Uitspraak Nº 201903549/1/A3. Raad van State, 2020-04-01

ECLIECLI:NL:RVS:2020:939
Docket Number201903549/1/A3
Date01 Abril 2020

201903549/1/A3.

Datum uitspraak: 1 april 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Utrecht,

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 25 maart 2019 in zaak nr. 18/2436 in het geding tussen:

[appellant]

en

de burgemeester van Utrecht.

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2018 heeft de burgemeester geweigerd om [appellant] een exploitatievergunning te verlenen.

Bij besluit van 4 juni 2018 heeft de burgemeester het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 25 maart 2019 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft verzocht om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op een antecedentenlijst, een uittreksel van de Justitiële Informatiedienst en een bijlage bij een Bibob-advies, inhoudende dat alleen de Afdeling kennis mag nemen van die gegevens. De Afdeling heeft bij uitspraak van 4 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3686, geoordeeld dat toepassing van artikel 8:29 van de Awb alleen gerechtvaardigd is ten aanzien van de bijlage bij het Bibob-advies. [appellant] heeft de Afdeling toestemming verleend om mede op grondslag van die bijlage uitspraak te doen. De burgemeester heeft vervolgens de antecedentenlijst en het uittreksel aan de Afdeling toegezonden.

[appellant] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 februari 2020, waar [appellant], vertegenwoordigd door drs. C. van Oosten, rechtsbijstandverlener te Utrecht, en de burgemeester, vertegenwoordigd door R. Wiersma, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. [appellant] heeft op 19 mei 2017 bij de burgemeester een aanvraag gedaan tot verlening van een exploitatievergunning om een cafetaria op de [locatie] te Utrecht over te nemen. Om in aanmerking te komen voor een exploitatievergunning, mogen de in de aanvraag vermelde leidinggevenden op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Horecaverordening 2015 niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Voor die beoordeling heeft de burgemeester gegevens opgevraagd bij de politie en justitie. Uit die gegevens volgt dat [appellant] in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het besluit van 15 februari 2018 op 16 februari 2017 in Duitsland is veroordeeld tot betaling van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº LEE 20/1797. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-07-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Nederland (Neederland)
    • 2 Julio 2020
    ...en omstandigheden zijn dus ook niet beperkt in tijd’. 5.1. Verzoeker heeft gewezen op de uitspraak van de AbRS van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:939, en heeft betoogd dat er een bijzondere reden dient te zijn om verder dan vijf jaar terug te kijken. In dit geval doet zich een dergelijke bi......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº LEE 20/1797. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-07-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Nederland (Neederland)
    • 2 Julio 2020
    ...en omstandigheden zijn dus ook niet beperkt in tijd’. 5.1. Verzoeker heeft gewezen op de uitspraak van de AbRS van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:939, en heeft betoogd dat er een bijzondere reden dient te zijn om verder dan vijf jaar terug te kijken. In dit geval doet zich een dergelijke bi......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT