Uitspraak Nº 201609974/2/R3. Raad van State, 2017-03-15

ECLIECLI:NL:RVS:2017:717
Date15 Marzo 2017
Docket Number201609974/2/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201609974/2/R3.

Datum uitspraak: 15 maart 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:

1. Raedthuys Windenergie B.V., gevestigd te Enschede, en anderen,

2. de minister van Economische Zaken,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Aa en Hunze,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben onder meer Raedthuys Windenergie en anderen en de minister beroep ingesteld.

Raedthuys Windenergie en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft de minister de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 28 februari 2017, waar Raedthuys Windenergie en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. A. ten Veen, advocaat te Amsterdam, de minister, vertegenwoordigd door mr. K.M. van Leeuwen-Gerkema, mr. W.S. Geelhoed en ing. A.M. Bruin, en de raad, vertegenwoordigd door P. Woudstra, mr. E.A.A. van Dam en P. van der Veen, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2. Op een aantal gronden in het plangebied is de realisering van 16 windturbines met andere voorzieningen, zoals kabels, wegen, opstelplaatsen en inkoopstations, voorzien die deel uitmaken van het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer. Raedthuys Windenergie en anderen zijn initiatiefnemers van dit windpark. Om het windpark mogelijk te maken heeft de minister samen met de minister van Infrastructuur en Milieu op 22 september 2016 het rijksinpassingsplan "Windpark De Drentse Monden en Oostermoer" (hierna: rijksinpassingsplan) vastgesteld. In het thans aan de orde zijnde bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Aa en Hunze is geen planologische regeling opgenomen om deze 16 windturbines met genoemde voorzieningen te kunnen realiseren. Hierdoor kunnen volgens de minister en Raedthuys Windenergie en anderen de benodigde vergunningen om met de werkzaamheden voor het windpark te kunnen beginnen niet worden verleend. Zij voeren aan er belang bij te hebben dat deze vergunningen tijdig kunnen worden verleend in verband met de financiering van het windpark en het behalen van de afgesproken doelstellingen op het gebied van duurzame energie. Voor de raad is het van belang dat het plan in werking treedt in verband met lopende bouwaanvragen. Volgens de raad staat het plan niet in de weg aan het realiseren van de windturbines en is het niet nodig een voorlopige voorziening te treffen.

3. Tussen partijen is in geschil of het bestreden besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied" in de weg staat aan realisering van dit windpark en om die reden in zoverre geschorst zou moeten worden.

4. De wettelijke bepalingen en relevante planregels die ten grondslag liggen aan de hierna volgende rechtsoverwegingen, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

5. Voor zover is verzocht om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de bodemprocedure overweegt de voorzieningenrechter dat op grond van het tweede lid van artikel 8:86 van de Awb slechts toepassing aan het eerste lid kan worden gegeven indien partijen daarvoor toestemming hebben gegeven. De raad heeft in zijn verweerschrift te kennen gegeven daarmee niet te kunnen instemmen, zodat reeds daarom het verzoek om onmiddellijk uitspraak te doen in de bodemprocedure wordt afgewezen.

Het verzoek van de minister

6. De minister heeft geen zienswijze over het ontwerpplan naar voren gebracht. Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan door een belanghebbende geen beroep worden ingesteld tegen onderdelen van het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarover hij tegen het ontwerpplan geen zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten.

6.1. De minister heeft naar voren gebracht dat hij redelijkerwijs ervan mocht uitgaan dat het bestemmingsplan eerder vastgesteld zou worden dan het rijksinpassingsplan, zodat hem niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan naar voren heeft gebracht. Hij verwijst daarbij allereerst naar artikel 3.8, eerste lid, onder e, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) waarin staat dat de gemeenteraad binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging beslist omtrent vaststelling van het bestemmingsplan. Volgens de minister was de verwachting dat het rijksinpassingsplan het bestemmingsplan zou overschrijven, zodat het bestemmingsplan niet in de weg zou staan aan realisering van het windpark. Dat dit het uitganspunt was volgt volgens de minister ook uit de "Reactienota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan buitengebied Aa en Hunze" bij het bestemmingsplan. Volgens de minister is de raad ambtelijk op de hoogte gesteld van de vaststelling van het rijksinpassingsplan en was de raad op grond van artikel 3.28, vijfde lid, van de Wro niet bevoegd het bestemmingsplan vast te stellen voor de gronden die in het rijksinpassingsplan zijn vervat, zodat ook in zoverre niet de verwachting was dat de raad na vaststelling van het rijksinpassingsplan het bestemmingsplan zou vaststellen.

6.2. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 7 januari 2016 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode was er nog geen ontwerprijksinpassingsplan ter inzage gelegd. Dit is gebeurd op 4 maart 2016. In het ontwerpbestemmingsplan kon nog geen rekening worden gehouden met het beoogde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201609974/1/R3. Raad van State, 2018-05-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 Mayo 2018
    ...De beroepen Het beroep van de minister 3. Zoals reeds is overwogen in de uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:717, waar de Afdeling naar verwijst, heeft de minister geen zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan naar voren gebracht. Op grond van artikel......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº 201609974/1/R3. Raad van State, 2018-05-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 Mayo 2018
    ...De beroepen Het beroep van de minister 3. Zoals reeds is overwogen in de uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:717, waar de Afdeling naar verwijst, heeft de minister geen zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan naar voren gebracht. Op grond van artikel......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT