Uitspraak Nº UTR 19/5343. Rechtbank Midden-Nederland, 2021-02-25

ECLIECLI:NL:RBMNE:2021:856
Date25 Febrero 2021
Docket NumberUTR 19/5343
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/5343

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2021 in de zaak tussen

Stichting Groen in Amersfoort en Vereniging Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA), eisers

(gemachtigde: mr. L. Haver Droeze)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, verweerder

(gemachtigde: mr. B. Maaijen).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de gemeente Amersfoort, vergunninghouder

(gemachtigde: ing. H.W. Nijland).

Inleiding
1.1

Ter verbetering van de verkeersdoorstroom van de westelijke ontsluitingsweg bij Amersfoort is het gemeentelijke project ‘Westelijke ontsluiting Amersfoort’ in gang gezet. Parrallel aan de Aletta Jacobslaan wordt een nieuwe (deels verdiepte) weg aangelegd. Ten behoeve van dit project heeft de gemeenteraad op 11 oktober 2016 het bestemmingsplan 'Westelijke Ontsluiting' vastgesteld. Met de uitspraak van 24 januari 2018 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), ECLI:NL:RVS:2018:246, is dit bestemmingsplan onherroepelijk geworden.

1.2

De nieuwe weg heeft op grond van dit bestemmingsplan de bestemming Verkeer gekregen. Derde-partij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van stroken grond aan weerszijden van de verdiepte delen van de weg (de tunnelbak uitgesloten), tot 3 meter breed. Hij wil deze stroken, in strijd met de daarop geldende bestemmingen, gebruiken voor de ondergrondse verankering van de hoofdkeerconstructie van de weg. Verweerder heeft de gevraagde omgevingsvergunning op 15 mei 2019 verleend.

1.3

Eisers hebben bezwaar gemaakt. Bij besluit van 5 november 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren ongegrond verklaard en de omgevingsvergunning in stand gelaten. Vervolgens hebben eisers beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is op 30 oktober 2020 op een zitting bij de rechtbank behandeld. Daarbij is [voorzitter], voorzitter van de Vereniging SGLA, verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van eisers. Verweerder en derde-partij hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak gesloten.

Het geschil

2. Eisers vinden de vergunningverlening onrechtmatig en geven hiervoor verschillende argumenten. Verweerder blijft bij het bestreden besluit. De rechtbank moet, aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of verweerder de verleende omgevingsvergunning in het bestreden besluit in redelijkheid in stand heeft kunnen laten.

Beoordeling van het geschil

3. De rechtbank merkt op dat zij kennis heeft genomen van de stukken die eisers in bezwaar hebben ingediend, omdat die stukken deel uitmaken van het dossier. De enkele opmerking van eisers in het beroepschrift “dat deze stukken als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd” is echter onvoldoende concreet om de gronden die in deze stukken staan als beroepsgronden te laten dienen in de zin van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank zal hierna dan ook alleen ingaan op de beroepsgronden die eisers als zodanig hebben ingediend.

In geding zijnde bestemmingen

4. Eisers voeren allereerst aan dat niet duidelijk blijkt om welke gronden, en daarmee bestemmingen, het gaat zodat sprake is van strijd met de rechtszekerheid. Verder voeren eisers aan dat de omgevingsvergunning ten onrechte niet is verleend voor afwijkend gebruik van gronden met de dubbelbestemmingen WaardeArcheologie 3, WaardeEcologie en de enkelbestemming Tuin. De enkelbestemming Tuin rust weliswaar op gronden op méér dan 3 meter afstand van de weg, maar volgens eisers zal de grond aan weerszijden van de weg tot tenminste 7 meter moeten worden ontgraven voor de verankering en niet tot slechts 3 meter zodat ook deze bestemming in geding is. Ter onderbouwing hiervan hebben eisers gewezen op de Notitie ‘Situatie keerconstructie WO BHK’ van 16 oktober 2019.

5.1

De rechtbank stelt vast dat op de gronden tot 3 meter aan weerszijden van de verdiepte delen van de weg (de tunnelbak uitgesloten) ingevolge het bestemmingsplan ‘Westelijke Ontsluiting’ de enkelbestemmingen Maatschappelijk, Gemengd, Bedrijf en Groen en de dubbelbestemmingen Waarde – Cultuurhistorie en Waarde – Archeologie 3 rusten. Op de gronden ter hoogte van de Bernardkazerne rust ingevolge het bestemmingsplan ‘Berg-Utrechtseweg’ de enkelbestemming Maatschappelijk – 6. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze bestemmingen duidelijk op te maken uit de door derdepartij bij de aanvraag gevoegde kaart van het plangebied, gelezen in combinatie met de verbeeldingen bij de bestemmingsplannen. Dat niet duidelijk is om welke gronden en daarmee bestemmingen het gaat, zodat sprake zou zijn van strijd met de rechtszekerheid, volgt de rechtbank dus niet.

5.2

Dat de omgevingsvergunning ten onrechte niet is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT