Uitspraak Nº 201706648/1/R3. Raad van State, 2018-08-08

ECLIECLI:NL:RVS:2018:2674
Date08 Agosto 2018
Docket Number201706648/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201706648/1/R3.

Datum uitspraak: 8 augustus 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A], wonend te [woonplaats], en anderen,

en

de raad van de gemeente Deventer,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 juni 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Parkeerterrein de Worp" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant A] en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant A] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

Buiten bezwaren van partijen zijn ter zitting nog stukken overgelegd.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 mei 2018, waar [appellant A] en anderen, vertegenwoordigd door mr. drs. I.E. Nauta, advocaat te Deventer, en de raad, vertegenwoordigd door mr T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

2. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een parkeerterrein op een deel van de Melksterweide aan de Worp mogelijk. Op de gronden met de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" is ruimte voor de aanleg van 222 vaste parkeerplaatsen en ongeveer 105 incidentele parkeerplaatsen. [appellant A] en anderen wonen in de omgeving van het voorziene parkeerterrein. Zij vrezen gevolgen van de aanleg van het parkeerterrein.

Ontvankelijkheid

3. [appellante B] en [appellant C], die het beroep mede hebben ingesteld, wonen op een afstand van meer dan 130 meter van het plangebied. Niet is gebleken dat zij vanaf hun percelen daar zicht op hebben. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die binnen het plangebied mogelijk worden gemaakt, is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen.

Voorts hebben [appellante B] en [appellant C] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hen rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Dat zij de route door het bij de Melksterweide gelegen Worpplantsoen naar Deventer wandelen of fietsen, leidt niet tot het oordeel dat zij persoonlijk door het besluit worden geraakt.

De conclusie is dat [appellante B] en [appellant C] geen belanghebbende zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en dat zij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kunnen instellen.

Het beroep is niet-ontvankelijk, voor zover het is ingesteld door [appellante B] en [appellant C].

Artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: het Bro)

4. [appellant A] en anderen voeren aan dat niet door middel van actuele, concrete gegevens is aangetoond dat het plan voorziet in een actuele regionale behoefte als bedoeld in artikel 3.1.6 van het Bro. Dit terwijl er volgens de Parkeermonitor 2016 restcapaciteit is in de binnenstad, die over de hele binnenstad verdeeld is. Evenmin is volgens hen onderbouwd dat bezoekers alleen op de Melksterweide hun auto op een redelijke afstand van het centrum kunnen parkeren. Ook betogen zij dat niet is gebleken dat het centrum nieuwe functies krijgt die het aanleggen van nieuwe parkeerplaatsen nodig maken. Zij stellen dat het aantal parkeerplaatsen dat op de Melksterweide gerealiseerd zou moeten worden, niet is onderbouwd. Volgens hen is niet onderzocht wat het effect van betaald parkeren is op de parkeerdruk in de wijk De Worp. Zij stellen dat het parkeerterrein geen oplossing biedt voor de parkeerdruk in De Worp, omdat het te ver van deze wijk ligt. Zij stellen dat, voor zover al sprake is van een behoefte, die incidenteel is tijdens evenementen en op zaterdagmiddag. Voorts is niet deugdelijk gemotiveerd of de behoefte niet in bestaand stedelijk gebied, bijvoorbeeld in het Sluiskwartier, of bij de bowlingbaan, zou kunnen worden opgevangen.

4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling. De raad verwijst naar de uitspraak van de Afdeling van 5 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:943, onder 13.4. Volgens de raad is sprake van een parkeerterrein ten behoeve van een bestaande voorziening.

De raad stelt voorts dat hij in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat het parkeerterrein voorziet in een behoefte. Hierover voert de raad aan dat de parkeerdruk in het zuidelijk deel van de binnenstad zo hoog is dat daar een parkeerprobleem is. Daarbij komt, zo voert de raad aan, dat parkeerplekken op het Grote Kerkhof zullen verdwijnen, omdat dit autovrij wordt. Voorts zullen volgens de raad in het Sluiskwartier minder parkeerplaatsen worden aangelegd dan eerst voorzien. De raad betoogt dat door de aantrekkende economie en functietoevoegingen in de binnenstad het parkeertekort verder zal toenemen. De raad stelt dat daarbij van belang is dat volgens de bouwverordening bij bouwontwikkelingen in de binnenstad parkeergelegenheid op eigen terrein uitgangspunt is, maar ook een bedrag kan worden gestort in de gemeentelijke reserve parkeren. De raad wil zoekverkeer voorkomen en voorziet daarom in parkeergelegenheid aan de randen van de binnenstad. De raad stelt dat de Melksterweide in de gemeentelijke beleidsregels parkeren bestemmingsplannen Deventer is voorzien als parkeerterrein. De raad geeft daarbij aan dat de Melksterweide nu al wordt gebruikt tijdens evenementen. Locaties in de binnenstad zijn volgens de raad niet geschikt omdat de raad de aanleg van parkeerplaatsen daar ongewenst acht. De raad voert voorts aan dat ook in het Worpplantsoen ontwikkelingen plaatsvinden die een parkeervraag genereren en dat de parkeersituatie in de wijk De Hoven is verslechterd.

Alternatieve locaties zijn niet beschikbaar omdat de raad het Grote Kerkhof autovrij wil maken en de parkeerdruk evenwichtiger over de binnenstad wil verdelen door parkeerplaatsen naar de randen van de stad te verplaatsen, aldus de raad. Het zou in strijd met dit beleid zijn om parkeerplaatsen in de stad toe te voegen.

4.2. Artikel 1.1.1, aanhef en onder i, van het Bro luidt: "In dit besluit en de hierop berustende bepalingen wordt verstaan onder: stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen."

Artikel 3.1.6, tweede lid, luidde ten tijde van het bestreden besluit als volgt: "De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden:

a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;

b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en;

c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld."

4.3. Met artikel 3.1.6...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT