Uitspraak Nº 201605410/1/R3. Raad van State, 2017-02-08

ECLIECLI:NL:RVS:2017:355
Date08 Febrero 2017
Docket Number201605410/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201605410/1/R3.

Datum uitspraak: 8 februari 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te Almelo,

2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats], en anderen,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Almelo,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 24 mei 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Bavinckel" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant sub 2] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 november 2016, waar [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, bij monde van [appellant sub 2] en [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door M.M. Weerink, L. Sneelenberg en M.T. Hendriks, zijn verschenen. Voorts is de Christelijke Gemeente Nederland (hierna: CGN), vertegenwoordigd door [gemachtigden], als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. Het bestemmingsplan is vastgesteld met het oog op de voornemens van CGN om op het Elhorsterveld/Groenpark aan de Almelosestraat, in het buitengebied tussen Almelo en Zenderen, een ontmoetingscentrum met bijbehorende voorzieningen te realiseren voor de leden van haar geloofsgemeenschap. Daarnaast omvat dit bestemmingsplan de planologische kaders voor het reeds bestaande hoveniersbedrijf van Oude Wesselink aan de Almelosestraat 9.

CGN is momenteel nog gevestigd aan de Bavinkelsweg 4/6 te Almelo. Aan deze gronden is met het oog op de verplaatsing van het ontmoetingscentrum in het plan een agrarische bestemming toegekend.

2. [appellant sub 1] woont naast het plangebied. Hij kan zich niet met het plan verenigen voor zover daarin de bouw van een bedrijfswoning mogelijk wordt gemaakt.

[appellant sub 2] en anderen wonen allen in de omgeving van het plangebied. Zij richten zich tegen het plan voor zover dat de door CGN voorgenomen ontwikkeling mogelijk maakt. Daarnaast richten zij zich tegen het plan voor zover dat voorziet in bouwmogelijkheden voor het hoveniersbedrijf.

Ontvankelijkheid

3. De raad betoogt dat het beroep van [appellant sub 2] en anderen, voor zover dat is ingesteld door een aantal appellanten, niet-ontvankelijk is om reden dat deze appellanten geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit. Daartoe voert de raad aan dat deze appellanten op te grote afstand van de gronden met de bestemming "Groen" en de aanduiding "sportveld" wonen en de ontwikkeling voor het overige op de Almelosestraat is georiënteerd. Daarnaast hebben appellanten vanwege de boscompensatieverplichting geen zicht op de locatie en wordt de ontwikkeling aan de oostzijde op de Almelosestraat ontsloten, aldus de raad.

Wat betreft het belang van [appellant sub 1] betoogt de raad dat zijn woning op een afstand van 100 meter van de voorziene bedrijfswoning staat en dat beide woningen van elkaar zullen worden gescheiden door een brede bosstrook, zodat ook [appellant sub 1] geen belanghebbende is bij het door hem bestreden plandeel.

3.1. Anders dan de raad betoogt, betekent de omstandigheid dat het ontmoetingscentrum en de bijbehorende voorzieningen, waaronder een sportveld, aan het zicht zullen worden onttrokken door bosschages niet dat [appellant sub 2] en anderen geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit. Deze bosschages zijn voorzien binnen het plangebied op gronden met een voorheen agrarische bestemming. De aanleg en instandhouding hiervan is als voorwaardelijke verplichting in de planregels opgenomen. Het betoog van [appellant sub 2] en anderen strekt ertoe dat de gronden een agrarische bestemming houden. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat zij gevolgen van enige betekenis zullen ondervinden als gevolg van het gebruik van het sportveld en de verkeersbewegingen die verband houden met de ontwikkeling. Bovendien woont een aantal appellanten binnen een afstand van 100 meter van het plangebied. Naar het oordeel van de Afdeling zijn [appellant sub 2] en anderen dan ook belanghebbenden bij het bestreden besluit. Dit geldt eveneens voor [appellant sub 1], die binnen 100 meter van het door hem bestreden plandeel woont. Het betoog faalt.

Toetsingskader

4. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Procedurele aspecten

5. [appellant sub 2] en anderen betogen dat niet op de juiste wijze kennis is gegeven van de terinzagelegging van het ontwerpplan en het vastgestelde plan. Bij de kennisgeving van terinzagelegging in het huis-aan-huisblad ontbreekt de mededeling dat er zienswijzen over het ontwerpplan naar voren kunnen worden gebracht. Daarnaast ontbreekt in de kennisgeving van terinzagelegging van het vastgestelde plan in het huis-aan-huisblad de rechtsmiddelenvoorlichting.

5.1. De raad stelt dat hij op 10 februari 2015 de Verordening elektronische kennisgeving gemeente Almelo (hierna: de Verordening) heeft vastgesteld. Op grond van de Verordening wordt de voorgeschreven kennisgeving van terinzagelegging van een ontwerpplan gepubliceerd in het elektronisch gemeenteblad. Daarnaast wordt in het Almelo’s Weekblad een minimale weergave van de publicatie gezet, waarbij tevens wordt vermeld waar de exacte juridische teksten te vinden zijn.

5.2. Artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) luidt: "Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, geschiedt de verzending van berichten die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, niet uitsluitend elektronisch."

Artikel 1, eerste lid, van de Verordening luidt: "Het is mogelijk berichten van het gemeentebestuur die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, uitsluitend elektronisch te verzenden, tenzij een wettelijk voorschrift zich daartegen verzet. De verzending geschiedt door plaatsing in het elektronisch gemeenteblad. Daarnaast kan tot andere wijzen van kennisgeving worden overgegaan."

Het derde lid luidt: "Onder berichten worden in elk geval verstaan kennisgevingen van ontwerpbesluiten, besluiten, aanvragen en meldingen."

5.3. Wat betreft het betoog van [appellant sub 2] en anderen dat in de kennisgeving van terinzagelegging van het vastgestelde plan in strijd met artikel 3:45 van de Awb de rechtsmiddelenvoorlichting ontbreekt, overweegt de Afdeling dat deze beroepsgrond betrekking heeft op een mogelijke onregelmatigheid van na de datum van het bestreden besluit. Deze mogelijke onregelmatigheid kan om deze reden geen grond vormen voor de vernietiging van het bestreden besluit.

5.4. Wat betreft het betoog van [appellant sub 2] en anderen dat de kennisgeving van terinzagelegging van het ontwerpplan in strijd met artikel 3:12 van de Awb heeft plaatsgevonden, overweegt de Afdeling als volgt. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 15 augustus 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX4676) kan een kennisgeving via het internet een geschikte wijze van kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb zijn. Ingevolge artikel 2:14, tweede lid, en artikel 3:12, eerste lid, van de Awb, gelezen in onderlinge samenhang, dient van een ontwerpbesluit echter op ten minste één niet-elektronische, geschikte wijze als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, kennis te worden gegeven, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

In dit geval is in de Verordening, en daarmee bij wettelijk voorschrift, bepaald dat het mogelijk is berichten van het gemeentebestuur die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, uitsluitend elektronisch te verzenden door plaatsing in het elektronisch gemeenteblad. Deze Verordening is op 14 februari 2015 en daarmee voor de datum van kennisgeving van terinzagelegging van het desbetreffende ontwerpbesluit bekendgemaakt en dus hierop van toepassing. De kennisgeving van terinzagelegging van het ontwerpplan in het elektronisch gemeenteblad van 7 oktober 2015 heeft de in artikel 3:12 van de Awb bedoelde inhoud. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de kennisgeving van terinzagelegging van het ontwerpplan in strijd met artikel 3:12 van de Awb heeft plaatsgevonden.

Het betoog faalt.

6. [appellant sub 2] en anderen betogen dat de kennisgeving van terinzagelegging niet alleen in het Almelo’s Weekblad, maar ook in de Bornse Courant had moeten plaatsvinden, nu het plangebied slechts van het grondgebied van de gemeente Borne wordt gescheiden door een zandweggetje en een aantal omwonenden dus in de gemeente Borne woont. Daarnaast behoorden de gronden in het plangebied tot 2001 tot de gemeente Borne.

6.1. De raad stelt dat er over het plan contact is geweest met de gemeente Borne en Twence B.V. en dat in de directe omgeving van het plangebied geen personen woonachtig zijn die in de gemeente Borne wonen en die door deze ontwikkeling in hun belangen kunnen worden geschaad.

6.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 24 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2972) volgt uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wro (Kamerstukken II 2002/03, 28 916, nr. 3, blz. 28) dat de wetgever bij bestemmingsplannen, gelet op de aard en impact daarvan, naast hetgeen ingevolge de artikelen 3:12 en 3:42 van de Awb is vereist, in artikel 3.8, eerste en derde lid, van de Wro als aanvullende voorwaarde heeft gesteld...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
6 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201702444/1/R3. Raad van State, 2019-03-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 maart 2019
    ...hierin geen rechtvaardiging is gelegen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355) kan een kennisgeving via het internet een geschikte wijze van kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb zijn. Inge......
  • Uitspraak Nº 201903074/1/R3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 oktober 2020
    ...kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb zijn. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, overweging 5.4. Dat volgens de stichtingen niet iedereen over een computer beschikt, laat onverlet dat de Awb voorziet in de mogelijkhei......
  • Uitspraak Nº ak_ 19 _ 1966. Rechtbank Overijssel, 2020-08-18
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 18 augustus 2020
    ...ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, de beroepen ongegrond verklaard. CGN wil de (bouw)activiteiten gefaseerd uitvoeren. Als eerste wil zij het servicegebouw realiseren en zi......
  • Uitspraak Nº 202005157/1/R3. Raad van State, 2022-03-30
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 30 maart 2022
    ...van 24 mei 2016 het bestemmingsplan "Bavinckel" (hierna: het bestemmingsplan) heeft vastgesteld. Bij uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, heeft de Afdeling het door onder andere [belanghebbende] en anderen daartegen ingediende beroep ongegrond verklaard. Het college heeft de......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
6 sentencias
  • Uitspraak Nº 201702444/1/R3. Raad van State, 2019-03-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 maart 2019
    ...hierin geen rechtvaardiging is gelegen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355) kan een kennisgeving via het internet een geschikte wijze van kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb zijn. Inge......
  • Uitspraak Nº 201903074/1/R3. Raad van State, 2020-10-28
    • Nederland
    • 28 oktober 2020
    ...kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb zijn. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, overweging 5.4. Dat volgens de stichtingen niet iedereen over een computer beschikt, laat onverlet dat de Awb voorziet in de mogelijkhei......
  • Uitspraak Nº ak_ 19 _ 1966. Rechtbank Overijssel, 2020-08-18
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 18 augustus 2020
    ...ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in haar uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, de beroepen ongegrond verklaard. CGN wil de (bouw)activiteiten gefaseerd uitvoeren. Als eerste wil zij het servicegebouw realiseren en zi......
  • Uitspraak Nº 202005157/1/R3. Raad van State, 2022-03-30
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 30 maart 2022
    ...van 24 mei 2016 het bestemmingsplan "Bavinckel" (hierna: het bestemmingsplan) heeft vastgesteld. Bij uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:355, heeft de Afdeling het door onder andere [belanghebbende] en anderen daartegen ingediende beroep ongegrond verklaard. Het college heeft de......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT