Uitspraak Nº 201700481/1/A2. Raad van State, 2018-03-21

ECLIECLI:NL:RVS:2018:972
Docket Number201700481/1/A2
Date21 Marzo 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201700481/1/A2.

Datum uitspraak: 21 maart 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], gevestigd te Baarlo, gemeente Peel en Maas,

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 5 december 2016 in zaak nr. 11/795 in het geding tussen:

[appellante]

en

de raad van de gemeente Peel en Maas, rechtsopvolger van de raad van de voormalige gemeente Maasbree, (hierna: de raad).

Procesverloop

Bij besluit van 7 juli 2009 heeft de raad van de voormalige gemeente Maasbree een verzoek van [appellante] om vergoeding van planschade op de voet van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) afgewezen.

Bij besluit van 26 april 2011 heeft de raad het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond verklaard en het besluit van 7 juli 2009 gehandhaafd.

Bij uitspraak van 5 december 2016 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

De raad heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellante] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 februari 2018, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. N.M.C.H. Crooijmans, advocaat te Deurne en de raad, vertegenwoordigd door drs. A.P. Langerak, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Bij besluit van 13 maart 2001 heeft de raad van de voormalige gemeente Maasbree het bestemmingsplan "Implementatieherziening Ruimte voor de rivier" vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan is bij besluit van 19 maart 2002 door het college van gedeputeerde staten van Limburg goedgekeurd en op 23 mei 2002 in werking getreden. Met het bestemmingsplan wordt beoogd vijf bestemmingsplannen voor zover gelegen binnen de begrenzing van het winterbed van de Maas aan te vullen met een regeling die is gericht op duurzame hoogwaterbescherming. Daartoe voorziet het plan in een toetsingskader om te beoordelen of activiteiten dan wel ingrepen kunnen plaatsvinden in het winterbed van de Maas en zo ja, onder welke voorwaarden. Met deze regeling wordt aangesloten bij het rijks- en provinciale beleid neergelegd in de "Beleidslijn Ruimte voor de Rivier" (hierna ook: de Beleidslijn) en de provinciale circulaire "Bouwen langs de Maas".

2. [appellante] is op 1 april 1987 eigenaar geworden van 31 kadastrale percelen, op 30 april 1997 van 1 kadastraal perceel en op 16 maart 1999 van 6 kadastrale percelen, alle gelegen in de voormalige gemeente Maasbree (hierna: de percelen). [appellante] exploiteert op de percelen enkele agrarische bedrijven. Zij heeft bij brief van 28 mei 2001 verzocht om vergoeding van planschade ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan, omdat dat plan de bouwmogelijkheden op de percelen vermindert, hetgeen volgens haar de ontwikkelingsmogelijkheden van haar agrarische bedrijven beperkt, waardoor zij schade lijdt. [appellante] heeft het verzoek om planschadevergoeding nader toegelicht bij brief van 15 februari 2005. Daarbij heeft zij een door makelaar J.A.H.N. Adams opgesteld rapport van 29 december 2004 overgelegd. In dat rapport is de gestelde schade geschat op een bedrag van € 765.000,00.

3. De raad heeft aan het besluit van 7 juli 2009 een door de Schadecommissie Beleidslijn "Ruimte voor de Rivier" (hierna: de schadecommissie) opgesteld advies van 2 april 2009 ten grondslag gelegd. In het advies van de schadecommissie is vermeld dat in deze zaak het nieuwe...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201705108/1/A2. Raad van State, 2018-09-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 september 2018
    ...de maximale bebouwingsoppervlakte bij een bestemmingsplanwijziging zou afnemen. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:972) valt af te leiden dat de Beleidslijn directe werking had. Op grond van de in de Beleidslijn opgenomen overgangsregeling was eenmalige uit......
  • Uitspraak Nº 202002886/1/A2. Raad van State, 2022-03-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 maart 2022
    ...2016 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep van [bedrijf B] ongegrond verklaard. 9. Bij uitspraak van 21 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:972) heeft de Afdeling bevestigd dat de door [bedrijf B] gestelde waardedaling van de onbebouwde gronden geen gevolg is van het bestemmingsplan. ......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 712. Rechtbank Limburg, 2020-04-01
    • Nederland
    • 1 april 2020
    ...eiseressen daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 maart 2018 heeft de Afdeling deze uitspraak bevestigd (ECLI:NL:RVS:2018:972). Deze afwijzing staat zodoende in rechte vast. Bij brief van 4 april 2018 hebben eiseressen vervolgens verweerder verzocht alsnog een ......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº 201705108/1/A2. Raad van State, 2018-09-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 september 2018
    ...de maximale bebouwingsoppervlakte bij een bestemmingsplanwijziging zou afnemen. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:972) valt af te leiden dat de Beleidslijn directe werking had. Op grond van de in de Beleidslijn opgenomen overgangsregeling was eenmalige uit......
  • Uitspraak Nº 202002886/1/A2. Raad van State, 2022-03-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 maart 2022
    ...2016 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep van [bedrijf B] ongegrond verklaard. 9. Bij uitspraak van 21 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:972) heeft de Afdeling bevestigd dat de door [bedrijf B] gestelde waardedaling van de onbebouwde gronden geen gevolg is van het bestemmingsplan. ......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 712. Rechtbank Limburg, 2020-04-01
    • Nederland
    • 1 april 2020
    ...eiseressen daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 21 maart 2018 heeft de Afdeling deze uitspraak bevestigd (ECLI:NL:RVS:2018:972). Deze afwijzing staat zodoende in rechte vast. Bij brief van 4 april 2018 hebben eiseressen vervolgens verweerder verzocht alsnog een ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT