Uitspraak Nº 201903396/1/A3. Raad van State, 2019-11-06

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3755
Docket Number201903396/1/A3
Date06 Noviembre 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201903396/1/A3.

Datum uitspraak: 6 november 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 19 maart 2019 in zaak

nr. 17/1046 in het geding tussen:

[appellant]

en

de raad van de gemeente Nederweert.

Procesverloop

Bij besluit van 14 maart 2017 heeft de raad verzoeken van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) en de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp) afgewezen.

[appellant] heeft rechtstreeks beroep ingesteld tegen het besluit van 14 maart 2017.

Bij tussenuitspraak van 15 oktober 2018 heeft de rechtbank de raad in de gelegenheid gesteld om een in het besluit van 14 maart 2017 geconstateerd gebrek te herstellen.

Bij besluit van 20 november 2018 heeft de raad, met inachtneming van de tussenuitspraak, opnieuw de verzoeken van [appellant] afgewezen en het besluit van 14 maart 2017 ingetrokken.

Bij uitspraak van 19 maart 2019 heeft de rechtbank het door [appellant] ingestelde rechtstreeks beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover het is gericht tegen het besluit van 14 maart 2017 en ongegrond verklaard voor zover het is gericht tegen het besluit van 20 november 2018. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De raad heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 september 2019, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.G. Kerkhof, advocaat te Den Bosch, en mr. M.H.P. Lucassen, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellant] is vanaf 1 maart 1978 werkzaam geweest bij de gemeente Nederweert als senior-beleidsmedewerker Milieu en handhavingscoördinator. In het jaar 2001 vond een wijziging plaats binnen de organisatie van de gemeente met het gevolg dat de beschrijving van zijn functie werd gewijzigd. In de nieuwe functieomschrijving kreeg [appellant] naast zijn bestuurlijk-juridische taak een technische taak. Het salarisniveau bleef ongewijzigd, maar het nieuwe functieniveau was lager. Dit was het begin van een diepgaand verschil van inzicht tussen [appellant] en het college waardoor talloze conflicten tussen hem en het college zijn ontstaan. In het jaar 2009 is hij ontslagen. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 2 augustus 2012, ECLI:NLCRVB:2012:BX3521, geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd was [appellant] op grond van ernstig en duurzaam verstoorde verhoudingen te ontslaan. Vervolgens is op 4 september 2012 in een besloten raadsvergadering gesproken over het ontslag.

[appellant] heeft bij brief van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº UTR 21/2778. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-09-05
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 5 september 2022
    ...2021, ECLI:NL:RVS:2021:525. 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 8 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1479en 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755. 5 Vgl. de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1743. ...
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 6886. Rechtbank Den Haag, 2020-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2020
    ...van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755) volgt dat artikel 25 van de Gemeentewet moet worden aangemerkt als een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding, welke als bijzon......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 6657. Rechtbank Den Haag, 2020-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2020
    ...van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755) volgt dat artikel 25 van de Gemeentewet moet worden aangemerkt als een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding, welke als bijzon......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº UTR 21/2778. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-09-05
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 5 september 2022
    ...2021, ECLI:NL:RVS:2021:525. 4 Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 8 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1479en 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755. 5 Vgl. de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1743. ...
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 6886. Rechtbank Den Haag, 2020-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2020
    ...van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755) volgt dat artikel 25 van de Gemeentewet moet worden aangemerkt als een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding, welke als bijzon......
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 6657. Rechtbank Den Haag, 2020-11-18
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 18 november 2020
    ...van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3755) volgt dat artikel 25 van de Gemeentewet moet worden aangemerkt als een uitputtende regeling inzake openbaarmaking en geheimhouding, welke als bijzon......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT