Uitspraak Nº 201906702/1/A2. Raad van State, 2020-06-17

ECLIECLI:NL:RVS:2020:1414
Docket Number201906702/1/A2
Date17 Junio 2020

201906702/1/A2.

Datum uitspraak: 17 juni 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 25 juli 2019 in zaken

nrs. 18/2524, 18/2525 en 18/2526 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

Procesverloop

Bij besluit van 11 mei 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag over 2016 voor [appellant] definitief berekend en vastgesteld op € 1.096,00.

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2017 voor [appellant] herzien naar nihil.

Bij besluit van 22 mei 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2018 voor [appellant] herzien naar nihil.

Bij afzonderlijke besluiten van 3 september 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de door [appellant] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 25 juli 2019 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Belastingdienst/Toeslagen heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 juni 2020, waar de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door drs. J.G.C. van de Werken en I.M. Genee, is verschenen.

Overwegingen

1. [appellant] heeft over het jaar 2016 tot en met 2018 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Daarna heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag over 2016 definitief berekend en vastgesteld op € 1.096,00 en de voorschotten over 2017 en 2018 gewijzigd vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft daarbij de te veel uitbetaalde voorschotten huurtoeslag teruggevorderd. Vanaf 1 juli 2016 huurde [appellant] een woning van zijn zoon. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan zijn besluitvorming ten grondslag gelegd dat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond de verschuldigde huur te hebben betaald. De overgelegde kwitanties zijn onvoldoende als bewijs van betaling. De kwitanties worden niet ondersteund door de overgelegde bankafschriften. De bedragen van de pinopnames op de bankafschriften corresponderen niet met het bedrag van de huur. Daarnaast corresponderen de data van de opnames niet met de data van de kwitanties, aldus de Belastingdienst/Toeslagen.

De rechtbank heeft de Belastingdienst/Toeslagen gevolgd in zijn standpunt en geoordeeld dat [appellant] niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
1 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 5509. Rechtbank Noord-Holland, 2020-10-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 2. Oktober 2020
    ...ECLI:NL:RVS:2016:2811, van 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3709, van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1304 en van 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1414). Voor deze procedure betekent dit dat op eiser de last rust aannemelijk te maken in hoeverre de door hem in de jaren 2018 en 2019 verschul......
1 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 5509. Rechtbank Noord-Holland, 2020-10-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 2. Oktober 2020
    ...ECLI:NL:RVS:2016:2811, van 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3709, van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1304 en van 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1414). Voor deze procedure betekent dit dat op eiser de last rust aannemelijk te maken in hoeverre de door hem in de jaren 2018 en 2019 verschul......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT