Uitspraak Nº 201706937/1/A1. Raad van State, 2019-05-29

ECLIECLI:NL:RVS:2019:1737
Docket Number201706937/1/A1
Date29 Mayo 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201706937/1/A1.

Datum uitspraak: 29 mei 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Stichting Afvaloven Nee (hierna: SAN), gevestigd te Wijnaldum, gemeente Harlingen,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 juli 2017 in zaak nr. 16/5044 in het geding tussen:

SAN

en

het college van gedeputeerde staten van Fryslân.

Procesverloop

Bij besluit van 7 juni 2016 heeft het college het verzoek van SAN om handhavend op te treden tegen de Reststoffen Energie Centrale (hierna: de REC) te Harlingen wegens overtreding van de jaargemiddelde emissiegrenswaarde van zoutzuur, afgewezen.

Bij besluit van 22 november 2016 heeft het college het door SAN daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 14 juli 2017 heeft de rechtbank het door SAN daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft SAN hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 juni 2018, waar SAN, vertegenwoordigd door mr. H.A. Sarolea, advocaat te Amsterdam, vergezeld door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door ing. R.A. Dirksma en H. Stapert, zijn verschenen.

Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend. Zij heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: de StAB) benoemd tot deskundige voor het instellen van een onderzoek.

SAN en het college hebben nadere stukken ingediend.

De StAB heeft een deskundigenbericht uitgebracht. SAN, het college en REC B.V. hebben daarover zienswijzen naar voren gebracht.

De StAB heeft desgevraagd gereageerd op de naar voren gebrachte zienswijzen.

SAN heeft een nader stuk ingediend.

SAN en het college hebben toestemming gegeven voor het achterwege laten van een tweede zitting. REC B.V heeft niet binnen de door de Afdeling gestelde termijn verklaard dat zij gebruik wil maken van het recht ter zitting te worden gehoord. De Afdeling heeft bepaald dat een nadere behandeling van de zitting achterwege blijft en het onderzoek vervolgens gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1. De REC is een afvalverbrandingsinstallatie voor de verbranding van niet-gevaarlijke brandbare afvalstoffen. De installatie bevindt zich aan de Lange Lijnbaan 14 te Harlingen, op het industrieterrein "Industriehaven".

Op 5 oktober 2010 is krachtens de Wet milieubeheer vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van de inrichting. In vergunningvoorschrift 4.2.4 is bepaald dat de verbrandingsinstallatie van de inrichting moet voldoen aan de jaargemiddelde emissiewaarde van HCl (zoutzuur) van ≤ 5 mg/Nm3. Niet in geschil is dat het automatische meetsysteem (AMS) van de REC over het jaar 2014 een jaargemiddelde emissiewaarde van zoutzuur heeft berekend van 7,48 mg/Nm3.

2. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 7 juni 2016 heeft het college het verzoek van SAN om handhavend op te treden tegen overtreding van vergunningvoorschrift 4.2.4 afgewezen. Volgens het college is het niet bevoegd om handhavend op te treden, omdat de jaargemiddelde emissiewaarde van zoutzuur over 2014, na aftrek van het betrouwbaarheidsinterval van 4 mg/Nm3, voldoet aan de grenswaarde van vergunningvoorschrift 4.2.4.

De rechtbank is tot dezelfde conclusie gekomen.

3. Het geschil in deze zaak gaat over de vraag wat de waarde is van het betrouwbaarheidsinterval dat van de gemeten emissiewaarde van zoutzuur mag worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº LEE 19-3025 en 19-3026. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-11-06
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Nederland (Neederland)
    • 6 November 2019
    ...sub 1.a. hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS). Bij uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1737) heeft de AbRvS het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van 14 juli 2017 van de rechtbank vernietigd, het besluit op bezwaar van 2......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº LEE 19-3025 en 19-3026. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-11-06
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Nederland (Neederland)
    • 6 November 2019
    ...sub 1.a. hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS). Bij uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1737) heeft de AbRvS het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van 14 juli 2017 van de rechtbank vernietigd, het besluit op bezwaar van 2......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT