Uitspraak Nº 15/02067. Hoge Raad, 2016-09-20

ECLIECLI:NL:HR:2016:2138
Date20 Septiembre 2016
Docket Number15/02067

20 september 2016

Strafkamer

nr. S 15/02067

EC/NA

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 april 2015, nummer 22/002805-14, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.M. Lintz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de beslissingen over feit 1 en de strafoplegging betreft en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2. Bewezenverklaring en bewijsvoering

2.1.

Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:

"1.

hij in de periode van 5 maart 2013 tot en met 15 oktober 2013 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [betrokkene 1] , met het oogmerk [betrokkene 1] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, (telkens) tegen de wil van [betrokkene 1] , in genoemde periode [betrokkene 1] meermalen benaderd door

- naar de woning van [betrokkene 1] te gaan (gelegen aan de [a-straat 1] ) en voor de deur van die woning te staan,

en

- naar de woning van de moeder van [betrokkene 1] te gaan (gelegen aan de [b-straat 1] ) en voor de deur van die woning te staan en (vervolgens) aan te bellen, (telkens) terwijl hij vermoedde dat [betrokkene 1] daar aanwezig was,

(telkens) terwijl hij wist dat er een civielrechtelijk contactverbod van kracht was met betrekking tot [betrokkene 1] en haar moeder en andere naaste familieleden en er een straatverbod voor bovengenoemde straten van kracht was (Rechtbank Rotterdam d.d. 13 februari 2013, zaak-/rolnummer 415790/13-17),

en

- naar het werk van [betrokkene 1] te gaan (gevestigd op diverse locaties, waarvan hij telkens wist op welke locatie zij werkzaam was)

3.

hij in de periode van 03 maart 2012 t/m 16 januari 2013 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [betrokkene 1] , met het oogmerk [betrokkene 1] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, (telkens) tegen de wil van [betrokkene 1] , in genoemde periode [betrokkene 1]

- meermalen telefonisch benaderd en

- meermalen - al dan niet bedreigende - berichten/ teksten gestuurd en

- meermalen benaderd door naar de woning van [betrokkene 1] te gaan en naar de woning van de moeder van [betrokkene 1] te gaan terwijl hij vermoedde dat [betrokkene 1] daar aanwezig was en/of heeft hij (vervolgens) aangebeld en/of tegen de deur geslagen en/of geschopt."

2.2.

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

"Ten aanzien van het onder 1 en 3 bewezenverklaarde

1. De verklaring van de verdachte.

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 3 april 2015 verklaard -zakelijk weergegeven-:

Het klopt dat ik in de periode van 3 maart 2012 tot en met 16 januari 2013 heel veel sms'jes aan [betrokkene 1] heb gestuurd. Ik heb voor het laatst bedrijfsmatig gereden in een groene Fiat Ducato.

2. De verklaring van de verdachte.

De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 4 juni 2014 verklaard -zakelijk weergegeven-:

Het klopt wel dat ik op 15 oktober 2013 bij de woning van de moeder van [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) ben geweest in de [b-straat 1] . U houdt mij het kort gedingvonnis van 13 februari 2013 met daarin het contactverbod voor. Ik wist van dat vonnis.

3. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 18 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:

als de op 18 oktober 2013 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van de verdachte:

Het klopt dat ik op 15 oktober 2013 op de trap zat bij het huis van de moeder van [betrokkene 1] . Ik wilde het geluid horen van mijn kinderen die aan het spelen waren.

4. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 november 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2012552831-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:

als de op 28 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :

[betrokkene 1] , [a-straat 1] te Rotterdam.

Ik word vanaf 3 maart 2012 tot en met heden lastig gevallen door [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , wonende aan het [a-plein 1] te Rotterdam. Vanaf 6 maart 2012 word ik bijna dagelijks door [verdachte] gebeld. Het kan zijn dat [verdachte] aan mijn deur komt bellen of zich ophoudt in mijn straat of in het trappenhuis, mij sms't, bij mijn moeder in de straat komt, of zich begeeft in het trappenhuis van mijn moeder.

Op 24 juni 2012 kreeg ik 5 smsjes van [verdachte] . Op 29 juni 2012 ontving ik wederom een sms van [verdachte] . Op 1 juli kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 2 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 8 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 9 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 10 juli 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 17 juli 2012 kreeg ik 2 smsjes...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
2 sentencias

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT