Uitspraak Nº 201805550/1/A3. Raad van State, 2019-09-25

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3274
Date25 Septiembre 2019
Docket Number201805550/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201805550/1/A3.

Datum uitspraak: 25 september 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2018 in zaak nr. 17/5712 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer.

Procesverloop

Bij besluit van 4 september 2017 heeft het college [appellant] gelast om geen inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben op een openbare plaats in de gemeente Haarlemmermeer, onder oplegging van een dwangsom van € 2.500 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 10.000.

Bij besluit van 4 december 2017 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 23 mei 2018 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 april 2019, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J.S.W. Boorsma, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door C. Baarse, zijn verschenen.

Overwegingen

Wettelijk kader

1. De voor deze zaak van belang zijnde bepalingen zijn opgenomen in de aangehechte bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Inleiding

2. [appellant] is op 11 augustus 2017, omstreeks 01:05 uur, door de politie aangehouden als bestuurder van een bestelbusje waarin gereedschappen en goederen werden aangetroffen die zijn aangemerkt als inbrekerswerktuigen. Het college heeft bij besluit van 4 september 2017 [appellant] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2:44 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2017 (hierna: APV 2017) waarin is bepaald dat het verboden is om op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben. [appellant] is gelast de overtreding te staken en blijvend gestaakt te houden, bij gebreke waarvan een dwangsom van € 2.500 per overtreding verschuldigd is, met een maximum van € 10.000. Bij het besluit op bezwaar heeft het college de last onder dwangsom gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep

* Was het college bevoegd?

3. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de bevoegdheid tot het opleggen van de last terecht heeft ontleend aan artikel 125, tweede lid, van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). De oplegging van de last onder dwangsom vanwege het aantreffen van inbrekerswerktuigen betreft volgens de rechtbank geen kwestie van handhaving van de openbare orde zoals bedoeld is in artikel 172 van de Gemeentewet en behoort daarmee niet tot de exclusieve bevoegdheid van de burgemeester.

3.1. [appellant] betoogt dat in dit geval niet het college maar de burgemeester bevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen. Artikel 2:44 van de APV 2017 valt niet alleen systematisch onder het "Openbare orde"-hoofdstuk in de APV, maar ook inhoudelijk moet het voorbereiden van inbraak naar zijn aard en in het normale spraakgebruik worden geduid als een (orde)verstoring van enige betekenis. Artikel 2:44 van de APV 2017 strekt dus tot handhaving van de openbare orde en behoort daarmee tot het exclusieve terrein van de burgemeester.

3.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 14 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3342) is de zorg voor de handhaving van de openbare orde - gelet op de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 172 van de Gemeentewet - exclusief aan de burgemeester opgedragen. De handhaving van de openbare orde bestaat uit het feitelijk herstellen en bewaren van de openbare orde (Kamerstukken II 1985/86, 19 403, nr. 3, p. 49). De handhaving van de openbare orde wordt beschouwd als de zorg voor de naleving van regels, bij niet naleving waarvan de orde en rust in het openbare leven wordt verstoord. Deze regels kunnen zijn vervat in wetten in materiële zin, zoals de APV. De gemeenteraad komt de taak en bevoegdheid toe om met inachtneming van hogere regels, het gewenste niveau van orde en rust te bepalen en te beïnvloeden door middel van normstelling. De burgemeester heeft de exclusieve verantwoordelijkheid toe te zien op de naleving van deze regels ten aanzien van de openbare orde. Hij kan daarbij algemeen beleid voeren, waarbij wordt bepaald op welke wijze hij de handhaving gestalte wil geven, zoals de surveillance door de politie of een gericht preventiebeleid. Ook kan worden gedacht aan het daadwerkelijk optreden om overtreding van de desbetreffende regels te voorkomen of te beëindigen (Kamerstukken II 1988/89, 19 403, nr. 10, p. 88-89).

3.3. In artikel 2:44 van de APV 2017 zelf, noch elders in de APV 2017, is een bestuursorgaan aangewezen dat bevoegd is een last onder dwangsom bij overtreding van deze bepaling op te leggen. Aan de orde is of, mede gelet op de onder 3.2 vermelde uitspraak, de burgemeester hiertoe exclusief bevoegd is of dat het college deze bevoegdheid kan uitoefenen met toepassing van de artikelen 125, tweede lid, en 160 van de Gemeentewet. Niet in geschil is dat het hier gaat om een openbare orde-bevoegdheid. Met de opgelegde last gaat het in dit geval evenwel niet om het feitelijk herstellen van de openbare orde ten aanzien waarvan gelet op artikel 172, eerste lid, van de Gemeentewet uitsluitend de burgemeester is belast. Hierbij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
6 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 587. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-02-03
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 3 Febrero 2020
    ...19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2738. 2 Artikel 1:441, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW). 3 Artikel 6:19 van de Awb. 4 ECLI:NL:RVS:2019:3274. 5 Dit volgt uit de artikelen 125, tweede lid, en 160 van de Gemeentewet. 6 Zie als voorbeeld de uitspraak van het gerechtshof Den Haag v......
  • Uitspraak Nº 202005104/1/A3. Raad van State, 2022-02-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 Febrero 2022
    ...van de last onder dwangsom zat drie maanden. Hij heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274. Daarin is overwogen: "Met de opgelegde last gaat het in dit geval evenwel niet om het feitelijk herstellen van de openbare orde ten aanzien......
  • Uitspraak Nº 202107567/1/A3. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 Agosto 2022
    ...om overtreding van de verbodsbepaling in te toekomst te voorkomen, kan, zoals de Afdeling in haar uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274, heeft geoordeeld, het college worden aangewezen als bevoegd bestuursorgaan om een dwangsom op te leggen. Dit betekent echter niet dat de ......
  • Uitspraak Nº 201907529/1/A3. Raad van State, 2020-08-19
    • Nederland
    • 19 Agosto 2020
    ...of vervoert. Het doet niet terzake wat voor inbrekerswerktuigen dat zijn. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274, geoordeeld dat het vaststellen van een overtreding zoals in dit geval ook aan de orde is, niet arbitrair is. Van het opleggen van een l......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
6 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB - 19 _ 587. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-02-03
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 3 Febrero 2020
    ...19 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2738. 2 Artikel 1:441, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW). 3 Artikel 6:19 van de Awb. 4 ECLI:NL:RVS:2019:3274. 5 Dit volgt uit de artikelen 125, tweede lid, en 160 van de Gemeentewet. 6 Zie als voorbeeld de uitspraak van het gerechtshof Den Haag v......
  • Uitspraak Nº 202005104/1/A3. Raad van State, 2022-02-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 Febrero 2022
    ...van de last onder dwangsom zat drie maanden. Hij heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274. Daarin is overwogen: "Met de opgelegde last gaat het in dit geval evenwel niet om het feitelijk herstellen van de openbare orde ten aanzien......
  • Uitspraak Nº 202107567/1/A3. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 Agosto 2022
    ...om overtreding van de verbodsbepaling in te toekomst te voorkomen, kan, zoals de Afdeling in haar uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274, heeft geoordeeld, het college worden aangewezen als bevoegd bestuursorgaan om een dwangsom op te leggen. Dit betekent echter niet dat de ......
  • Uitspraak Nº 201907529/1/A3. Raad van State, 2020-08-19
    • Nederland
    • 19 Agosto 2020
    ...of vervoert. Het doet niet terzake wat voor inbrekerswerktuigen dat zijn. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3274, geoordeeld dat het vaststellen van een overtreding zoals in dit geval ook aan de orde is, niet arbitrair is. Van het opleggen van een l......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT