Besluit van 17 december 2009 tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken aan personen met structurele functionele beperkingen bij arbeid als zelfstandige

Besluit van 17 december 2009 tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken aan personen met structurele functionele beperkingen bij arbeid als zelfstandige

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 oktober 2009, Directie Re-integratie en Participatie, nr. R&P/RPA/2009/23594; Gelet op artikel 34a, eerste en derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de artikelen 2:22, vierde lid, en 2:23, eerste en derde lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten; De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 2009, no. W12.09.0423/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2009, Directie Re-integratie en Participatie, nr. R&P/RPA/2009/26439; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

WIJZIGING REÏNTEGRATIEBESLUIT.

Het Reïntegratiebesluit wordt als volgt gewijzigd:AHet opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:

§ 1. Algemene bepalingen

BArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 1

Begripsbepalingen.

CNa artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

a Wettelijke grondslag.

Dit besluit berust op de artikelen 34a, eerste en derde lid, 35, vierde lid en 36, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, van de Wet WIA, de artikelen 65c, vijfde lid, en 65d, vierde lid, van de WAO, de artikelen 2:22, vierde lid, 2:23, eerste en derde lid, 3:67, vijfde lid, en 3:68, vierde lid, van de Wet Wajong en de artikelen 67a, vijfde lid, en 67b, vierde lid, van de WAZ. DArtikel 2, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

Een subsidie als bedoeld in artikel 36 van de Wet WIA of een voorziening als bedoeld in de artikelen 34a, eerste lid, en 35 van de Wet WIA en 2:22 en 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong wordt niet verstrekt respectievelijk verleend indien het kosten van een voorziening of een voorziening betreft:. EArtikel 3, derde lid, komt te luiden:3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de verlening van voorzieningen als bedoeld in de artikelen 34a, eerste lid, en 35 van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong. FArtikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Op het individu gerichte voorzieningen.

Een voorziening als bedoeld in de artikelen 34a, eerste lid, en 35 van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong wordt slechts verleend indien deze in overwegende mate op het individu is gericht. GArtikel 13 wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 13

(Leef)vervoersvoorzieningen bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige.

  1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Het UWV kan op aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet WIA, en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong vervoersvoorzieningen verlenen die ertoe strekken dat die persoon zijn werkplek of opleidingslocatie kan bereiken. 3. In het derde lid wordt «verlening van voorzieningen» vervangen door: verlening en beëindiging van voorzieningen. 4. Het vierde lid vervalt. HArtikel 14 wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 14

Intermediaire voorzieningen bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige.

  1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Het UWV kan op aanvraag ten behoeve van een persoon als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong met een auditieve, visuele of motorische handicap intermediaire activiteiten verlenen. 3. Het derde lid vervalt. IArtikel 15 wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 15

Starterskrediet en begeleiding bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige.

  1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

Het UWV kan op aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal een lening of borgtocht verstrekken tot ten hoogste een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag indien: . 3. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid en komt te luiden: 2. Het UWV kan op aanvraag van de persoon, bedoeld in het eerste lid, een vergoeding verstrekken voor de kosten van begeleiding ten behoeve van de start van een bedrijf voor de duur van ten hoogste één jaar na de start van het bedrijf, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onder a en b. 4. Het als eerste genoemde vierde lid wordt vernummerd tot derde lid. JArtikel 15a wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 15

a Arbeidsplaatsvoorzieningen bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige.

  1. Het eerste lid, komt te luiden: 1. Het UWV kan op aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wet Wajong voorzieningen verstrekken ten behoeve van de inrichting van de arbeidsplaats, de productie- en werkmethoden en de bij de arbeid te gebruiken hulpmiddelen, die in overwegende mate op het individu van de aanvrager zijn afgestemd. 3. Het derde lid vervalt. KNa artikel 15a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15

b Inkomenstoets bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige.

  1. Voorzieningen als bedoeld in de artikelen 14 en 15a worden niet verleend of worden beëindigd, indien het inkomen van de persoon die de voorziening aanvraagt of aan wie de voorziening is verleend, in het vierde kalenderjaar dan wel een daarop volgend jaar, na de aanvang van de arbeid als zelfstandige, meer bedraagt dan 261 maal 157% van het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen met betrekking tot een loontijdvak van een dag. 2. Indien het inkomen van de persoon, bedoeld in het eerste lid, in betekenende mate aan fluctuaties onderhevig is, wordt voor de toepassing van dat artikellid de som van het inkomen over het in dat artikellid bedoelde kalenderjaar en het inkomen over de twee daaraan voorafgaande kalenderjaren gedeeld door drie. 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze van vaststelling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid, waarbij kan worden bepaald dat bij de vaststelling van het inkomen mede in aanmerking wordt genomen het inkomen van de echtgenoot, de partner of een ander gezinslid van de in het eerste lid bedoelde persoon. 4. Beëindiging van de voorziening wegens overschrijding van de inkomensgrens...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT