Uitspraak Nº UTR 18/1737, UTR 18/2176, UTR 18/1735,. Rechtbank Midden-Nederland, 2018-12-05

ECLIECLI:NL:RBMNE:2018:5954
Date05 Diciembre 2018
Docket NumberUTR 18/1737, UTR 18/2176, UTR 18/1735,
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummers: UTR 18/1737, UTR 18/2176, UTR 18/1735, UTR 18/2070, UTR 18/1738, UTR 18/2178, UTR 18/2514, UTR 18/2513, UTR 18/1541, UTR 18/1540, UTR 18/1739, UTR 18/1741, UTR 18/1740, UTR 18/1743, UTR 18/1744 en UTR 18/1745.

uitspraak van de meervoudige kamer van 5 december 2018 in de zaken tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. T.D. Rijs)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Verkerk).

Procesverloop

Verweerder heeft eiser bij zestien besluiten gelast om de onzelfstandige bewoning zonder daarvoor benodigde omzettingsvergunningen en omgevingsvergunningen van de panden aan de [adres 1] , [adres 2] en [adres 3] , de [adres 4] en de [adres 5] , [adres 6] , [adres 7] , [adres 8] , [adres 9] , [adres 10] , [adres 11] en [adres 12] in [woonplaats] te staken en gestaakt te houden op straffe van dwangsommen. In zes gevallen heeft verweerder eiser daarbij ook een bestuurlijke boete opgelegd. Voor het verdere procesverloop verwijst de rechtbank naar bijlage 1 bij deze uitspraak.

Eiser heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Bij brief van 26 juli 2018 heeft verweerder persoonsgegevens uit de Burger registratie personen (Brp) overgelegd met een verzoek tot geheimhouding van deze gegevens op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Eiser heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarop zijn zienswijze te geven.

Bij beslissing van 23 augustus 2018 heeft de rechtbank bepaald dat beperkte kennisneming van de Brp-gegevens door eiser gerechtvaardigd is en het verzoek tot geheimhouding toegewezen.

De zaken zijn gevoegd behandeld op de zitting van 12 september 2018. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [A] , vastgoedbeheerder van de panden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [B] .

Overwegingen

1. Vanwege de grote overeenkomsten in deze zaken is het oordeel van de rechtbank over de beroepen van eiser in één uitspraak vervat.

Invorderingsbesluiten

2. Op grond van artikel 5:39, eerste lid, van de Awb heeft een beroep tegen een last onder dwangsom mede betrekking op een besluit dat strekt tot invordering van die dwangsom voor zover de belanghebbende dat besluit betwist. Eiser heeft de invorderingsbesluiten die in bijlage 1 bij deze uitspraak staan vermeld betwist, zodat deze besluiten worden betrokken bij de procedure.

Goede procesorde

3.1

De gemachtigde van eiser heeft bij brief van 2 september 2018, door de rechtbank op dezelfde dag ontvangen, nadere stukken ingediend. Uit artikel 8:58 van de Awb volgt dat nadere stukken tot tien dagen voor de zitting, in dit geval dus tot en met 1 september 2018, kunnen worden ingediend. De rechtbank stelt vast dat de stukken binnen tien dagen voor de zitting en dus te laat, bij de rechtbank zijn binnengekomen.

3.2

Ter zitting heeft de gemachtigde van eiser toegelicht dat de stukken bij verweerder bekend zouden moeten zijn uit andere procedures. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting laten weten dat hij de stukken niet tijdig heeft ontvangen en zich daarom slechts gedeeltelijk heeft kunnen voorbereiden op een reactie op die stukken.

3.3

Voor zover de te laat ingediende stukken tijdens de zitting aan de orde zijn gekomen is de rechtbank niet gebleken dat verweerder daar niet op adequate wijze op heeft kunnen reageren. Ook is de rechtbank niet gebleken van strijd met de goede procesorde. Dit betekent dat de stukken bij de beoordeling van de bestreden besluiten worden betrokken.

4. De rechtbank zal hierna de gronden van eiser bespreken. De wet- en regelgeving die daarvoor relevant is, is opgenomen in bijlage 2 bij deze uitspraak.

Geheimhoudingsverzoek

5. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiser betoogd dat het verzoek van verweerder tot geheimhouding van de Brp-gegevens ten onrechte door de rechtbank is toegewezen, omdat verweerder deze gegevens ook geanonimiseerd bekend had kunnen maken. Voor zover de gemachtigde hiermee heeft bedoeld op te komen tegen de (tussen)beslissing van deze rechtbank van 23 augustus 2018 die onder ‘Procesverloop’ is vermeld, overweegt de rechtbank dat tegen die beslissing niet zelfstandig hoger beroep kan worden ingesteld. Dit kan alleen tegelijk met een eventueel hoger beroep tegen deze uitspraak. Het betoog van de gemachtigde van eiser slaagt niet.

Huisvestingsverordening

6. Eiser voert aan dat omzetting van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte een eenmalige handeling is, zodat alleen de Huisvestingsverordening die op het moment van die handeling gelding had relevant is voor de beoordeling. Voor zover er al omzettingshandelingen kunnen worden vastgesteld, zijn die handelingen allemaal van vóór de inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 (hierna: de Huisvestingsverordening). Eerdere Huisvestingsverordeningen zijn allemaal ingetrokken, verweerder heeft voor de vermeende omzettingshandelingen dus niet kunnen vaststellen of er wel sprake is van een overtreding, aldus eiser.

7.1

De rechtbank volgt eiser hierin niet. Uit vaste rechtspraak, zoals de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 24 december 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AO0934 en van 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3388, volgt dat hoofdregel in het bestuursrecht is dat de heroverweging in de bezwaarprocedure plaatsvindt met inachtneming van de feiten en omstandigheden die zich dan voordoen en de op dat moment geldende rechts- en beleidsregels. Bij het heroverwegen van een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom kan dit in specifieke situaties anders zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval in de situatie waarin het gaat om de omstandigheid dat voorafgaand aan het besluit op bezwaar de overtreding is beëindigd. Dit laat echter onverlet dat intussen gewijzigde van kracht zijnde regelgeving dan wel een op handen zijnde wijziging van regelgeving wel omstandigheden zijn die het desbetreffende bestuursorgaan bij heroverweging van zijn handhavingsbesluit dient te betrekken.

7.2

Op 1 juli 2015 is de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 in werking getreden. Deze Huisvestingsverordening is nadien driemaal gewijzigd, maar die wijzigingen zijn niet relevant voor onderhavige zaken. Ten tijde van de door verweerder verrichte inspecties, de oplegging van de lasten en de heroverweging in bezwaar daarvan gold deze Huisvestingsverordening (inclusief wijzigingen), zodat deze Huisvestingsverordening relevant is voor de beoordeling. De beroepsgrond slaagt niet.

Overtreding

8. Eiser voert aan dat geen sprake is van overtredingen. Eiser heeft twee argumenten voor die stelling. Het eerste argument is dat geen sprake is van onzelfstandige bewoning. Voor zover de rechtbank hierover anders zou oordelen, is het tweede argument dat verweerder niet heeft aangetoond dat de panden zelfstandige woonruimten (behoren te) zijn. Er zijn dus nooit omzettingshandelingen gepleegd. De rechtbank zal met het oog op bespreking van deze beroepsgronden eerst vaststellen wat er door de inspecteurs van verweerder is geconstateerd bij diverse inspecties.

9. Door inspecteurs van de afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht zijn verscheidene inspecties uitgevoerd van de panden. Er waren daarbij steeds enkele bewoners/huurders van de panden aanwezig die desgevraagd verklaringen hebben afgelegd. De inspecteurs hebben hun bevindingen per inspectie neergelegd in een voor elk pand opgemaakt proces-verbaal. De rechtbank stelt vast dat per pand het volgende in de processen-verbaal staat vermeld.

[adres 1]

Op 11 augustus 2016 heeft een inspectie plaatsgevonden van het pand. Uit het proces-verbaal van de inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving van 12 augustus 2016 blijkt dat [C] heeft verklaard dat zij op dit adres woont en een kamer huurt van eiser. Zij verklaart dat de woning in totaal door vijf personen wordt bewoond en bevestigt de namen van de ingeschrevenen in de Brp. [C] betaalt € 450, huur per maand middels een bankopdracht. Dit is exclusief gas, water en elektra. Verder verklaart zij dat de voorzieningen zoals keuken en sanitair worden gedeeld en dat zij geen relatie heeft met een van de andere huurders. Er zijn vijf (slaap)kamers, waarbij de oorspronkelijke woonkamer door middel van een geplaatste wand in twee (slaap)kamers is verdeeld waarvan [C] er één bewoont. De inspecteur constateert na inzage in de huurovereenkomst dat de vijf personen die in de Brp aan de [adres 1] staan ingeschreven allen als huurder in de huurovereenkomst staan genoemd en dat zij gezamenlijk maandelijks € 2.250, moeten betalen. Uit het Kadaster heeft de inspecteur opgemaakt dat eiser vanaf 20 november 2014 eigenaar is van het pand. De Brp-inschrijvingen van de huurders op dit adres zijn van ná 20 november 2014. De inspecteur constateert verder dat er op de eerste etage twee (slaap)kamers zijn gesitueerd en op tweede etage nog eens drie (slaap)kamers.

Op 13 januari 2017 heeft opnieuw een inspectie plaatsgevonden van het pand. Uit het proces‑verbaal van de inspecteur van de afdeling Toezicht en Handhaving van 13 januari 2017 blijkt dat huurder/bewoner [Ae] heeft verklaard dat zij op dit adres woont en een kamer huurt van eiser. Zij verklaart dat de woning in totaal door vijf personen wordt bewoond en dat er sinds de inspectie van 11 augustus 2016 niet veel is veranderd. De inspecteur constateert dat er nog steeds vijf personen aan de [adres 1] staan ingeschreven in de Brp.

[adres 2]

Op 11 augustus 2016 heeft een inspectie plaatsgevonden van het pand. Uit het proces-verbaal van de inspecteur van de afdeling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT