Besluit van 18 oktober 2004, houdende regels over de tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang (Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2004

554

Besluit van 18 oktober 2004, houdende regels over de tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang (Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 augustus 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/54428, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 7, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 18, 34, 94, derde lid, 95, vierde lid, van de Wet kinderopvang;

De Raad van State gehoord (advies van 9 september 2004 no. W12.04.0408/IV;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 oktober 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/64987, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Wet kinderopvang; b. dagopvang: kinderopvang, verzorgd door een kindercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen; c. buitenschoolse opvang: kinderopvang, verzorgd door een kinder-centrum voor kinderen in de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd, alsmede gedurende vrije dagen of middagen en in de schoolvakanties; d. maximum uurprijs: de maximaal voor tegemoetkoming in aanmerking komende prijs per zestig minuten geboden kinderopvang; e. kosten van kinderopvang: het aantal uren kinderopvang per kind, vermenigvuldigd met de voor die kinderopvang te betalen prijs, met inachtneming van het bedrag, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet; f. tegenwoordige arbeid: tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de wet.

Staatsblad 2004 554 1

HOOFDSTUK 2 DE TEGEMOETKOMING VAN HET RIJK Artículos 2 a 17

Paragraaf 1. Algemene berekeningsfactoren

Artikel 2
  1. De hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk en van de extra tegemoetkoming van het Rijk wordt voor iedere kalendermaand afzonderlijk bepaald. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk en van de extra tegemoetkoming van het Rijk voor het tegemoetkomingsjaar 2005 per periode van partnerschap afzonderlijk bepaald. 3. Bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk en van de extra tegemoetkoming van het Rijk wordt met de aanwezigheid van een partner geen rekening gehouden in de kalendermaand waarin het partnerschap aanvangt of eindigt.

Artikel 3
  1. Indien meer dan één kind van een ouder gebruik maakt van kinderopvang, wordt voor de tegemoetkoming van het Rijk en de extra tegemoetkoming van het Rijk onderscheid gemaakt tussen het eerste kind en de overige kinderen. 2. Het kind met het hoogste aantal uren kinderopvang wordt voor de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk en van de extra tegemoetkoming van het Rijk als eerste kind beschouwd. 3. In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang, wordt het kind met de laagste kosten van kinderopvang als eerste kind beschouwd. 4. In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang met gelijke kosten van kinderopvang, stelt de inspecteur vast welk kind als eerste kind moet worden beschouwd.

Artikel 4
  1. De maximum uurprijs voor dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang bedraagt € 5,68. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de maximum uurprijs voor buitenschoolse opvang en voor gastouderopvang voor kinderen in de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs gaan: a. € 6,13 in 2005; b. € 5,98 in 2006; c. € 5,83 in 2007. 3. Indien de prijs per uur kinderopvang hoger ligt dan de maximum uurprijs wordt bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk per kind in plaats van de prijs per uur kinderopvang de maximum uurprijs in aanmerking genomen.

Artikel 5
  1. De maximum uurprijs, bedoeld in artikel 4, wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig: a. 80% van de ontwikkeling van de loonvoet bedrijven en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in het voorafgaande jaar, is geraamd; en

Staatsblad 2004 554 2

  1. het verschil tussen de ontwikkeling van 80% van de loonvoet bedrijven en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat jaar, was geraamd en de ontwikkeling van 80% van de contractlonen en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat voorafgaande jaar, nader is geraamd. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder ontwikkeling van contractlonen verstaan: het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de gepremieerde sector en de gesubsidieerde sector, en bij de overheid, zoals dit door het Centraal Planbureau in het Centraal Economische Plan wordt bekendgemaakt.

Artikel 6
  1. Voor de hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk is de verdeling van de toetsingsinkomens in inkomensgroepen voor respectievelijk de tegemoetkomingsjaren 2005, 2006, 2007 en vanaf 2008 in de bij dit besluit behorende bijlagen I, IA, IB en IC opgenomen. 2. Voor de hoogte van de extra tegemoetkoming van het Rijk is de verdeling van de toetsingsinkomens in inkomensgroepen voor respectievelijk de tegemoetkomingsjaren 2005, 2006, 2007 en 2008 in de bij dit besluit behorende bijlagen II, IIA, IIB en IIC opgenomen. Voor de tegemoetkomingsjaren vanaf 2009 is de verdeling van de toetsingsinkomens in inkomensgroepen voor de extra tegemoetkoming van het Rijk in de bij dit besluit behorende bijlage IID opgenomen.

Artikel 7

De inkomensgroepen, bedoeld in artikel 6, worden aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in het voorafgaande jaar, is geraamd. Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.

Artikel 8
  1. De tegemoetkoming van het Rijk wordt uitgedrukt in een percentage van de kosten van kinderopvang. 2. De percentages, bedoeld in het eerste lid, worden vermeld in de tabellen, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Paragraaf 2. Specifieke berekeningsfactoren bij extra tegemoetkoming van het Rijk voor een ouder met partner

Artikel 9
  1. Indien een ouder en diens partner tegenwoordige arbeid verrichten, wordt de tegemoetkoming van het Rijk vermeerderd met de extra tegemoetkoming van het Rijk, voor zover de bijdragen in de kosten van kinderopvang die een ouder en diens partner in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid hebben ontvangen en de tegemoetkoming van de gemeente, bedoeld in artikel 24 van de wet, of de tegemoetkoming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 30 van de wet, die zij hebben ontvangen, minder bedragen dan een derde deel van de kosten van kinderopvang. 2. Indien niet blijkt voor welke kinderen de ontvangen bijdragen, bedoeld in het eerste lid, zijn bedoeld, dan worden die bijdragen bij de berekening van de extra tegemoetkoming van het Rijk verdeeld over de kinderen naar rato van de kosten van kinderopvang.

    Staatsblad 2004 554 3

  2. De extra tegemoetkoming van het Rijk wordt uitgedrukt in een percentage van een derde deel van de totale kosten van kinderopvang, voor zover dat deel hoger is dan de in het eerste lid bedoelde bijdragen in de kosten van kinderopvang. 4. De percentages, bedoeld in het derde lid, worden vermeld in de tabellen, bedoeld in artikel 6, tweede lid.

Artikel 10
  1. In de gevallen, bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de wet, wordt de extra tegemoetkoming van het Rijk voor een ouder met een partner vermeerderd met een bedrag dat wordt bepaald een percentage toe te passen op het bedrag dat resteert, indien een derde deel van de kosten van kinderopvang wordt verminderd met: a. de bijdragen die een ouder en diens partner hebben ontvangen in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid en de tegemoetkoming die een ouder en diens partner hebben ontvangen van de gemeente, bedoeld in artikel 24 van de wet, of van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 30 van de wet, en b. het bedrag van de extra tegemoetkoming van het Rijk. 2. Het percentage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt in: a. 2005: 90%; b. 2006: 60%; c. 2007: 30%; d. 2008: 10%.

Paragraaf 3. Specifieke berekeningsfactoren bij (extra) tegemoetkoming van het Rijk voor ouder zonder partner

Artikel 11

Voor een ouder die geen partner heeft, wordt de tegemoetkoming van het Rijk vermeerderd met een bedrag dat overeenkomt met een zesde deel van de kosten van kinderopvang.

Artikel 12
  1. Indien een ouder tegenwoordige arbeid verricht en geen partner heeft, wordt de tegemoetkoming van het Rijk vermeerderd met de extra tegemoetkoming van het Rijk, voor zover de bijdrage in de kosten van kinderopvang die hij in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid heeft ontvangen en de tegemoetkoming van de gemeente, bedoeld in artikel 24 van de wet, of de tegemoetkoming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 30 van de wet, die hij heeft ontvangen, minder bedraagt dan een zesde deel van de kosten van kinderopvang. 2. Indien de in het eerste lid bedoelde bijdrage in de kosten van kinderopvang hoger is dan een zesde deel van de kosten van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT