Uitspraak Nº 201607367/1/V2. Raad van State, 2018-06-27

ECLIECLI:NL:RVS:2018:2085
Docket Number201607367/1/V2
Date27 Junio 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201607367/1/V2.

Datum uitspraak: 27 juni 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak de hoger beroepen van:

1. de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

2. [de vreemdeling],

appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 21 september 2016 in zaak nr. 16/15489 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 13 juli 2016 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 21 september 2016 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven en incidenteel hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris en de vreemdeling hebben, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaken ECLI:NL:RVS:2018:2084 en ECLI:NL:RVS:2018:2086 ter zitting behandeld op 6 februari 2018, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. R.A. Visser en mr. P.P. Zweedijk, en de vreemdeling, bijgestaan door mr. J.W.J. van den Broek, advocaat te Eindhoven, zijn verschenen.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over de vraag welk gewicht toekomt aan een advies van de Forensisch Medische Maatschappij Utrecht (hierna: de FMMU) en een rapport van het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (hierna: het iMMO) bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas van een vreemdeling. Daarmee heeft deze uitspraak ook betekenis voor andere zaken waarin een advies voorligt van de FMMU of een vreemdeling een rapport van het iMMO (hierna: een iMMO-rapport) heeft overgelegd.

De opvolgende aanvraag en het besluit

2. De vreemdeling heeft eerder een asielaanvraag ingediend. Ter beoordeling van die aanvraag heeft de staatssecretaris advies ingewonnen bij MediFirst. In een advies van 21 januari 2015 (hierna: het MediFirst-advies) heeft MediFirst geconcludeerd dat er geen medische beperkingen zijn die van invloed zijn op het horen. Het nader gehoor heeft vervolgens plaatsgevonden op 22 februari 2015. Bij besluit van 26 mei 2015 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag afgewezen omdat hij ongeloofwaardig achtte dat de vreemdeling homoseksueel is en in verband daarmee in zijn land van herkomst, Nigeria, problemen heeft ondervonden. Hieraan heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd dat de vreemdeling vaag en tegenstrijdig heeft verklaard over de wijze waarop hij zich bewust werd van zijn homoseksuele gerichtheid en hoe hij deze heeft geaccepteerd. Verder heeft de staatssecretaris de vreemdeling tegengeworpen dat hij summier en bevreemdingwekkend heeft verklaard over zijn gestelde homoseksuele partners, te weten [persoon 1] en [persoon 2], en dat hij weinig kan verklaren over de positie van homoseksuelen in Nigeria en Nederland. De staatssecretaris heeft de vreemdeling verder tegengeworpen dat bevreemdingwekkend is dat hij en [persoon 1] zoveel risico namen toen zij door buurtbewoners werden betrapt en dat bevreemdingwekkend is dat de vreemdeling toen niet is opgepakt terwijl de buurtbewoners wisten dat de vreemdeling homoseksueel was. De staatssecretaris heeft de vreemdeling verder tegengeworpen dat uit door hem verricht onderzoek is gebleken dat hem een visum is verstrekt om in Nederland een Airport Security Training te volgen in de periode tussen 2 en 5 september 2014, wat niet strookt met de door de vreemdeling afgelegde verklaring over de datum en wijze waarop hij Nigeria heeft verlaten, aldus de staatssecretaris. De afwijzing van 26 mei 2015 staat in rechte vast.

Aan onderhavige - opvolgende - aanvraag heeft de vreemdeling ten grondslag gelegd dat hij tijdens de eerste procedure niet heeft verteld dat hij in Nigeria van 2006 tot 2010 een homoseksuele relatie heeft gehad met zijn vriend genaamd [persoon 3], dat hij op 15 november 2010 is betrapt toen hij seksuele handelingen met hem verrichtte en dat hij vervolgens is mishandeld, waarbij onder meer zijn pink zwaar is beschadigd. Hij stelt dat hij hierover niet eerder heeft kunnen verklaren omdat hij tegenover [persoon 3] een eed heeft afgelegd, die inhield dat hij nimmer over hun relatie zou spreken. Hangende beroep heeft de vreemdeling verder een iMMO-rapport overgelegd van 28 juli 2016. Daarin staat dat de vreemdeling ten tijde van de vorige procedure kampte met medische problematiek die destijds zeker heeft geïnterfereerd met zijn vermogen om compleet, coherent en consistent te verklaren. Verder staat daarin dat de door de vreemdeling afgelegde eed hem zeker heeft belemmerd om tijdens de eerste procedure te verklaren over zijn homoseksuele relatie met [persoon 3] en de daaruit voorvloeiende problemen. Het iMMO-rapport vormt verder medisch steunbewijs voor zijn asielrelaas, nu het iMMO daarin ook heeft geconcludeerd dat zijn medische toestand typerend is voor dan wel consistent is met het door hem gestelde relaas, aldus de vreemdeling.

De staatssecretaris heeft deze opvolgende aanvraag krachtens artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de staatssecretaris vormt het iMMO-rapport geen reden om niet langer van de door de vreemdeling tijdens de eerste procedure afgelegde verklaringen uit te gaan, en is het asielrelaas van de vreemdeling daarom nog immer ongeloofwaardig, zodat geen aanleiding bestaat voor het doen van verder medisch onderzoek.

Aangevallen uitspraak

3. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris bij zijn beoordeling ten onrechte heeft vastgehouden aan de door de vreemdeling ten tijde van de eerste procedure afgelegde verklaringen. Het iMMO-rapport vormt immers een aanknopingspunt voor de juistheid van de stelling van de vreemdeling dat hij ten tijde van de eerste procedure niet in staat was coherent te verklaren. Dat dit rapport is opgesteld na het nader gehoor uit de eerdere procedure betekent, anders dan de staatssecretaris stelt, niet dat meer gewicht toekomt aan het MediFirst-advies, dat vóór dat nader gehoor is opgesteld. Het iMMO-rapport is immers gebaseerd op het medisch dossier van de vreemdeling met betrekking tot de periode waarin het gehoor in de eerste procedure plaatsvond, aldus de rechtbank.

In het hoger beroep van de staatssecretaris

4. Wat de staatssecretaris in de eerste grief aanvoert kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000, met dat oordeel volstaan.

5. In de tweede grief klaagt de staatssecretaris, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 28 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1783, dat de rechtbank niet heeft onderkend dat hij zich bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas terecht heeft gebaseerd op de verklaringen die de vreemdeling heeft afgelegd tijdens het nader gehoor dat is afgenomen tijdens de eerdere procedure. Hij voert hiertoe aan dat het MediFirst-advies en het nadien uitgebrachte advies van de FMMU, zijn opgesteld conform het Protocol Medisch advies Horen en Beslissen (hierna: het Protocol) en dat daarin is geconcludeerd dat de vreemdeling kan worden gehoord. Het rapport van nader gehoor bevat verder geen aanwijzingen dat de vreemdeling niet in staat is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
44 temas prácticos
  • Uitspraak Nº NL17.4783. Rechtbank Den Haag, 2018-08-21
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 21 Agosto 2018
    ...november 2014 (201405502/1/V3). 2 instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek 3 Vreemdelingenwet 2000 4 ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086 5 Algemene wet bestuursrecht ...
  • Uitspraak Nº NL20.12015. Rechtbank Den Haag, 2020-08-24
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 24 Agosto 2020
    ...Nederland. 5 Vreemdelingenwet 2000. 6 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 7 Vindplaatsen ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086. 8 Forensisch Medische Maatschappij Utrecht. 9 Voornemen 23 juli 2015, pagina 2: “Het asielrelaas van betrokkene bev......
  • Uitspraak Nº 201806573/1/V1. Raad van State, 2018-12-03
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 3 Diciembre 2018
    ...het besluit van 14 augustus 2016 toegelicht door te wijzen op de uitspraken van de Afdeling van 28 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086. Hij heeft op 4 juli 2018 op de zitting bij de rechtbank toegelicht dat hij, voordat hij een nieuw besluit op d......
  • Uitspraak Nº NL19.19882. Rechtbank Den Haag, 2019-10-24
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 24 Octubre 2019
    ...beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak. 1 ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086 2 Uitspraken van 21 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4295 en van 28 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:662 ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
44 sentencias
  • Uitspraak Nº NL17.4783. Rechtbank Den Haag, 2018-08-21
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 21 Agosto 2018
    ...november 2014 (201405502/1/V3). 2 instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek 3 Vreemdelingenwet 2000 4 ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086 5 Algemene wet bestuursrecht ...
  • Uitspraak Nº NL20.12015. Rechtbank Den Haag, 2020-08-24
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 24 Agosto 2020
    ...Nederland. 5 Vreemdelingenwet 2000. 6 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 7 Vindplaatsen ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086. 8 Forensisch Medische Maatschappij Utrecht. 9 Voornemen 23 juli 2015, pagina 2: “Het asielrelaas van betrokkene bev......
  • Uitspraak Nº 201806573/1/V1. Raad van State, 2018-12-03
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 3 Diciembre 2018
    ...het besluit van 14 augustus 2016 toegelicht door te wijzen op de uitspraken van de Afdeling van 28 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086. Hij heeft op 4 juli 2018 op de zitting bij de rechtbank toegelicht dat hij, voordat hij een nieuw besluit op d......
  • Uitspraak Nº NL19.19882. Rechtbank Den Haag, 2019-10-24
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 24 Octubre 2019
    ...beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak. 1 ECLI:NL:RVS:2018:2084, ECLI:NL:RVS:2018:2085 en ECLI:NL:RVS:2018:2086 2 Uitspraken van 21 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4295 en van 28 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:662 ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT