Uitspraak Nº 202102566/1/R4. Raad van State, 2022-08-03

ECLIECLI:NL:RVS:2022:2229
Docket Number202102566/1/R4
Date03 Agosto 2022
CourtCouncil of State (Netherlands)

202102566/1/R4.

Datum uitspraak: 3 augustus 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

1. het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort,

2. Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort en Stichting Groen in Amersfoort, gevestigd te Amersfoort (hierna samen en in enkelvoud: SGLA),

tegen de uitspraak van de rechtbank MiddenNederland van 25 februari 2021 in zaak nr. 19/5343 in het geding tussen:

SGLA

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 15 mei 2019 heeft het college aan de gemeente Amersfoort een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een strook grond aan de weerszijden van de westelijke ontsluiting ten behoeve van de ondergrondse verankering van keerwanden.

Bij besluit van 5 november 2019 heeft het college het door SGLA daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 25 februari 2021 heeft de rechtbank het door SGLA daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 november 2019 vernietigd en het college opgedragen binnen acht weken na de dag waarop deze uitspraak gezag van gewijsde heeft gekregen een nieuw besluit op het bezwaar te nemen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

SGLA heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven en voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting naar aanleiding van het incidenteel hoger beroep van SGLA gegeven.

SGLA en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 mei 2022, waar het college, vertegenwoordigd door mr. drs. H. Maaijen en ing. H.W. Nijland, en SGLA, vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Bij besluit van 11 oktober 2016 heeft de raad van de gemeente Amersfoort (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" vastgesteld. Dit plan voorziet in een verbetering van de verkeerskundige ontsluiting en de doorstroming van het verkeer van de westkant van Amersfoort. Het maakt een nieuw tracé mogelijk dat loopt vanaf de Stichtse Rotonde, verdiept liggend via het kazerneterrein van de Bernhardkazerne en parallel aan de Aletta Jacobslaan, met een fietsviaduct en een tunnel onder het spoor door en vervolgens via het bestaande wegtracé van de Barchman Wuytierlaan. . De westelijke ontsluiting zal deels verdiept liggen. De gronden waarop de weg is voorzien hebben op grond van het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" de bestemming "Verkeer" toegewezen gekregen. Bij uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling de beroepen tegen het besluit van 11 oktober 2016 ongegrond verklaard.

De gemeente heeft vervolgens op 25 april 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van stroken grond aan weerszijden van de verdiepte delen van de weg tot 3 m breed. De gemeente wil de stroken grond in strijd met de daarop geldende bestemmingen gebruiken voor de ondergrondse verankering van de hoofdkeerconstructie van de weg. De stroken hebben op grond van het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" de bestemming "Maatschappelijk", "Gemengd", "Bedrijf" of "Groen", met daarnaast onder meer de dubbelbestemming "Waarde-Archeologie 3". Een deel van de stroken heeft op grond van het bestemmingsplan "Berg-Utrechtseweg" de bestemming "Maatschappelijk-6". Het college heeft op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1°, van die wet de gevraagde omgevingsvergunning verleend.

SGLA vreest dat door de aanleg van de weg de voorkomende landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden in de omgeving worden aangetast.

Toepasselijke regelgeving

2. De relevante wettelijke bepalingen en planregels zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak, die van de uitspraak deel uitmaakt.

Het hoger beroep van het college

Dubbelbestemming "Waarde-Archeologie 3"

3. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat niet volledig op de aanvraag is beslist, omdat uit de omgevingsvergunning niet blijkt dat het afwijkend gebruik ook voor de dubbelbestemming "Waarde-Archeologie 3" is toegestaan. Volgens het college ziet die dubbelbestemming op het behoud en de bescherming van de archeologische waarden ter plaatse. Omdat in eerdere stadia van het traject al is vastgesteld dat deze waarden niet worden aangetast, is er geen sprake van strijd met de dubbelbestemming. Wel zijn in het bestemmingsplan aan de dubbelbestemming onderzoekplichten verbonden bij de activiteiten bouwen en aanleggen. Die plichten komen volgens het college nu nog niet in beeld, omdat deze omgevingsvergunning alleen gaat over de activiteit planologisch strijdig gebruik.

Tevens voert het college aan dat de onderzoekplichten voor archeologie toch al niet gelden, omdat op voorhand is vastgesteld dat er geen archeologische waarden kunnen worden geschaad. Het college heeft in hoger beroep drie selectiebesluiten archeologisch onderzoek overgelegd die voor het project Westelijke ontsluiting zijn opgesteld door het Centrum voor Archeologie. Uit deze selectiebesluiten volgt volgens het college dat er geen archeologische waarden worden geschaad.

3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld onder 3.2 van de uitspraak van 29 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1820, moet het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in ruime zin worden uitgelegd. Dat wil zeggen dat het begrip "gebruik" als daarin bedoeld, niet alleen betrekking heeft op het gebruik van gronden of bouwwerken, maar ook op het bouwen en slopen van bouwwerken in strijd met planologische regelgeving, in het bijzonder het bestemmingsplan.

3.2. Op zichzelf stelt het college zich terecht op het standpunt dat de aanvraag alleen betrekking heeft op met het bestemmingsplan strijdig gebruik. Maar zoals hiervoor is overwogen, valt onder het begrip "gebruik" ook het bouwen van bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

Op het aanvraagformulier heeft de gemeente als projectomschrijving vermeld dat de fundering/verankering van de keerconstructie mogelijkerwijs buiten de bestemming "Verkeer" komt te liggen. Bij de aanvraag hoort een toelichting van het project. Daarin staat dat het huidige wegontwerp niet de ruimte biedt om de fundering/verankering van de kerende constructie binnen de bestemming "Verkeer" op te lossen. In de toelichting is een tekening "figuur 1" opgenomen van een principedwarsprofiel van de verdiepte ligging van de weg. Volgens de toelichting is het binnen dit profiel mogelijk de kerende constructie aan te brengen en zal de aannemer de restrictie krijgen dat de totale kerende constructie inclusief fundering en/of verankering niet verder dan 3 m uit de bestemming "Verkeer" mag komen te liggen.

Gelet op deze informatie in de aanvraag heeft de aanvraag ook betrekking op het bouwen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT