Uitspraak Nº C/15/311127 / HA RK 20-229. Rechtbank Noord-Holland, 2021-03-08

ECLIECLI:NL:RBNHO:2021:1836
Date08 Marzo 2021
Docket NumberC/15/311127 / HA RK 20-229
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rekestnummer: C/15/311127 / HA RK 20-229

Beschikking van 8 maart 2021

in de zaak van

1 [verzoeker1],

2. [verzoeker2],

beiden wonende te [woonplaats],

verzoekers,

advocaat mr. H.P. Verheyen te Den Burg,

tegen

DE GRIFFIER VAN DE RECHTBANK NOORD-HOLLAND,

gevestigd te Haarlem,

verweerder.

1 De procedure
1.1.

Ter griffie van deze rechtbank is op 4 december 2020 ingekomen een verzoekschrift ingevolge het bepaalde in artikel 29 lid 1 Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz), waarbij verzoeker (tijdig) in verzet is gekomen tegen de beslissing van de griffier tot heffing van het griffierecht ten bedrage van € 304,00.

1.2.

De griffier heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

1.3.

Van een mondelinge behandeling is, gelet op het bepaalde in artikel 1.4.1 van het toepasselijke Procesreglement verzoekschriftprocedures, afgezien.

2 De feiten
2.1.

Verzoekers zijn bij vonnissen van deze rechtbank van 15 mei 2012 failliet verklaard met aanstelling van mr. Mekkelholt tot curator. Bij vonnis van deze rechtbank van 26 juni 2014 zijn deze faillissementen opgeheven onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling (Wsnp), waarbij de curator is benoemd tot bewindvoerder.

2.2.

Bij vonnissen van 25 juli 2017 heeft de rechtbank vastgesteld dat verzoekers niet tekort zijn geschoten in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen, verstaan dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan en verstaan dat door de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn.

2.3.

Bij verzoekschrift van 16 juni 2020, is verzocht om op grond van artikel 358a Fw te bepalen dat ten aanzien van verzoekers artikel 358 lid 1 Fw verder geen toepassing meer vindt (de zgn. ontneming schone lei) en verweerders te veroordelen in de kosten van die procedure.

2.4.

Verzoekers hebben op 12 november 2020 een verweerschrift met bijlagen tegen laatstgenoemd verzoek ingediend. De griffier heeft hiervoor een bedrag van € 304,00 aan griffierecht in rekening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT