Uitspraak Nº 19/1167. Rechtbank Den Haag, 2020-01-30

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:857
Date30 Enero 2020
Docket Number19/1167
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

Zaaknummer: SGR 19/1167

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2020 in de zaak tussen [eiser 1] , te [vestigingsplaats] (Malta),

[eiser 2] , te [vestigingsplaats] (Malta),

eisers

(gemachtigden: mr. F.C. Tolboom en mr. K.D. Mekenkamp),

en

de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, verweerder

(gemachtigden: mr. I.M. Zuurendonk en mr. I.F. Prins).

Procesverloop

Bij besluit van 6 juni 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eisers een tweetal bestuurlijke boetes van € 210.000,- en € 200.000,- opgelegd in verband met overtreding van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet op de kansspelen (Wok).

Bij besluit van 3 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2019. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door voornoemde gemachtigden.

Overwegingen

1. Aan eisers zijn bestuurlijke boetes opgelegd omdat zij in strijd met de Wok zonder vergunning online kansspelen hebben aangeboden door middel van de in Nederland toegankelijke website [website] in de periode van 14 juni 2017 tot en met 11 oktober 2017. De overtreding is toegerekend aan zowel [eiser 1] als [eiser 2] en beide entiteiten zijn apart beboet.

2. Eisers kunnen zich met deze beslissing niet verenigen en stellen – samengevat weergegeven – dat verweerder niet bevoegd is tot het opleggen van een bestuurlijke boete op basis van artikel 1, eerste lid, onder a van de Wok, nu de bepaling en het daarop gebaseerde beleid een ongerechtvaardigde inbreuk vormt op artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Voor zover wordt bepaald dat verweerder wel bevoegd is tot het opleggen van een bestuurlijke boete op basis van artikel 1, eerste lid, onder a van de Wok stellen eisers zich op het standpunt dat de prioritering van [website] voor handhaving onrechtmatig is. Indien wordt geoordeeld dat verweerder bevoegd is en de prioritering voor handhaving rechtmatig wordt bevonden, menen eisers dat het opleggen van twee aparte boetes onrechtmatig is.

Op hetgeen eisers verder hebben aangevoerd zal – voor zover relevant – in het navolgende worden ingegaan.

3. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4. De rechtbank overweegt als volgt.

Is artikel 1, aanhef en onder a van de Wok in strijd met artikel 56 VWEU?

4.1

Artikel 1, aanhef en onder a van de Wok behelst een verbod op het bieden van gelegenheid tot het meedingen naar prijzen of premies indien de aanwijzing van winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor een vergunning is verleend. Verweerder hanteert als beleid dat voor het online aanbieden van casinoachtige kansspelen geen vergunning wordt verleend, omdat de beperkte toezichtsmogelijkheden tot gevolg hebben dat het belang van het tegengaan van gokverslavingen en het bestrijden van criminaliteit onvoldoende kan worden beschermd. Nu het op dit moment niet mogelijk is om een vergunning te krijgen voor het op deze wijze aanbieden van dit soort kansspelen, geldt het verbod als bedoeld in voornoemd artikel.

4.2

Eisers stellen zich op het standpunt dat de nationale rechtspraak een dergelijk totaalverbod op online kansspelen niet heeft bevestigd. Onder verwijzing naar de arresten Berlington Hungary1 en Dickinger en Ömer2 van het Hof van Justitie van de EU (hierna: het HvJ) stellen eisers dat een evenredigheidstoets uiteenvalt in vijf elementen, te weten of de beperkende maatregel een legitiem doel heeft (1) en daarnaast geschikt (2) , noodzakelijk (3), proportioneel (4) en evenwichtig (5) is. De Afdeling heeft zich tot op heden enkel uitgelaten over het eerste element, waardoor een volledige evenredigheidstoets van het totaalverbod nog niet heeft plaatsgevonden, aldus eisers. Het totaalverbod zal voornoemde evenredigheidstoets niet doorstaan, hetgeen moet leiden tot de conclusie dat verweerder niet bevoegd is tot het opleggen van een bestuurlijke boete vanwege overtreding van artikel van artikel 1, eerste lid, onder a van de Wok, nu een totaalverbod op online casinospelen, gebaseerd op voornoemd artikel, een ongerechtvaardigde beperking op artikel 56 van de VWEU vormt.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT