Uitspraak Nº 201609542/1/R6. Raad van State, 2018-01-24

ECLIECLI:NL:RVS:2018:246
Date24 Enero 2018
Docket Number201609542/1/R6
CourtCouncil of State (Netherlands)

201609542/1/R6.

Datum uitspraak: 24 januari 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. de Vereniging Behoud Bos Birkhoven en Bokkeduinen (hierna: de Vereniging BBBB), gevestigd te Amersfoort,

2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] en andere, wonend en gevestigd te Amersfoort, (hierna: [appellant sub 2A] en andere),

3. AMVEST woningen-Nova Projectontwikkeling B.V., gevestigd te Amsterdam,

en

de raad van de gemeente Amersfoort,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben de Vereniging BBBB, [appellant sub 2A] en andere en AMVEST beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Vereniging BBBB, [appellant sub 2A] en andere, AMVEST en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 september 2017, waar de Vereniging BBBB, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. A.I. de Haan, advocaat te Amersfoort, [appellant sub 2A] en andere, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. J.S. Haakmeester, advocaat te Baarn, AMVEST, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. E.T. Sillevis Smitt, advocaat te Rotterdam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A. de Snoo en mr. A.E.M. Langerhuizen, beiden advocaat te Amsterdam, bijgestaan door meerdere personen, zijn verschenen. Voorts is ter zitting gehoord het Dierenpark Amersfoort, vertegenwoordigd door mr. N. Fokke, [gemachtigde A] en [gemachtigde B].

Overwegingen

Goede procesorde

1. Ingevolge artikel 8:58, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kunnen partijen tot tien dagen voor de zitting nadere stukken indienen.

1.1. De raad heeft binnen de termijn als bedoeld in artikel 8:58, eerste lid, van de Awb nadere stukken ingediend. Deze stukken bestaan uit negen rapporten.

1.2. AMVEST heeft ter zitting betoogd dat het door de raad nader ingediende rapport "Cultuurhistorisch advies t.a.v. het concept-wegtracé over de tuin- en parkeeraanleg van het klooster Onze Lieve Vrouw ter Eem te Amersfoort" van 24 augustus 2017, opgesteld door onderzoeksbureau Binnenstad en Buitenleven (hierna: het cultuurhistorisch advies), in strijd met de goede procesorde is ingediend en derhalve buiten beschouwing moeten blijven.

1.3. Gelet op artikel 8:58 van de Awb kunnen tot tien dagen voor de zitting nadere argumenten, nadere gegevens of nadere stukken worden ingediend, tenzij dat in strijd is met een goede procesorde. Dat is het geval indien de nadere argumenten, nadere gegevens of nadere stukken verwijtbaar zodanig laat worden ingediend, dat de andere partijen worden belemmerd om daarop adequaat te reageren of de goede voortgang van de procedure daardoor anderszins wordt belemmerd.

Vaststaat dat het cultuurhistorisch advies op 25 augustus 2017 bij de Afdeling is binnengekomen en derhalve tijdig door de raad is ingediend. Het advies omvat 31 pagina’s en is een reactie op onder andere het beroepschrift van AMVEST en de door haar ingediende rapporten. Voorts wordt daarin gereageerd op het nadere stuk van AMVEST van 9 augustus 2017. Ter zitting is AMVEST in haar pleitnota uitvoerig ingegaan op het cultuurhistorisch advies en heeft AMVEST aldus adequaat op het stuk kunnen reageren.

Gelet op deze omstandigheden ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het cultuurhistorisch advies zodanig laat is ingediend, dat het wegens strijd met een goede procesorde buiten beschouwing moet worden gelaten.

Het plan

2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

2.1. Het plan maakt de aanpassing van de (rond)weg mogelijk tussen de Stichtse Rotonde tot aan de Birkstraat aan de westelijke zijde van Amersfoort. Zo zal de woonstraat Daam Fockemalaan geen deel meer zijn van de rondweg. De westelijke ontsluiting zal aan de westzijde van deze straat komen. Ook komt de voorziene weg voor een deel verdiept te liggen zodat hij onder het spoor door gaat. Verder komt er een apart gelegen fietsroute en een fietsbrug.

2.2. Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, onder a, van de Chw is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw van toepassing op alle besluiten die krachtens enig wettelijk voorschrift zijn vereist voor de ontwikkeling of verwezenlijking van de in bijlage I bij deze wet bedoelde categorieën ruimtelijke en infrastructurele projecten dan wel voor de in bijlage II bij deze wet bedoelde ruimtelijke en infrastructurele projecten.

Bijlage I, onderdeel 3, onder 3.4, vermeldt ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan, het inpassingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, ten behoeve van de aanleg of wijziging van wegen.

2.3. De aanleg van de westelijke ontsluiting valt onder de in de bijlage I, onder 3.4, van de Crisis- en herstelwet genoemde gevallen. Als gevolg daarvan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing.

Belanghebbenden

[appellant sub 2C]

3. Het beroepschrift van [appellant sub 2A] en andere is mede namens [appellant sub 2C] en [appellante sub 2D] (hierna samen en in enkelvoud: [appellant sub 2C]) ingediend. [appellant sub 2C] woont aan de [locatie] op ongeveer 150 m van het plangebied. De raad betwist dat hij als belanghebbende kan worden aangemerkt, gelet op de afstand tussen het plangebied en zijn woonperceel.

3.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan door een belanghebbende bij de Afdeling beroep worden ingesteld tegen een besluit als het aan de orde zijnde.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

3.2. Vanuit zijn woning heeft [appellant sub 2C] weliswaar geen zicht op de in het plan voorziene weg, maar gelet op de aard en de omvang van de voorziene ontwikkeling, kan naar het oordeel van de Afdeling niet worden uitgesloten dat geluidsgevolgen ter plaatse van de woning van [appellant sub 2C] zullen optreden. Gelet daarop is de conclusie dat [appellant sub 2C] als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb kan worden aangemerkt, en is zijn beroep derhalve ontvankelijk.

Vereniging BW-laan Even-Nummers

3.3. Het beroepschrift van [appellant sub 2A] en andere is tevens namens de Vereniging BW-laan Even-nummers ingediend. De raad trekt in twijfel of deze vereniging als belanghebbende kan worden gezien, omdat het plan volgens de raad niet rechtstreeks haar belang, zoals dat blijkt uit haar statutaire doelstelling, raakt.

3.4. Ingevolge artikel 1:2, derde lid, van de Awb worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

3.5. In de statuten van de vereniging staat:

"De vereniging stelt zich ten doel het behartigen van de belangen van haar leden in de meest ruime zin, in het bijzonder waar het plannen of activiteiten betreft van welke instantie of persoon dan ook, welke betrekking hebben op de inrichting van en de activiteiten en bewegingen op het spoor en het emplacement grenzend aan de Barchman Wuytierslaan."

3.6. De vereniging komt blijkens haar doelstelling op voor de belangen van haar leden, die allen aan de Barchman Wuytierslaan wonen, in de meest ruime zin. Vast staat dat de westelijke ontsluiting in de directe omgeving van de Barchman Wuytierslaan komt te liggen en dat een deel van de Barchman Wuytierslaan in verband met de verdiepte ligging van de aansluiting op de westelijke ontsluiting opnieuw wordt ingericht. Het betoog van de raad dat de statutaire doelstelling alleen ziet op een verandering aan het spoor onderschrijft de Afdeling niet. Anders dan de raad meent, ziet de doelstelling gelet op de woorden "in het bijzonder" niet uitsluitend op activiteiten op en rondom het spoor. De Afdeling stelt vast dat de aanleg van de weg rechtstreeks de belangen van alle personen raakt die als omwonenden feitelijke gevolgen daarvan kunnen ondervinden. De Vereniging BW-laan Even-Nummers brengt door het optreden in rechte aldus een bundeling van rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken individuele belangen tot stand waarmee een effectieve rechtsbescherming gediend kan zijn, in vergelijking met het afzonderlijke optreden van individuele natuurlijke personen die door dat besluit rechtstreeks in hun belangen worden getroffen. In de door de vereniging tot stand gebrachte bundeling van deze individuele belangen, kunnen de in artikel 1:2, derde lid, van de Awb genoemde feitelijke werkzaamheden besloten worden geacht. Gelet op het vorenstaande dient de Vereniging BW-laan Even-Nummers als belanghebbende bij het bestreden besluit te worden aangemerkt.

Nut en noodzaak

4. De plannen voor een nieuwe infrastructuur aan de westzijde van Amersfoort kennen een lange voorgeschiedenis. In 1957 al is een westelijke ontsluiting in een beleidsstuk opgenomen. In het rapport "Westtangent; Verkeerskundige Nut...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
9 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 202102566/1/R4. Raad van State, 2022-08-03
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 3 augustus 2022
    ...grond van het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" de bestemming "Verkeer" toegewezen gekregen. Bij uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling de beroepen tegen het besluit van 11 oktober 2016 ongegrond De gemeente heeft vervolgens op 25 april 2019 een omgevi......
  • Uitspraak Nº 201702492/1/A3. Raad van State, 2018-12-05
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 5 december 2018
    ...ECLI:NL:RVS:2018:3484) in navolging van de conclusie van staatsraad advocaat-generaal mr. R.J.G.M. Widdershoven van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, zijn op beleidsregels gebaseerde of informele waarschuwingen geen besluiten in de zin van de Awb en kunnen daartegen in zoverre geen rec......
  • Uitspraak Nº UTR 19/5343. Rechtbank Midden-Nederland, 2021-02-25
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 25 februari 2021
    ...Ontsluiting' vastgesteld. Met de uitspraak van 24 januari 2018 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), ECLI:NL:RVS:2018:246, is dit bestemmingsplan onherroepelijk geworden. De nieuwe weg heeft op grond van dit bestemmingsplan de bestemming Verkeer gekregen. Derde-......
  • Uitspraak Nº 201900690/1/R2. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 augustus 2022
    ...in Amersfoort. Stichting Woonklimaat Berg en anderen kunnen zich daarmee niet verenigen. 2. In de uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling uitspraak gedaan over het bestemmingsplan dat de aanleg van de westelijke ontsluitingsweg mogelijk maakt. In die uitspraak......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
9 sentencias
  • Uitspraak Nº 202102566/1/R4. Raad van State, 2022-08-03
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 3 augustus 2022
    ...grond van het bestemmingsplan "Westelijke ontsluiting" de bestemming "Verkeer" toegewezen gekregen. Bij uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling de beroepen tegen het besluit van 11 oktober 2016 ongegrond De gemeente heeft vervolgens op 25 april 2019 een omgevi......
  • Uitspraak Nº 201702492/1/A3. Raad van State, 2018-12-05
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 5 december 2018
    ...ECLI:NL:RVS:2018:3484) in navolging van de conclusie van staatsraad advocaat-generaal mr. R.J.G.M. Widdershoven van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, zijn op beleidsregels gebaseerde of informele waarschuwingen geen besluiten in de zin van de Awb en kunnen daartegen in zoverre geen rec......
  • Uitspraak Nº UTR 19/5343. Rechtbank Midden-Nederland, 2021-02-25
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 25 februari 2021
    ...Ontsluiting' vastgesteld. Met de uitspraak van 24 januari 2018 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), ECLI:NL:RVS:2018:246, is dit bestemmingsplan onherroepelijk geworden. De nieuwe weg heeft op grond van dit bestemmingsplan de bestemming Verkeer gekregen. Derde-......
  • Uitspraak Nº 201900690/1/R2. Raad van State, 2022-08-10
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 10 augustus 2022
    ...in Amersfoort. Stichting Woonklimaat Berg en anderen kunnen zich daarmee niet verenigen. 2. In de uitspraak van 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:246, heeft de Afdeling uitspraak gedaan over het bestemmingsplan dat de aanleg van de westelijke ontsluitingsweg mogelijk maakt. In die uitspraak......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT