Uitspraak Nº 10/711020-17. Rechtbank Rotterdam, 2017-04-20

ECLIECLI:NL:RBROT:2017:3218
Docket Number10/711020-17
Date20 Abril 2017
Rechtbank Rotterdam

Team jeugd

Parketnummer: 10/711020-17

Parketnummer vordering TUL VV: 10/741375-15

Datum uitspraak: 20 april 2017

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[Naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] ,

raadsvrouw mr. M.B. Braanker, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek met gesloten deuren op de terechtzitting van 6 april 2017.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen heeft gevorderd:

  • -

    vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde;

  • -

    bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 60 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 22 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar onder de algemene en de bijzondere voorwaarden dat hij meewerkt aan ITB-HKA in combinatie met elektronisch toezicht en meewerkt aan behandeling bij De Waag, waarbij aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering (hierna: te noemen JBRR) opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;

  • -

    oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaar, inhoudende dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , waarbij voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende jeugddetentie wordt toegepast voor de duur van 1 (één) week, met een totale duur van ten hoogste zes maanden en met het bevel dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

4 Waardering van het bewijs
4.1.

Vrijspraak zonder nadere motivering

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 4ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

4.2.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering

Het onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard, nu op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte deze feiten heeft begaan.

4.3.

Bewijswaardering ten aanzien van het ten laste gelegde onder 3

4.3.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van dit feit, nu uit het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs naar voren komt.

4.3.2.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw voert aan dat voor dit onderzoek is geput uit de aangetroffen informatie in de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 2] . Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:588) was daar geen wettelijke grondslag voor, hetgeen in dit geval ook van invloed is op de bewijsvergaring in de zaak van de verdachte. Gelet hierop dient ten aanzien van de informatie die uit de telefoon van de medeverdachte is verkregen bewijsuitsluiting te volgen. Voorts voert de raadsvrouw aan dat er geen sprake is van medeplegen van de verdachte aan dit feit nu uit het dossier blijkt dat de medeverdachte alle uitvoeringshandelingen heeft verricht. De verdachte heeft hooguit op de uitkijk gestaan, doch medeplichtigheid is niet ten laste gelegd.

4.3.3.

Beoordeling

Nog daargelaten, dat er geen vormverzuim heeft plaatsgevonden: medeverdachte [medeverdachte 2] heeft zelf toestemming gegeven voor het onderzoek in zijn smartphone, wordt

het verweer ten aanzien van de legitimiteit van het onderzoek aan de smartphone van de medeverdachte, gelet op de Schutznorm verworpen. Deze norm behelst dat de verdachte in beginsel geen beroep toekomt op schending van rechtsnormen, als die normen jegens een ander dan de verdachte zouden zijn geschonden. Er zijn geen feiten en omstandigheden gesteld of gebleken, die maken dat deze norm in dit geval niet van toepassing is.

Ten aanzien van het verweer dat er geen sprake is van medeplegen van de verdachte aan dit feit, is de rechtbank van oordeel dat op grond van de gebezigde bewijsmiddelen de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte voldoende is komen vast te staan. Uit de bewijsmiddelen blijkt, dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 2] aan het proberen was in te breken in de woning, dat het gelukt is de achterdeur van deze woning open te breken, maar dat zij verder in de gaten werden gehouden door de politie, waardoor het feitelijke inbreken niet is gelukt.

4.3.4.

Conclusie

Bewezen is dat de verdachte samen met een ander de poging inbraak aan de [adres 3] ten laste gelegd onder 3 heeft gepleegd.

4.4.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij op of omstreeks 03 februari 2017 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan het [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededaders, althans alleen, met voornoemd oogmerk

- een (keuken)raam van die woning heeft/hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2.

hij op of omstreeks 22 januari 2017 te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, goederen, te weten een of meerdere videocamera('s) en/of een navigatiesysteem, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goederen betrof;

3.

hij op of omstreeks 28 januari 2016 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 3] weg te nemen geld en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, een deur en/of een raam (met een koevoet) heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT