Uitspraak Nº 201801643/2/R1. Raad van State, 2019-12-24

ECLIECLI:NL:RVS:2019:4426
Docket Number201801643/2/R1
Date24 Diciembre 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201801643/2/R1.

Datum uitspraak: 24 december 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellante A], gevestigd te Nieuwe Niedorp, en [appellant B] en [appellant C], beiden wonend te Nieuwe Niedorp, gemeente Hollands Kroon (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]),

en

de raad van de gemeente Hollands Kroon,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 1 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1431, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen twintig weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 30 november 2017, waarbij de raad het bestemmingsplan "Paadje 12 te Nieuwe Niedorp 2017" heeft vastgesteld, te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij beschikking van 17 juli 2019 heeft de Afdeling de bij haar tussenuitspraak bepaalde termijn verlengd tot 30 oktober 2019.

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld teneinde de gebreken die in de tussenuitspraak zijn geconstateerd te herstellen.

Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [appellant] en Camping Het Witte Hek een zienswijze naar voren gebracht.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Het besluit van 30 november 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Paadje 12 te Nieuwe Niedorp 2017"

Inleiding

1. Het bij besluit van 30 november 2017 vastgestelde plan voorziet onder meer in de legalisering van bestaande vaste kampeermiddelen, zoals chalets en vakantiewoningen, ter plaatse van Camping Het Witte Hek.

[appellant] exploiteert een melkrundveehouderij in de directe nabijheid van het plangebied ter plaatse van [locatie] te Nieuwe Niedorp.

Overwegingen uit de tussenuitspraak

2. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat, hoewel het plan niet voorziet in de realisatie van geurgevoelige objecten in de zin van de Wet geurhinder en veehouderij, er niet zonder meer van kan worden uitgegaan dat ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gegarandeerd. Naar het oordeel van de Afdeling in de tussenuitspraak heeft de raad niet afdoende inzichtelijk gemaakt dat ter plaatse van het recreatieterrein ten aanzien van het aspect geur een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.

Verder heeft de Afdeling in de tussenuitspraak overwogen dat ook wat betreft het aspect geluid aan het besluit een zorgvuldigheidsgebrek en motiveringsgebrek...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT