Uitspraak Nº SHE 19/899. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-08-19

ECLIECLI:NL:RBOBR:2019:4830
Date19 Agosto 2019
Docket NumberSHE 19/899
RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 19/899

uitspraak van de meervoudige kamer van 19 augustus 2019 in de zaak tussen

1. Stichting Brabantse Milieufederatie, te Tilburg,

2. Vereniging tot behoud van Natuurmonumentente ’s-Graveland,

eisers

(gemachtigde: ir. A.K.M. van Hoof),

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, verweerder

(gemachtigde: [naam] , [naam] en [naam] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [bedrijf] B.V., te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster, (gemachtigde: mr. J. van Groningen).

Procesverloop

Bij besluit van 27 juli 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eisers tot het intrekken van de op 18 januari 2017 afgegeven verklaring van geen bedenkingen (vvgb) en de op 19 december 2013 aan vergunninghoudster verleende vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: de natuurvergunning) voor de activiteiten aan de [adres] (de projectlocatie) afgewezen.

Bij besluit van 14 februari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen de afwijzing van het verzoek om intrekking van de vvgb niet-ontvankelijk verklaard en het bezwaar van eisers tegen de afwijzing van het verzoek om intrekking van de natuurvergunning ongegrond verklaard.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De zaak is behandeld op de zitting 18 juni 2019, samen met de zaken SHE 18/1693, SHE 18/1695, SHE 19/504 en SHE 19/505. Namens eisers zijn verschenen [naam] , [naam] en [naam] en de gemachtigde van eisers. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voor vergunninghoudster is [naam] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van vergunninghoudster.

Overwegingen

Inleiding

1. Deze zaak hangt nauw samen met de andere zaken die ook op de zitting van 18 juni 2019 zijn behandeld. De uitspraak in deze zaak gaat alleen over het verzoek om intrekking van de natuurvergunning en intrekking van de vvgb, met gebruikmaking waarvan de omgevingsvergunning van 30 mei 2018 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot (verder: B&W) is verleend.

In de uitspraak komen de volgende zaken aan de orde:

  • -

    Eerst wordt een overzicht gegeven van de feiten.

  • -

    Dan wordt het verzoek om intrekking van de vvgb behandeld.

  • -

    Daarna zal de rechtbank aangeven hoe zij het verzoek om intrekking van de natuurvergunning zal beoordelen.

  • -

    Hierna volgt de beoordeling van verweerders besluitvorming op dat verzoek.

  • -

    Aan het einde van de uitspraak staan de belangrijkste conclusies.

  • -

    In een bijlage bij deze uitspraak worden de belangrijkste regelgeving weergegeven. De gerechtelijke uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: Afdeling) en het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) staan op www.rechtspraak.nl.

Feiten

2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.

  • -

    Vergunninghoudster is in het jaar 2008 eigenaar geworden van de projectlocatie aan de [adres] . Op deze projectlocatie is een varkenshouderij gevestigd. Voor de inrichting is op 26 september 1978 een vergunning krachtens de Hinderwet verleend voor het houden van 80 stuks vrouwelijk jongvee en 1.000 vleesvarkens in twee stallen. Bij besluit van 8 mei 2001 heeft het college ten behoeve van de inrichting een revisievergunning verleend voor het houden van 60 stuks vrouwelijk jongvee en 360 vleesvarkens in een bestaande stal (stal 1), 720 vleesvarkens in een bestaande stal (stal 2) en 2.280 vleesvarkens in een nieuwe stal. Vervolgens heeft het college bij besluit van 14 juni 2005 een revisievergunning verleend voor het houden van 12 stuks vrouwelijk jongvee, 105 vleesvarkens en 440 gespeende biggen in een bestaande stal (stal 1), 720 vleesvarkens in een bestaande stal (stal 2), en 2.280 vleesvarkens, 300 guste en dragende zeugen, 2 dekberen, 100 kraamzeugen en 1.000 gespeende biggen in drie nieuwe stallen. Op 3 juli 2012 heeft de gemeente Oirschot een revisievergunning op grond van artikel 8.4 van de Wet milieubeheer (Wm) voor de varkenshouderij verleend voor het houden van 19.008 gespeende biggen tot 25 kg.

  • -

    In de uitspraak van 18 december 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:2432) in het beroep tegen de revisievergunning van 3 juli 2012 heeft de Afdeling de vergunde situatie in kaart gebracht direct voorafgaand aan de verlening van een revisievergunning op 3 juli 2012. De revisievergunning van 14 juni 2005, voor zover hierin 3 nieuwe stallen zijn vergund, is vervallen voor wat betreft de drie nieuwe stallen omdat die nooit zijn gebouwd. Omdat de voor een luchtwasser in stal 2 benodigde bouwvergunning nooit is verleend, is de revisievergunning van 14 juni 2005 nooit in werking getreden. Dat betekent volgens de Afdeling dat het resterende deel van de revisievergunning van 2005 ook nooit is vervallen. De Afdeling oordeelt ook dat de revisievergunning van 8 mei 2001, voor zover hierbij een derde nieuwe stal is vergund met 2280 vleesvarkens, is vervallen omdat die nieuwe stal nooit is gebouwd. De revisievergunning uit 2001 voor het overige deel van de inrichting is in werking getreden omdat voor het (nooit gerealiseerde) koeldeksysteem geen bouwvergunning nodig was en omdat in de bestaande twee stallen wel dieren werden gehouden. De revisievergunning van 8 mei 2001 voor stallen 1 en 2 was de geldende milieuvergunning op 2004. Ten tijde van het bestreden besluit was de revisievergunning van 3 juli 2012 de geldende milieuvergunning.

  • -

    Op 19 december 2013 heeft verweerder aan vergunninghoudster de natuurvergunning verleend op grond van de artikelen 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de inrichting die is vergund in de revisievergunning van 3 juli 2012. Deze natuurvergunning is onherroepelijk.

  • -

    Op 19 december 2017 heeft B&W de revisievergunning ingetrokken, alsmede de bouwvergunning voor de stallen waar de revisievergunning betrekking op had. Dit besluit is op verzoek van vergunninghoudster geschorst bij uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 5 april 2018 (ECLI:N:RBOBR:2018:1527). Op het beroep van vergunninghoudster heeft deze rechtbank een tussenuitspraak gedaan op 26 oktober 2018 (ECLI:NL:RBOBR:2018:5237). Hierna heeft B&W het intrekkingsbesluit ingetrokken. Onder andere eisers hebben hiertegen op hun beurt beroep ingesteld.

  • -

    Op 30 mei 2018 heeft B&W aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het aantal dieren naar 15.168 gespeende biggen en 870 vleesvarkens en een wijziging van het stalsysteem. Voor deze omgevingsvergunning heeft verweerder een vvgb afgegeven op 18 januari 2017. Eisers en anderen hebben tegen deze omgevingsvergunning beroep ingesteld bij deze rechtbank.

3.1

In de directe nabijheid van de projectlocatie (ongeveer 650 meter) ligt het Natura

2000-gebied ‘Kampina & Oisterwijkse Vennen’. De referentiedatum voor het betreffende Natura 2000-gebied voor stikstofdepositie in kader van de Habitatrichtlijn is 7 december 2004. Voor de Vogelrichtlijn is dit 10 juni 1994. Het gebied bestaat uit bossen, zandduinen, vennen met hoogveenvorming, droge en vochtige heide, akkertjes, blauwgraslanden, struweel en een vrij meanderende beek.

3.2

In de natuurvergunning heeft verweerder een stikstofdepositie vergund van 5,62 mol N/ha/jr. Op basis van de vvgb is met de omgevingsvergunning van 30 mei 2018 een toename van de stikstofdepositie van 0,04 mol N/ha/jr vergund ten opzichte van de Natuurbeschermingswetvergunning van 19 december 2013. De vvgb is verleend op basis van de passende beoordeling in het Programma Aanpak Stikstof 2015-2021 (het PAS).

Beoordeling van het verzoek om intrekking van de vvgb

4.1

In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen het verzoek om intrekking van de vvgb niet-ontvankelijk verklaard, omdat verweerder niet bevoegd was op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb) of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een vvgb zelf in te trekken. Slechts het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleent, kan deze vergunning intrekken. Verweerder kan het bevoegd gezag (de gemeente Oirschot) slechts verzoeken om de omgevingsvergunning in te trekken. Volgens verweerder kan eisers verzoek dus tot niets leiden. Daarom is het verzoek volgens verweerder geen aanvraag in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is de reactie op het verzoek ook geen besluit en is het bezwaar tegen deze reactie niet-ontvankelijk.

4.2

Volgens eisers staat het hun altijd vrij een verzoek in te dienen.

4.3

De rechtbank kan hier kort over zijn. Het is juist dat noch de Wnb, noch de Wabo verweerder de bevoegdheid verschaft een vvgb (zelfstandig) in te trekken. Eisers kunnen verweerder niet verzoeken iets te doen waartoe verweerder niet bevoegd is. Dan vragen eisers verweerder iets dat op voorhand onmogelijk is. Daar hebben eisers geen belang bij en daarom is hun verzoek geen aanvraag. De rechtbank maakt in dit verband de vergelijking met de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen van een bouwwerk waarvan aannemelijk is dat het niet kan worden gebouwd (zie de uitspraak van de Afdeling van 23 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:198). Evenals in die zaak is de reactie op dit verzoek geen besluit en verweerder heeft het hiertegen gerichte bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Het beoordelingskader van het verzoek om intrekking van de natuurvergunning.

5. De natuurvergunning geldt na de inwerkingtreding van de Wnb als een vergunning op basis van artikel 2.7, tweede lid van de Wnb (zie artikel 9.4, eerste lid, van de Wnb).

6.1

Artikel 5.4 van de Wnb geeft verweerder de bevoegdheid om vergunningen in te trekken.
Op basis van het eerste lid kan verweerder een vergunning intrekken of wijzigen als:

a. de houder van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT