Uitspraak Nº 15/00560. Hoge Raad, 2016-07-08
ECLI | ECLI:NL:HR:2016:1438 |
Docket Number | 15/00560 |
Date | 08 Julio 2016 |
8 juli 2016
Eerste Kamer
15/00560
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
De erfgenamen van [betrokkene 1] ,
wonende te Sint Maarten,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaten: mr. J.F. de Groot en mr. R.R. Verkerk,
t e g e n
de erfgenamen van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ,
wonende te Sint Maarten,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. J. de Jong van Lier.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de erven [betrokkene 1] en de erven [betrokkene 2 en 3] .
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak A.R 49 van 2010 van het Gerecht in Eerste Aanleg te Sint Maarten van 21 september 2010 en 28 juni 2011;
b. de vonnissen in de zaak AR 49/2010 ghis 58053-H 280/12 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 8 maart 2013 en 7 november 2014;
De vonnissen van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
Tegen het vonnis van het hof van 7 november 2014 hebben de erven [betrokkene 1] beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De erven [betrokkene 2 en 3] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de erven [betrokkene 1] toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot vernietiging van het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 7 november 2014 en tot terugwijzing.
De advocaat van de erven [betrokkene 2 en 3] heeft bij brief van 12 april 2016 op die conclusie gereageerd.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
-
-
i) De gronden van de erven [betrokkene 1] en die van de erven [betrokkene 2 en 3] , gelegen op Marigot Hill te Sint Maarten, grenzen aan elkaar.
-
-
ii) Tussen partijen is in geschil of een perceel, beschreven door het Kadaster in een meetbrief
nr. 457/1996 (hierna: het perceel), eigendom is van de erven [betrokkene 1] dan wel van de erven [betrokkene 2 en 3] . -
-
iii) Aan de noordzijde van dit perceel is door [betrokkene 1] , althans door de rechtsvoorganger van de erven [betrokkene 1] , ooit een woning gebouwd. Deze woning is nog altijd bewoond en wordt in de processtukken aangeduid als de woning van ‘de oude dame’.
-
-
iv) De meetbrief van het Kadaster nr. 457/1996 vermeldt het volgende over het perceel:
“This parcel of land is situated on the Island of St. Maarten, Netherlands Antilles, in the disctrict of Cul de sac at the Marigot hill road and forms the parcel of land of the Heirs of [betrokkene 1] .
It is bounded by the parcel of land of the Heirs of [betrokkene 4] , the lands of [betrokkene 5] , by lands in the French division of the Island and by the public road (namely Marigot hill road), as shown on the attached plan.
Aard van het terrein en de bebouwing house and yard.
Grensverzekering rockwalls and iron rods
Oppervlakte 8993 m² (…)
Zakelijk gerechtigde(n) The Heirs of [betrokkene 1] ”.
( v) In een brief van het Kadaster van 7 mei 2008, gericht aan onder meer de erven [betrokkene 1] en de erven [betrokkene 2 en 3] , is onder meer het volgende vermeld:
“Recently Kadaster put some effort in researching the ownership situation on Marigot Hill, Cul-de-Sac. (…).
(…)
(1) Of said property meetbrief 457/1996 (2 acres) was created, in which [betrokkene 1] (deed C17-4) was mentioned as the title holder. This is not correct. The lands of Romou are located a little more in western direction. This meetbrief has no deed, therefore changes are relatively easy to make.
The heirs of [betrokkene 1] are adviced to return their meetbrief and have it rectified.
(…)”
( vi) Ook in een rapport van 1 juli 2009 en een brief van 7...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT-
Uitspraak Nº 200.187.647. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2017-06-20
...meer een bezitsdaad mag worden beschouwd (zie de Parlementaire Geschiedenis vermeld in rov. 3.3.2 van HR 8 juli 2016, NJ 2016/310, ECLI:NL:HR:2016:1438), doch in de omstandigheden van dit geval moet worden aangenomen dat de omwonenden in 1988 bewust hebben aanvaard dat de nieuwe schutting d......
-
Uitspraak Nº 200.187.647. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2017-06-20
...meer een bezitsdaad mag worden beschouwd (zie de Parlementaire Geschiedenis vermeld in rov. 3.3.2 van HR 8 juli 2016, NJ 2016/310, ECLI:NL:HR:2016:1438), doch in de omstandigheden van dit geval moet worden aangenomen dat de omwonenden in 1988 bewust hebben aanvaard dat de nieuwe schutting d......