Uitspraak Nº 16/7903 WSF. Centrale Raad van Beroep, 2017-11-01

ECLIECLI:NL:CRVB:2017:3750
Docket Number16/7903 WSF
Date01 Noviembre 2017
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

16/7903 WSF

Datum uitspraak: 1 november 2017

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van

16 december 2016, 16/3737 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (minister)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. S. Mathoerapersad, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 september 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Mathoerapersad. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J.M. Naber.

OVERWEGINGEN
1.1.

Bij besluit van 24 oktober 2012 heeft de minister aan appellant studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 toegekend voor, voor zover hier van belang, het jaar 2013.

1.2.

Bij besluit van 4 maart 2016 heeft de minister aan appellant meegedeeld dat de minister een vordering van € 1.321,10 op hem heeft wegens overschrijding van de bijverdiengrens in 2013.

1.3.

Tegen deze vordering heeft appellant bezwaar gemaakt. Hij heeft daarbij gesteld dat hij in 2013 geen studiefinanciering heeft aangevraagd en ontvangen.

1.4.

Bij besluit van 13 mei 2016 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. Daarbij is vermeld dat appellant ingeschreven heeft gestaan bij twee onderwijsinstellingen, dat op 1 augustus 2013 (lees: 2012) een wijziging is doorgegeven via Mijn DUO, wat uitsluitend mogelijk is met gebruikmaking van een DigiD, en dat vervolgens over – onder meer – het gehele jaar 2013 studiefinanciering is toegekend en op welk rekeningnummer dat is overgemaakt.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat indien een aanvraag digitaal is ingediend of een wijziging digitaal is doorgegeven op naam van een belanghebbende en is ondertekend met diens persoonlijke en geheime DigiD, het ervoor moet worden gehouden dat de aanvraag is gedaan of de wijziging is doorgegeven door of met toestemming van de belanghebbende dan wel dat hij zijn DigiD aan een ander heeft verstrekt. De met gebruikmaking van diens DigiD ingediende aanvraag of doorgegeven wijziging is in beginsel dan ook volledig toe te rekenen aan de belanghebbende. Dit kan anders liggen indien...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT