Wet van 30 juni 2011, houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde een korting te kunnen toepassen op de toeslag voor de echtgenoot die jonger is dan 65 jaar

Wet van 30 juni 2011, houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde een korting te kunnen toepassen op de toeslag voor de echtgenoot die jonger is dan 65 jaar

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het licht van de economische omstandigheden wenselijk is om een korting op de toeslag voor de echtgenoot die jonger is dan 65 jaar toe te passen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde tot derde lid. 2. In het derde lid (nieuw) wordt «en 11» vervangen door: 11 en 12. BArtikel 12 komt te luiden:

Artikel 12
  1. Op de bruto-toeslag, vastgesteld op grond van artikel 10 en, indien van toepassing, na toepassing van artikel 13, tweede lid, wordt een korting toegepast tot 8% voor zover de toeslag samen met het gezamenlijke inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven van de gehuwde pensioengerechtigde en diens echtgenoot vermeerderd met het op grond van de artikelen 9, zesde lid, onderdeel b en 13, eerste lid, vastgestelde bruto-ouderdomspensioen door de toepassing van de korting niet minder dan 110% van het bruto-minimumloon bedraagt. 2. De met toepassing van artikel 10, tweede lid, of artikel 13, tweede lid, of het eerste lid berekende niet-volledige bruto-toeslag wordt voor toepassing van artikel 29, tweede lid, aanhef en onderdeel b, uitgedrukt in een percentage van de volledige bruto-toeslag. Dit percentage wordt rekenkundig afgerond op een veelvoud van éénhonderdste. 3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de pensioengerechtigde, bedoeld in artikel II van de Wet van 23 oktober 1993 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet (wijziging in de verhouding van ouderdomspensioen en toeslag) (Stb. 592). Ten aanzien van die pensioengerechtigden dient: a. artikel 10, vierde lid, zoals dat luidde voor de datum van inwerkingtreding van die wet, te worden gelezen alsof «en 11» is vervangen door «11 en 12»; en b. artikel 29, tweede lid, zoals dat luidde voor de datum van inwerkingtreding van die wet, te worden gelezen alsof «met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT