Uitspraak Nº 15.170925.18 (P). Rechtbank Noord-Holland, 2019-08-15

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:7047
Date15 Agosto 2019
Docket Number15.170925.18 (P)
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf

Locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15.170925.18 (P)

Uitspraakdatum: 15 augustus 2019

Tegenspraak ex artikel 279 Sv

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 1 augustus 2019 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C. Beun en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. H.G. Koopman, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:

1.
zij op of omstreeks 26 augustus 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag (van
85 euro), in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geld, dat geheel of ten dele aan een ander
dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2.
zij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2018 tot en met 26
augustus 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, 59 mobiele telefoons (zie pagina 277 proces-
verbaal), althans een groot aantal mobiele telefoons, in elk geval enig(e) goed(eren), die
geheel of ten dele aan anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s)
toebehoorde, te weten aan diverse bezoekers van het festival Mysteryland, heeft
weggenomen telkens met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
en / of

zij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2018 tot en met 26
augustus 2018, te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer
voorwerpen, te weten 59 mobiele telefoons (zie pagina 277 proces-verbaal), althans een
groot aantal mobiele telefoons, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of
omgezet, terwijl zij telkens wist dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;


3.
zij in of omstreeks de periode van 20 juli 2018 tot en met 26 augustus 2018 in Nederland
en/of Frankrijk en/of België en/of Spanje, althans in landen in Europa, heeft
deelgenomen aan een organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband van
natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte] , [verdachte]
, [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4]
, [persoon 5] , [persoon 6] , [persoon 7] , [persoon 8] en
/ of [persoon 9] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te
weten zakkenrollen / diefstallen.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Beoordeling van het bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.

3.2

Standpunt van de verdediging

Door de verdediging is integraal vrijspraak bepleit.

3.3.1

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.

3.3.2

Bewijsmotivering

Criminele organisatie

Voor wat betreft de vraag of de ten laste gelegde deelname aan een criminele organisatie bewezen kan worden, geldt het volgende. Vooropgesteld wordt dat onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) wordt verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon, om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is (HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378).

De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die – kort gezegd – in het bijzonder tot oogmerk had het plegen van diefstallen en zakkenrollen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte samen met anderen vanuit Spanje naar Nederland is afgereisd, enkel met het doel genoemde misdrijven te plegen. De aard en de intensiteit van de contacten tussen verdachte en haar medeverdachten, alsmede de omstandigheid dat een administratie van de gestolen telefoons werd gevoerd en de professionaliteit van de uitgevoerde diefstallen, waarbij in korte tijd zeer grote hoeveelheden mobiele telefoons werden buitgemaakt, deze vervolgens naar het buitenland werden overgebracht, niet traceerbaar werden gemaakt en uiteindelijk werden verkocht, waren zodanig dat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een criminele organisatie in de zin van artikel 140 Sr.

De rechtbank komt daarom tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde deelname aan een criminele organisatie. De omstandigheid dat verdachte slechts voor een beperkte duur van drie dagen daaraan deelgenomen heeft, doet daar niet aan af. De rechtbank zal die korte duur meewegen in het kader van de strafmaat.

3.3.3

Partiële vrijspraak feit 2

Omdat de rechtbank tot bewezenverklaring van de onder 2. ten laste gelegde diefstal in vereniging komt, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder 2. cumulatief/alternatief ten laste gelegde heling van de telefoons.

3.4

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

1 .
zij op 26 augustus 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, een geldbedrag (van 85 euro), dat toebehoorde aan [aangever 1] , heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2 .
zij in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 26 augustus 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, 59 mobiele telefoons, die
toebehoorden aan diverse bezoekers van het festival Mysteryland, heeft weggenomen telkens met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3.
zij in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 26 augustus 2018 in Nederland en Spanje, heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte] , [verdachte] , [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] , [persoon 4] , [persoon 5] , [persoon 6] , [persoon 7] , [persoon 8] en [persoon 9] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten zakkenrollen /diefstallen.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4 Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:

Feit 1:

diefstal, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen

Feit 2:

diefstal, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd

Feit 3:

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5 Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6 Motivering van de sanctie
6.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.

6.2

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht aan verdachte een straf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen.

6.3

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich, samen met anderen schuldig gemaakt aan diefstal van 59 mobiele telefoons en een geldbedrag. Al deze diefstallen hebben plaatsgevonden op het festival Mysteryland. De gedupeerden zijn op dat festival op een brutale wijze van hun spullen beroofd die zich in hun broekzak of tas bevonden. De materiële schade is aanzienlijk. Daarnaast is sprake van immateriële schade bij de gedupeerden. Er is immers voor honderden gigabytes aan foto’s, filmmateriaal en andere persoonlijke data verloren gegaan.

In dat verband heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie, welke organisatie zich schuldig maakte aan voornoemde misdrijven. Uit de inhoud van het strafdossier is gebleken dat verdachte en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT