Uitspraak Nº 201606041/1/R2. Raad van State, 2017-03-29

ECLIECLI:NL:RVS:2017:847
Docket Number201606041/1/R2
Date29 Marzo 2017
CourtCouncil of State (Netherlands)

201606041/1/R2.

Datum uitspraak: 29 maart 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A] en anderen, allen wonend dan wel gevestigd te [woonplaats],

en

het college van gedeputeerde staten van Gelderland,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 24 juni 2016 heeft het college aan [camping] een vergunning krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend voor de uitbreiding van een camping aan de [locatie] in [plaats].

Tegen dit besluit hebben [appellant A] en anderen beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant A] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting, gelijktijdig met zaak nrs. 201601932/1/R1 en 201602966/1/R1, behandeld op 20 februari 2017, waar [appellant A] en anderen, bijgestaan door mr. M. Kuiper, advocaat te Harderwijk, en het college, vertegenwoordigd door C.A. Borggreve en M. de Jonge, zijn verschenen.

Voorts is ter zitting [camping], vertegenwoordigd door mr. A.M. Ubink, advocaat te Zwolle, vergezeld door [directeur] als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. Het college heeft de vergunning verleend voor uitbreiding van [camping]. Daarbij vindt zowel uitbreiding binnen als buiten het Natura 2000-gebied "Veluwe" plaats. Buiten dit natuurgebied - op de hoek van de Harderwijkerweg en de Fazantlaan - zal een parkeerterrein met 105 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Binnen het natuurgebied zal het bestaande kampeerterrein met ongeveer 3 hectare worden uitgebreid in zuidoostelijke richting, waardoor 70 nieuwe kampeerplaatsen ontstaan. Onder meer om uitbreiding van deze camping mogelijk te maken is - naast de voorliggende Nbw-vergunning - ook een nieuw bestemmingsplan, te weten "Tonselse Veld" vastgesteld. [appellant A] en anderen wonen dan wel zijn gevestigd in de omgeving van [camping].

Ontvankelijkheid

2. De Afdeling stelt vast dat [appellant B], [appellante C], [appellant D], [appellant E], [appellant F], [appellant G], [appellant H], [appellante I], [appellant J] en [appellante K] op een afstand die varieert van meer dan 300 meter tot ongeveer 700 meter van de uitbreidingslocatie van [camping] wonen. Niet is gebleken dat zij vanaf hun percelen daar zicht op hebben. Mede gelet op de aard en omvang van de activiteiten die de verleende vergunning mogelijk maakt, is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts hebben zij geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hen rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt.

De conclusie is dat [appellant B], [appellante C], [appellant D], [appellant E], [appellant F], [appellant G], [appellant H], [appellante I], [appellant J] en [appellante K] geen belanghebbende zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en dat zij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kunnen instellen.

Het beroep van [appellant A] en anderen, voor zover dat is ingesteld door [appellant B], [appellante C], [appellant D], [appellant E], [appellant F], [appellant G], [appellant H], [appellante I], [appellant J] en [appellante K], is niet-ontvankelijk.

Toepasselijk recht

3. Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) in werking getreden en is de Nbw 1998 ingetrokken. Omdat het bestreden besluit is genomen voor 1 januari 2017 volgt uit artikel 9.10 van de Wnb dat dit geschil moet worden beoordeeld aan de hand van het voor die datum geldende recht.

Ingetrokken beroepsgronden

4. Ter zitting hebben [appellant A] en anderen hun beroepsgronden met betrekking tot de herbegrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (thans: Gelders Natuurnetwerk) en het doen van meer veldonderzoek naar het leefgebied van de zwarte specht en wespendief ingetrokken.

Aanvraag

5. [appellant A] en anderen betogen dat de aanvraag onvoldoende inzicht biedt in de aangevraagde activiteit. Hierbij wijzen zij erop dat in de aanvraag onder het kopje 'omschrijving van het project of handeling op hoofdlijnen' ten onrechte geen omschrijving van de aangevraagde activiteit is vermeld. Hierdoor is volgens [appellant A] en anderen niet begrijpelijk hoe het college zich op het standpunt kan stellen dat de vergunning in overeenstemming met de aanvraag is verleend.

5.1. De Afdeling overweegt dat het college er terecht op wijst dat de aanvraag bestaat uit het aanvraagformulier met de daarbij horende bijlagen en eventueel verzochte aanvullende gegevens. Tevens wijst het college met juistheid erop dat in het rapport 'Uitgebreide Voortoets bestemmingsplan Tonselse Veld te Ermelo' van 3 november 2015, opgesteld door Ecogroen, dat als bijlage bij het aanvraagformulier is gevoegd, wel een beschrijving van de aangevraagde activiteit is opgenomen. In het bestreden besluit is vermeld welke stukken zijn gebruikt voor de beoordeling van de aanvraag, waaronder het Ecogroen-rapport. Anders dan [appellant A] en anderen stellen, blijkt uit het aanvraagformulier en de stukken die daar onderdeel van uitmaken naar het oordeel van de Afdeling duidelijk voor welke activiteit een vergunning is aangevraagd. De Afdeling volgt [appellant A] en anderen dan ook niet in hun betoog dat het college niet heeft kunnen beoordelen of de vergunning in overeenstemming met de aanvraag kon worden verleend. Dit betoog faalt.

Passende beoordeling

Verlies leefgebied zwarte specht

6. [appellant A] en anderen betogen dat bij de verlening van de vergunning ten onrechte ervan is uitgegaan dat de populatie broedparen van de zwarte specht stabiel is en dat in de huidige situatie het aantal broedparen van de zwarte specht ongeveer even groot is als het aantal dat is vermeld in de instandhoudingsdoelstelling. Volgens [appellant A] en anderen blijkt uit gegevens van SOVON dat sprake is van een significante afname van het aantal broedparen. Daarbij is de trend van de omvang van de populatie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201602966/1/R1. Raad van State, 2017-04-05
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 5 april 2017
    ...Haeghehorst een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend die bij uitspraak van 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:847, in rechte onaantastbaar is geworden. De appellanten 2. [appellant sub 1] en anderen exploiteren op de percelen [locatie 1], [locatie 2......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 201602966/1/R1. Raad van State, 2017-04-05
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 5 april 2017
    ...Haeghehorst een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend die bij uitspraak van 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:847, in rechte onaantastbaar is geworden. De appellanten 2. [appellant sub 1] en anderen exploiteren op de percelen [locatie 1], [locatie 2......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT