bij algemene maatregel van rijksbestuur worden voorschriften vastgesteld omtrent routering van schepen.

H

Artikel 5

wordt vervangen door:

Artikel 5
  1. Onze Minister kan voor schepen van een bepaalde categorie vrijstelling verlenen vanéén of meer van de bij of krachtens artikel 3a, eerste lid, of artikel 4 gestelde eisen, zonodig onder het geven van voorschriften en beperkingen, mits zulks zonder gevaar voor deze categorie schepen of hun opvarenden mogelijk is. Een vrijstellingsregeling wordt bekend gemaakt in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba. 2. Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie is bevoegd om in bijzondere gevallen voor een individueel schip, zonodig onder het geven van voorschriften en beperkingen, een ontheffing te verlenen van de bij of krachtens artikel 3a, eerste lid, of artikel 4 gestelde eisen. Een ontheffing kan door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie worden gewijzigd of ingetrokken.

I

Artikel 6

wordt vervangen door:

Artikel 6
  1. Certificaten worden afgegeven door of namens het Hoofd van de Scheepvaartinspectie. In bijzondere gevallen kan het Hoofd van de Scheepvaartinspectie aan buitenlandse autoriteiten verzoeken certificaten af te geven. 2. De ambtenaren van de Scheepvaartinspectie zijn belast met het verrichten van onderzoeken als bedoeld in artikel 3a, derde lid. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kan worden bepaald dat deze onderzoeken geheel of ten dele worden verricht door daartoe door Onze Minister aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen. 3. Aan een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid kunnen voorschriften worden verbonden. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot aan een aanwijzing te verbinden voorschriften, alsmede met betrekking tot de schorsing en de intrekking van een aanwijzing. 4. Onze Minister kan slechts door hem erkende natuurlijke personen of rechtspersonen aanwijzen. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van erkenning van deze natuurlijke personen of rechtspersonen, de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om voor erkenning in aanmerking te komen, en de intrekking van de erkenning indien niet meer aan deze voorwaarden wordt voldaan. 5. Besluiten tot aanwijzing of erkenning van natuurlijke personen of rechtspersonen, besluiten tot schorsing van een aanwijzing, alsmede besluiten tot intrekking van een aanwijzing of erkenning, worden bekendgemaakt in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba.

    Staatsblad 1995 301 4

    J

  2. In artikel 7, eerste lid, wordt de aanduiding van de onderdelen b tot en met d gewijzigd in c tot en met e.

  3. In artikel 7, eerste lid, wordt gevoegd een nieuw onderdeel b, luidende: b. de tijdens de geldigheidsduur daarvan verplicht gestelde onderzoeken niet of niet tijdig hebben plaatsgevonden, behoudens in bij algemene maatregel van rijksbestuur omschreven bijzondere gevallen;

  4. In artikel 7, eerste lid, wordt in onderdeel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT