Uitspraak Nº AWB 19/1801. Rechtbank Limburg, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:10272
Docket NumberAWB 19/1801
Date22 Diciembre 2020
RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Maastricht

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 19/1801

uitspraak van de meervoudige van 22 december 2020 in de zaak tussen [eiser] , wonende in [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. B.N.R. Maenen),

en

De burgemeester van de gemeente Maastricht, verweerder.
Procesverloop

Bij besluit van 29 mei 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het besluit van 8 maart 2018 ontvankelijk en gegrond verklaard, de brief van

11 oktober 2017 herroepen en het verzoek van eiser van 23 augustus 2017 om hem van de Top X-lijst te verwijderen alsnog afgewezen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2020.

Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden mr. M.E.J.M. Vorstermans-Rompelberg en

mr. M.C. van Doornik.

Overwegingen

Inleiding

1. In de brief van 6 juli 2017 heeft verweerder eiser laten weten dat hij op de Top X-lijst is geplaatst omdat gebleken is dat hij strafbare feiten pleegt en/of overlast veroorzaakt. Uit de brief blijkt dat Top X-prioritering is bedoeld om criminaliteit en overlast terug te dringen om de samenleving veilig te houden. Aangegeven is dat dit voor eiser concreet betekent dat in een gezamenlijk overleg binnen het Veiligheidshuis Maastricht Heuvelland (het Veiligheidshuis) informatie wordt uitgewisseld over hem en eventueel over zijn familieleden en naasten met als doel het criminele en/of overlast gevende gedrag van eiser te stoppen, het voorkomen dat de maatschappij last van eiser heeft en eiser en zijn gezin hulp te bieden als dat nodig is.

2. Het Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband tussen gemeenten, de politie, justitie en de zorginstellingen genoemd in de bijlage bij het Convenant samenwerking en verwerking gegevens voor integrale persoons-/systeemgerichte aanpak (het Convenant). De betrokken partijen hebben in het Convenant afspraken gemaakt over (onder meer) de verwerking van persoonsgegevens binnen dit verband.

3. In de brief van 23 augustus 2017 heeft eiser verweerder gevraagd zijn plaatsing op de Top X-lijst ongedaan te maken en hem een overzicht te geven van de persoonsgegevens die verweerder van hem verwerkt. In de brief van 21 september 2017 heeft eiser zijn verzoeken verduidelijkt en daarvoor aangegeven dat hij van de Top X-lijst verwijderd wil worden (het verwijderingsverzoek) en dat hij om een overzicht verzoekt als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) (het inzageverzoek).

4. In de brief van 11 oktober 2017 heeft verweerder eiser laten weten dat zijn plaatsing op de Top X-lijst niet op rechtsgevolg is gericht zodat het verwijderen of niet verwijderen van eiser van de lijst dat ook niet is en dat hiertegen daarom geen bezwaar en/of beroep openstaat. Verweerder heeft eiser meegedeeld dat op zijn inzageverzoek nog een besluit volgt en heeft dat besluit op 13 oktober 2017 aan eiser bekendgemaakt. Op 8 maart 2018 heeft verweerder twee afzonderlijke besluiten aan eiser bekendgemaakt. Het ene besluit houdt in dat het bezwaar van eiser tegen de brief van 11 oktober 2017 niet-ontvankelijk is, omdat het bezwaar niet is gericht tegen een besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt (1). Het andere besluit houdt de beslissing van verweerder in op het bezwaar van eiser tegen het besluit op zijn inzageverzoek (2).

5. In de uitspraak van 13 maart 2019 (AWB/ROE 18/833) heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 8 maart 2018 (1) gegrond verklaard omdat verweerder het bezwaar van eiser ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder het verzoek van eiser om hem van de Top X-lijst te verwijderen als een verzoek in de zin van artikel 36 van de Wbp had moeten opvatten en dat verweerder alsnog inhoudelijk op dat verzoek moet beslissen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen met inachtneming van de uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van eiser te nemen. Met het bestreden besluit heeft verweerder opnieuw op het bezwaar van eiser beslist.

5.1

In de afzonderlijke uitspraak van dezelfde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT