Wet studiefinanciering 2000

Abbreviated LabelWSF
CourtOnderwijs, Cultuur en Wetenschap
Subject MatterBWBR0011453

Geldend van 01-04-2020 t/m heden

Wet van 29 juni 2000, houdende intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de studiefinanciering te wijzigen als uitvloeisel van het regeerakkoord 1998 en van de nota «Flexibele studiefinanciering; een stelsel dat past»; dat het voorts wenselijk is de leesbaarheid van de Wet op de studiefinanciering te vergroten; dat het in verband met het grote aantal wijzigingen wenselijk is de Wet op de studiefinanciering in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    achterstallige schuld: achterstallige schuld als bedoeld in artikel 6.8,

    afsluitend examen:

    • a. voor wat betreft hoofdstuk 4 het examen, bedoeld in artikel 7.4.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a,

    • b. voor wat betreft hoofdstuk 5 het examen, bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, alsmede het daarmee overeenkomende examen van een opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.14,

    associate degree-opleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, onderdeel a, van de WHW, waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW is verleend,

    bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel b, van de WHW, die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW, of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel r, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,

    belastbaar minimumloon: belastbaar minimumloon als bedoeld in artikel 6.1a,

    beroepsonderwijs: opleiding als bedoeld in artikel 7.2.7, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en als bedoeld in artikel 2.13a,

    collegegeldkrediet: lening voor betaling van het collegegeld in het hoger onderwijs,

    debiteur: degene die zich krachtens artikel 6.2 heeft verplicht tot terugbetaling,

    deelnemer: degene die beroepsonderwijs volgt,

    diplomatermijn beroepsonderwijs: termijn als bedoeld in artikel 4.9,

    diplomatermijn hoger onderwijs: termijn als bedoeld in artikel 5.5,

    hoger beroepsonderwijs: hoger beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

    hoger onderwijs: wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs als bedoeld in paragraaf 2.3 en in artikel 2.14,

    lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,

    levenlanglerenkrediet: lening voor betaling van het lesgeld in het beroepsonderwijs of het collegegeld in het hoger onderwijs,

    masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel c, van de WHW, die is geaccrediteerd als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van de WHW, of die de toets nieuwe opleiding, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel r, van die wet, met positief gevolg heeft ondergaan,

    onderwijsnummer: door Onze Minister uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een burgerservicenummer is verstrekt,

    Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

    opleiding niveau 1 of 2:

    • a. entreeopleiding en basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en

    • b. opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a waarvan Onze Minister heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 1 of 2,

    opleiding niveau 3 of 4:

    • a. vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d en e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en

    • b. opleiding buiten Nederland als bedoeld in artikel 2.13a waarvan Onze Minister heeft vastgesteld dat deze wordt aangemerkt als een opleiding niveau 3 of 4,

    ouder: natuurlijke ouder of adoptiefouder in de zin van de artikelen 197 tot en met 232 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,

    partner: partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen,

    peiljaar: tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het studiefinancieringstijdvak aanvangt, dan wel het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de draagkracht in de zin van hoofdstuk 6 wordt vastgesteld,

    prestatiebeurs: rentedragende lening die onder voorwaarden kan worden omgezet in een gift, waarbij de rente teniet gaat, niet zijnde de rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,

    prestatiebeurs beroepsonderwijs: prestatiebeurs als bedoeld in artikel 4.6a,

    prestatiebeurs hoger onderwijs: prestatiebeurs als bedoeld in artikel 5.1,

    reisproduct: elektronisch product dat studerenden kunnen laden op een OV-chipkaart wanneer zij beschikken over reisrecht,

    reisrecht: recht om te reizen als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid,

    reisvoorziening: voorziening als bedoeld in artikel 3.7 en paragraaf 3.7,

    RSR: Regisseur Studenten Reisrecht, de rechtspersoon die in opdracht van de vervoersbedrijven tot taak heeft de digitale administratie van het reisproduct voor studerenden op de OV-chipkaart te voeren,

    specialistenopleiding: specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

    student: degene die hoger onderwijs volgt, niet zijnde een extraneus,

    studerende: deelnemer of student,

    studiefinanciering: door Onze Minister verstrekte toekenning in verband met het volgen van een opleiding in het beroepsonderwijs of in het hoger onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat,

    studiefinancieringstijdvak: kalenderjaar of een gedeelte daarvan waarop de toekenning van studiefinanciering betrekking heeft, met dien verstande dat deze periode ten minste 1 kalendermaand is,

    studiejaar:

    • 1°. in het hoger onderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend,

    • 2°. in het beroepsonderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,

    studiepunt: eenheid waarin de studielast, bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, wordt uitgedrukt,

    termijnbetaling: bedrag als bedoeld in artikel 6.9, of als het een debiteur betreft op wie hoofdstuk 10a van toepassing is: bedrag als bedoeld in artikel 10a.6,

    thuiswonende deelnemer: deelnemer die niet een uitwonende deelnemer is,

    toetsingsinkomen: inkomen als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, met dien verstande dat, behoudens bij de toepassing van artikel 3.1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT