Uitspraak Nº ak_20 _ 449. Rechtbank Overijssel, 2021-03-18

ECLIECLI:NL:RBOVE:2021:1180
Docket Numberak_20 _ 449
Date18 Marzo 2021
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 20/449

Uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eisers 1] eisers 1,

[eisers 2] eisers 2,

[eisers 3] eisers 3,

[eisers 4] , eisers 4,

J [eisers 5], eisers 5,

[eisers 6] , eisers 6,

[eisers 7] eisers 7,

[eisers 8] eisers 8,

[eisers 9] , eisers 9,

[eisers 10] eisers 10,

[eiser] , eiser 11,

tezamen eisers, allen woonachtig te Enter,

gemachtigde: ing. M.H. Middelkamp,

en

het college van burgemeester en wethouders van Wierden, verweerder,

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Solar Energy Works B.V., te Utrecht.

Procesverloop

Bij besluit van 3 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan Solar Energy Works B.V., te Utrecht (hierna: vergunninghoudster) voor 25 jaar een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van gronden ten behoeve van het zonnepark Enterveen op locatie Boltensweg/Elsenerbroekweg te Enter, kadastraal bekend gemeente Wierden, Z 560 te Enter.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2020.

Eisers zijn niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door I.L.B. Boers. Namens vergunninghoudster zijn verschenen mr. J.J.G. Niederer, I.M.E. Hazeleger en L. Boerman.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Op 25 juli 2019 heeft vergunninghoudster een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen en in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van gronden ten behoeve van het zonnepark Enterveen op locatie Boltensweg/Elsenerbroekweg te Enter, kadastraal bekend gemeente Wierden Z 560 te Enter.

Verweerder heeft de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in §3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) gevolgd. Het ontwerpbesluit heeft van 19 september 2019 zes weken voor eenieder ter inzage gelegen. Eisers hebben, met uitzondering van eisers 2, een zienswijze ingediend tegen het ontwerpbesluit.

Eisers belanghebbenden?

2. De rechtbank ziet zich ambtshalve gesteld voor de vraag of eisers zijn aan te merken

als belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en meer specifiek of er sprake is van gevolgen van enige betekenis.

2.1

Het instellen van beroep bij de bestuursrechter is slechts voorbehouden aan belang-hebbenden, zo blijkt uit artikel 8:1 van de Awb. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (artikel 1:2, eerste lid, van de Awb).

2.2

Om als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb te kunnen worden aangemerkt dient een natuurlijk persoon een objectief, actueel, eigen en persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het besluit. Het vereiste van een persoonlijk of individueel belang houdt in dat er een belang aanwezig is dat zich in voldoende mate onderscheidt van de belangen van een ieder. Een persoon van wie eventueel gezegd kan worden dat hij enig belang heeft maar zich op dat punt niet onderscheidt van grote aantallen anderen, kan niet worden aangemerkt als een persoon met een rechtstreeks betrokken belang.

2.3

Volgens de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), zoals de uitspraak van 28 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1066, is het uitgangspunt dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een omgevingsvergunning - toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Daarbij zij opgemerkt dat er wel sprake dient te zijn van ‘gevolgen van enige betekenis’ en die ontbreken als de gevolgen van de activiteit wel zijn vast te stellen, maar voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op en planologische uitstraling van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien.

2.4

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de afstand van de woningen van eisers 7 tot en met 10, gelegen aan de oostzijde van de Rondweg, tot de projectlocatie varieert van 390 tot 470 meter. Voorts hebben deze eisers vanuit hun woningen geen zicht op de planlocatie door de afschermende werking van bebouwing aan de westzijde van de Rondweg.

2.5

De afstand van de woning van eisers 2 tot de projectlocatie bedraagt, zo blijkt uit de onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting, 260 meter. Voorts is er vanuit de woning van eisers 2 aan de Elsenerbroekweg 4 vanwege het tussenliggende talud en de groenstrook langs de N347 geen zicht op de projectlocatie.

2.6

Hieruit volgt dat eisers 2, 7, 8, 9, 10 en 11 niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb en dat het beroep van eisers 2, 7, 8, 9, 10 en 11 daarom niet-ontvankelijk is.

2.7

De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eisers 1, 3, 5, en 6 ontvankelijk is.

Zoals verweerder ook erkent zullen eisers 1, 3, 5 en 6 vanwege het open karakter van het landschap ter plaatse en de landschappelijke inpassing gevolgen van enige betekenis ondervinden voor het uitzicht. De rechtbank gaat dan ook over tot een inhoudelijke beoordeling van het geschil.

Bestemmingsplan

3.1

Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Buitengebied 2009” heeft het perceel aan de Boltensweg te Enter de bestemming ‘Agrarisch’ met aanduiding ’Reconstructiewetzone-Verwevingsgebied’. Ter plekke zijn bouwwerken met een hoogte van 2 meter toegestaan (artikel 3.2.1.a planvoorschriften). De zonnepanelen die een hoogte hebben van 1,5 meter boven het maaiveld, passen binnen dit planvoorschrift.

3.2

De strijd van het project met het bestemmingsplan bestaat er uit dat een zonnepark niet past binnen de in artikel 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving.

3.3

Verweerder heeft bij het bestreden besluit omgevingsvergunning verleend voor zowel de activiteit ‘bouwen’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo als de activiteit ‘planologisch afwijkend gebruik’ zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo onder toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, sub 3, van de Wabo.

Aan het project is op grond van artikel 2.23 van de Wabo een instandhoudingstermijn van 25 jaar gekoppeld. Verweerder heeft aan de vergunning het voorschrift verbonden dat het zonnepark na 25 jaar na ingebruikname van het park dient te worden verwijderd en verwijderd te worden gehouden.

Volgens verweerder past het plan binnen de op 2 april 2019 door de gemeenteraad vastgestelde kadernota ‘Grootschalige Duurzame Energie in de gemeente Wierden’.

3.4

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT