Uitspraak Nº UTR 15/1976 en UTR 15/2334. Rechtbank Midden-Nederland, 2016-01-22

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:339
Date22 Enero 2016
Docket NumberUTR 15/1976 en UTR 15/2334
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummers: UTR 15/1976 en UTR 15/2334

uitspraak van de meervoudige kamer van 22 januari 2016 in de zaken tussen

1. de stichting Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht (SSLU), te Utrecht

(gemachtigde: drs. C. van Oosten)

2. de vereniging Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC), te ’s-Gravenhage

(gemachtigde: mr.drs. H.J.M. van Schie),

eiseressen

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (het college), verweerder

(gemachtigde: mr. R.J.G. Bäcker).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

de vereniging Vereniging Milieudefensie (Milieudefensie), te Amsterdam

(gemachtigde: mr. A.H.J. van den Biesen).

Procesverloop

Bij besluit van 4 november 2014, gewijzigd op 11 november 2014 (het primaire besluit), heeft het college verkeersmaatregelen vastgesteld, inhoudende het plaatsen van waarschuwingsborden vanaf 1 januari 2015 en het plaatsen van verkeersborden C6 vanaf 1 mei 2015, ter vaststelling van een milieuzone voor een groot aantal, in het besluit genoemde straten in de gemeente Utrecht.

Bij besluit van 25 maart 2015 (het bestreden besluit) heeft het college het primaire besluit, onder aanvulling van de motivering, in stand gelaten.

Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Tevens hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op de verzoeken om voorlopige voorziening (bij deze rechtbank bekend onder procedurenummers

UTR 15/2284 en 15/2307) heeft de voorzieningenrechter bij uitspraak van 11 juni 2015 afwijzend beslist (ECLI:NL:RBMNE:2015:4174).

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 september 2015. SSLU heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die werd vergezeld van de voorzitter van de SSLU en [X] , werkzaam bij Stratus Lucht & Geluid (hierna: Stratus).

KNAC heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en haar directeur
dr. [Y] . Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, die werd vergezeld van drs. [A] , mr. [B] , drs. [C] en
[D] , allen werkzaam bij de gemeente Utrecht, en ir. [E] , werkzaam bij TNO.

Milieudefensie is verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld van [K] en
[L] .

Overwegingen

Ontvankelijkheid

1. Het college heeft ter zitting vraagtekens gesteld bij de belanghebbendheid van eiseressen. Gelet daarop en ambtshalve beoordeelt de rechtbank allereerst of de rechtspersonen SSLU, KNAC en Milieudefensie belanghebbende zijn in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 1:2, eerste lid, van de Awb bepaalt dat onder een belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge artikel 1:2, derde lid, van de Awb worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Uit vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS), bijvoorbeeld de uitspraak van 15 december 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AU8449) volgt dat

het bij belangen van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1:2, derde lid, van de Awb moet gaan om een aan de statutaire doelstelling ontleend collectief belang, waarbij dat belang los kan worden gezien van dat van individuele leden, en waarvan de behartiging de trekken dient te vertonen van behartiging van bovenindividuele belangen. Verder moet voor het aannemen van rechtstreekse betrokkenheid van een rechtspersoon bij het bestreden besluit aan beide in het derde lid van artikel 1:2 van de Awb genoemde eisen zijn voldaan, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 1 februari 2006 (ECLI:NL:RVS:2006:AV1273).

2. SSLU stelt zich volgens artikel 2.1 van haar statuten ten doel:

“bestrijding van luchtverontreiniging in Utrecht en de regio Utrecht en het tegengaan van blootstelling aan verontreinigde lucht, die schadelijk is voor de gezondheid en het milieu”.

Volgens artikel 2.2. van de statuten tracht zij dit doel te bereiken door:

“- het geven van voorlichting, onderzoek en advies aan burgers, buurt- en

wijkcomités, gemeentebesturen en politieke partijen teneinde gedragsverandering te

bewerkstelligen en besluitvorming te beïnvloeden;

- rechtsmiddelen in te stellen (zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk) tegen besluiten, plannen en situaties in de stad in de regio Utrecht, die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu in verband met verontreiniging van de lucht, waarbij onder meer het verkeer een belangrijke rol speelt.”

3. Uit deze omschrijving komt naar voren dat SSLU zich toelegt op het tegengaan van luchtverontreiniging in de stad en de regio Utrecht en daartoe onder meer rechtsmiddelen instelt. Ter zitting heeft SSLU over haar feitelijke werkzaamheden gemeld dat zij voorlichting geeft en informatie verschaft aan de gemeente en aan het publiek over de luchtkwaliteit, welke informatie ook beschikbaar is op een website. Verder verricht SSLU onderzoek op het terrein van de luchtkwaliteit, bijvoorbeeld metingen ter beoordeling van de luchtkwaliteit aan de Graadt van Roggenweg in Utrecht, waarbij zij ook de bewoners van deze weg heeft betrokken. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan deze toelichting op de feitelijke werkzaamheden te twijfelen.

4. Het verkeersbesluit is getroffen met het oog op milieubelangen, waaronder het belang van schone lucht. Dat zijn naar het oordeel van de rechtbank tevens de belangen die SSLU in het bijzonder behartigt, gelet op de in haar statuten neergelegde doelstelling en de feitelijk uitgevoerde werkzaamheden. SSLU is daarom aan te merken als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Dit sluit overigens aan bij het oordeel van de ABRS in procedures waarin SSLU partij was, bijvoorbeeld de uitspraak van 1 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2065).

Het college heeft ter zitting nog betoogd dat het bestreden besluit de luchtkwaliteit niet schaadt en dat daarom SSLU niet in haar belang geraakt wordt. De rechtbank is echter van oordeel dat daarmee een onjuist criterium zou worden gehanteerd. Uit de wettelijke bepalingen vloeit slechts voort dat als een rechtspersoon meent dat hij door een besluit geraakt wordt in een belang dat hij in het bijzonder behartigt, daartegen rechtsbescherming open staat. Het past daarin niet om op voorhand een inhoudelijk oordeel te geven over de effecten van een besluit en op basis daarvan te oordelen over het al dan niet belanghebbende zijn.

5. KNAC stelt zich volgens artikel 2, eerste lid, van haar statuten ten doel:

“a. het behartigen van de belangen van het wegverkeer in het algemeen en het personenverkeer

in het bijzonder;

b. het behartigen van de belangen van het autotoerisme in het algemeen, zowel nationaal als internationaal;

c. het behartigen van belangen van haar leden onder de onder a. en b. genoemde gebieden.

d. het bevorderen van de veiligheid van het wegverkeer in het algemeen en in het bijzonder van haar leden, en

e. het bevorderen van de interesse voor de auto(historie) in de meest brede zin, onder meer

door het (laten) organiseren van evenementen met al dan niet historische auto’s.”

Volgens het tweede lid van dit artikel tracht KNAC haar doel te bereiken door:

“alle wettige middelen en activiteiten, welke daaraan dienstig kunnen zijn”.

6. Ter zitting heeft KNAC toegelicht dat zij, onder meer door deel te nemen aan overleggen van brancheorganisaties en te lobbyen, belangen behartigt van automobilisten in het algemeen en haar leden in het bijzonder. Anders dan bijvoorbeeld de ANWB richt KNAC, zo heeft zij aangegeven, zich meer op het plezier in autorijden. Als gevolg hiervan rekent zij verhoudingsgewijs veel bezitters van klassieke auto’s tot haar leden. Verder heeft zij gesteld dat zij in verband met het invoeren van de milieuzone op plekken in Utrecht heeft gelobbyd en heeft aangestuurd op een referendum hierover.

7. De rechtbank overweegt dat het verkeersbesluit ertoe leidt dat dieselmotorvoertuigen die dateren van voor 1 januari 2001, uit de binnenstad van Utrecht worden geweerd. Dit besluit treft daarom rechtstreeks de algemene toegankelijkheid per auto van de stad Utrecht en de belangen van automobilisten die in relatief oudere auto’s rijden. Gelet op de statutaire doelstelling in artikel 2, eerste lid, met name onder a en b, en, gelet op de relatie van KNAC met autohistorie, onder e, vindt de rechtbank voldoende aannemelijk dat het algemene belang van het autotoerisme, het autorijden voor plezier en hobby, onder meer in oldtimers, in het bijzonder wordt behartigd door KNAC. Anders dan het college meent, is dit belang naar het oordeel van de rechtbank voldoende concreet en collectief van aard en ziet het niet enkel op het belang van de leden van KNAC. Dit blijkt verder voldoende uit de feitelijke werkzaamheden van KNAC, waarbij meeweegt dat KNAC ook lokaal activiteiten heeft verricht. Naar het oordeel van de rechtbank is het belang van KNAC dan ook rechtstreeks betrokken bij het bestreden besluit. Dit oordeel vindt onder meer steun in de uitspraak van de ABRS van 8 september 2004 (ECLI:NL:RVS:2004:AQ9953). KNAC is daarom aan te merken als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.

8. Milieudefensie vermeldt in artikel 2, eerste lid, van haar statuten:

“De vereniging stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en het behoud van cultureel erfgoed, alsmede te streven naar een duurzame samenleving en dit alles op mondiaal, landelijk, regionaal en lokaal niveau, in de meest ruime zin en een en ander in het belang van de leden van de vereniging en in het belang van de kwaliteit van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT