Uitspraak Nº 20-002759-21. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-10-12

ECLIECLI:NL:GHSHE:2022:3486
Docket Number20-002759-21
Date12 Octubre 2022
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Parketnummer : 20-002759-21

Uitspraak : 12 oktober 2022

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 23 november 2021, in de strafzaak met parketnummer 03-120885-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,

wonende te [adres] .

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de rechtbank de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een T-shirt, een petje en een heuptas onttrokken aan het verkeer.

Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof zal bewezen verklaren hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Met betrekking tot de inbeslaggenomen voorwerpen heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof deze voorwerpen zal onttrekken aan het verkeer.

De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging verzocht dat het hof toepassing zal geven aan het rechterlijk pardon, zoals bedoeld in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Meer subsidiair heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd. Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen heeft de verdediging bepleit dat het hof de teruggave aan de verdachte zal gelasten.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 21 april 2021 in de gemeente Maastricht, heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van de Bandidos Motorcycle Club Holland die bij onherroepelijke beslissing van de Hoge Raad der Nederlanden (nummer 19/01401) verboden is verklaard, door gekleed met een baseballpet met een opdruk van het logo en de naam van de Bandidos en/of gekleed in een T-shirt met een opdruk van het logo van de Bandidos en de namen Bandidos en Sittard en/of in het bezit van een heuptasje met de opdruk BF 1% FB naar de ingang van het gerechtsgebouw te lopen.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Het hof overweegt dienaangaande als volgt.

Uit het dossier volgt dat de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zich op 21 april 2021 voor de ingang van de rechtbank Maastricht bevonden. Zij waren belast met het bewaken en beveiligen van het gerechtsgebouw aldaar in verband met de zitting tegen leden van de motorclub Bandidos Sittard. De verbalisanten hadden opdracht om leden van de Bandidos die met uiterlijke kenmerken van de verboden organisatie Bandidos, zoals kleding en dergelijke, naar de rechtbank zouden komen, aan te houden, in te sluiten en de uiterlijke kenmerken in beslag te nemen. Tevens was geïnstrueerd in voorkomende gevallen proces-verbaal op te maken ter zake van overtreding van artikel 140, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna telkens: Sr). Omstreeks 09.00 uur zagen de verbalisanten een man, naar later blijkt de verdachte, naar de ingang van de rechtbank komen. De verdachte droeg een zwarte baseballpet met aan de voorzijde een opdruk van het logo van de Bandidos en op de achterzijde een opdruk met de naam Bandidos. Tevens droeg hij een zwart T-shirt met op de voorzijde een opdruk van het logo van de Bandidos en de namen Bandidos en Sittard. Verder droeg de verdachte een heuptasje met de opdruk 'BF 1% FB'. Hierop hebben de verbalisanten de verdachte staande gehouden en hem verzocht mee te gaan naar een ruimte in de rechtbank. Vervolgens zijn het petje, het T-shirt en het heuptasje met Bandidos opdrukken inbeslaggenomen.

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard. Het hof ziet zich gesteld voor de vraag of de verdachte op of omstreeks 21 april 2021 in de gemeente Maastricht, door naar de ingang van het gerechtsgebouw te lopen terwijl hij kleding en accessoires droeg met de aanduidingen en tekens verwijzend naar de Bandidos Motorcycle Club Holland (hierna telkens: BMC Holland), zich schuldig heeft gemaakt aan deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT