Uitspraak Nº 202005104/1/A3. Raad van State, 2022-02-09

ECLIECLI:NL:RVS:2022:400
Date09 Febrero 2022
Docket Number202005104/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

202005104/1/A3.

Datum uitspraak: 9 februari 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Zaandijk, gemeente Zaanstad,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 31 augustus 2020 in zaak nr. 19/5097 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad.

Procesverloop

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd.

Bij besluit van 7 oktober 2019 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 31 augustus 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 oktober 2021, waar [appellant], bijgestaan door mr. P.H. Visser, advocaat te Wormerveer, en het college, vertegenwoordigd door mr. F.P. Brouwer en M.M.G. van Elk, zijn verschenen.

Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek in de zaak heropend.

Bij besluit van 11 november 2021 heeft de burgemeester van Zaanstad, daartoe door de Afdeling in de gelegenheid gesteld, het besluit van het college van 7 oktober 2019 bekrachtigd.

[appellant] heeft een reactie ingediend.

[appellant] en de burgemeester hebben afgezien van de mogelijkheid van een tweede zitting. Vervolgens is het onderzoek weer gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.

2. In artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (hierna: de Apv) is het verbod opgenomen om op of aan de weg post te vatten met het kennelijke doel om drugs te verhandelen. In een bestuurlijke rapportage van de politie van 28 februari 2019 staat dat is geconstateerd dat [appellant] dit verbod heeft overtreden op 22 februari 2019 in het Burgemeester In ‘t Veldpark in Zaandam. Het college heeft daarin aanleiding gezien om aan [appellant] een last onder dwangsom op te leggen. Als weer wordt geconstateerd dat [appellant] op of aan de weg postvat met het kennelijke doel om drugs te verhandelen, moet hij een dwangsom betalen van € 2.500 per overtreding tot een maximum van € 10.000.

De uitspraak van de rechtbank

3. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid deze last onder dwangsom heeft kunnen opleggen. Het verbod in artikel 2:74 van de Apv is voldoende duidelijk en objectief. De opsporingsambtenaren waren bevoegd om de bestuurlijke rapportage op te stellen. Het college mocht uitgaan van de inhoud van de bestuurlijke rapportage en heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat [appellant] artikel 2:74 van de Apv heeft overtreden. De last onder dwangsom heeft geen punitief karakter. De hoogte van de dwangsom staat in redelijke verhouding tot de overtreding en de gevolgen van de last onder dwangsom voor [appellant] heeft het college niet onevenredig hoeven achten, aldus de rechtbank.

Bevoegdheid

4. De Afdeling heeft ambtshalve beoordeeld of het college het bevoegde orgaan is om de last onder dwangsom op te leggen. Artikel 2:74 van de Apv ziet op de handhaving van de openbare orde. Ingevolge artikel 172, eerste lid, van de Gemeentewet is de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde.

De burgemeester heeft toegelicht waarom het besluit in eerste instantie door het college genomen was. Hij was van mening dat het door het tijdsverloop niet meer ging om het feitelijk herstellen van de openbare orde. Tussen de constatering van de overtreding en het opleggen van de last onder dwangsom zat drie maanden. Hij heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274. Daarin is overwogen: "Met de opgelegde last gaat het in dit geval evenwel niet om het feitelijk herstellen van de openbare orde ten aanzien waarvan gelet op artikel 172, eerste lid, van de Gemeentewet uitsluitend de burgemeester is belast. Hierbij is van belang dat de last onder dwangsom in dit geval is opgelegd nadat de inbrekerswerktuigen ruim drie weken eerder in beslag waren genomen en uitsluitend met het doel om herhaling van overtreding van de APV-bepaling in de toekomst te voorkomen. Ook overigens is niet gebleken van omstandigheden die maken dat de bevoegdheid louter is uitgeoefend met het oog op het feitelijk handhaven van de openbare orde, waartoe de burgemeester op grond van genoemd artikel 172, eerste lid van de Gemeentewet exclusief bevoegd is. Onder deze omstandigheden was het college bevoegd in dit geval een last onder dwangsom aan [appellant] op te leggen ter zake van de overtreding in artikel 2:44 van de APV 2017."

In dit geval is het doel van de maatregel wel het herstellen en bewaren van de openbare orde. Uit de door [appellant] overgelegde krantenartikelen blijkt dat er al een jarenlang probleem is van drugsgebruikers die rondhangen in het Burgemeester In ‘t Veldpark. Het postvatten op de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROT 22/9. Rechtbank Rotterdam, 2022-07-01
    • Nederland
    • 1 juli 2022
    ...zoals omschreven in het artikel (zie de uitspraak van 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1117 en de uitspraak van 9 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:400). De vraag of de bij eiser aangetroffen hoeveelheid drugs kwalificeert als een handelshoeveelheid, is daarom niet relevant. In het licht van d......
  • Uitspraak Nº 21/4371. Rechtbank Noord-Holland, 2022-06-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 2 juni 2022
    ...in beginsel uitgaan van informatie in een bestuurlijke rapportage (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 9 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2022:400). Naar het oordeel van de rechtbank wekt hetgeen heeft aangevoerd geen twijfel aan de betrouwbaarheid van de vastlegging in de bestuurli......
2 sentencias
  • Uitspraak Nº ROT 22/9. Rechtbank Rotterdam, 2022-07-01
    • Nederland
    • 1 juli 2022
    ...zoals omschreven in het artikel (zie de uitspraak van 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1117 en de uitspraak van 9 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:400). De vraag of de bij eiser aangetroffen hoeveelheid drugs kwalificeert als een handelshoeveelheid, is daarom niet relevant. In het licht van d......
  • Uitspraak Nº 21/4371. Rechtbank Noord-Holland, 2022-06-02
    • Nederland
    • Rechtbank Noord-Holland (Neederland)
    • 2 juni 2022
    ...in beginsel uitgaan van informatie in een bestuurlijke rapportage (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 9 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2022:400). Naar het oordeel van de rechtbank wekt hetgeen heeft aangevoerd geen twijfel aan de betrouwbaarheid van de vastlegging in de bestuurli......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT