Uitspraak Nº 201800461/1/R3. Raad van State, 2019-04-24

ECLIECLI:NL:RVS:2019:1362
Date24 Abril 2019
Docket Number201800461/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201800461/1/R3.

Datum uitspraak: 24 april 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], wonend te Haaksbergen,

2. [appellant sub 2], wonend te Haaksbergen,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Haaksbergen,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 1 november 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening Veegplan 1" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[eigenaar van de camping] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 maart 2019, waar [appellant sub 2], [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door J.A. Janssen, zijn verschenen.

Overwegingen

Toetsingskader

1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Het plan

2. Het plan bevat op enkele punten een aanpassing van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" zoals dat is vastgesteld bij besluit van 2 juli 2013 en zoals aan de orde was in de uitspraak van de Afdeling van 22 april 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1261.

Het beroep van [appellant sub 2]

3. [appellant sub 2] woont aan de [locatie A]. Dit perceel grenst aan het perceel [locatie B]. Hij richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Wonen" voor zijn perceel [locatie A], voor zover aan een gedeelte daarvan de functieaanduiding "wonen uitgesloten" is toegekend.

3.1. De raad stelt dat het plandeel met de bestemming "Wonen" en de functieaanduiding "wonen uitgesloten" is opgenomen om de berging/carport op het perceel als zodanig te bestemmen en om voldoende afstand te behouden tussen het hoveniersbedrijf aan de [locatie B] en de woning van [appellant sub 2]. Hij acht het uit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk om ter plaatse een woning te realiseren.

3.2. Op de verbeelding is aan het perceel [locatie A] de bestemming "Wonen" toegekend. Ter plaatse van de berging/carport en aan een strook van 10 m grenzend aan het perceel [locatie B] is de functieaanduiding "wonen uitgesloten" toegekend.

Artikel 31, lid 31.1, aanhef en onder a, van de planregels luidt: "De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:

1. ter plaatse van de aanduiding woning uitgesloten geen woonhuis is toegestaan;

[…]."

3.3. De Afdeling is van oordeel dat de raad de functieaanduiding "wonen uitgesloten" in redelijkheid heeft kunnen toekennen aan een gedeelte van het perceel van [appellant sub 2]. Daarbij is van belang dat de raad daarmee heeft beoogd om op de gronden met de bestemming "Wonen" die binnen de zone van 10 m tot het perceel [locatie B] zijn gesitueerd, het oprichten van milieugevoelige gebouwen uit te sluiten. Verder is van belang dat [appellant sub 2] ter zitting desgevraagd heeft verklaard dat hij geen wens heeft om te gaan wonen op het perceelsgedeelte met de aanduiding "wonen uitgesloten".

Het betoog faalt.

4. [appellant sub 2] richt zich voorts tegen het plandeel met de bestemming "Wonen" voor zijn perceel, voor zover op de verbeelding niet is aangegeven dat twee wooneenheden zijn toegestaan. Hij wijst erop dat dit wel was aangegeven in het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" van 2 juli 2013.

4.1. Artikel 31, lid 31.2, van de planregels luidt: "Op de voor ‘Wonen’ aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd."

Lid 31.2.1, luidt: "Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

[…];

f. ter plaatse van de aanduiding maximum aantal wooneenheden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT