Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterInternationaal publiekrecht
CourtBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Geldend van 09-11-2013 t/m 31-03-2020

Wet van 10 juli 2013, houdende regels tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65) (Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. Verordening: Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65).

Artikel 2

Onze Minister is bevoegd:

  • a. certificaten als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening af te geven;

  • b. de verificatie van de steunbetuigingen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening, te coördineren;

  • c. certificaten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening af te geven.

Artikel 3

Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij een aanvraag voor een certificaat als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening worden verstrekt.

Artikel 4
  • 1 De aanvrager draagt er zorg voor dat door Onze Minister aangewezen ambtenaren ten behoeve van het beoordelen van de aanvraag voor een certificaat als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Verordening, met medeneming van de benodigde apparatuur, de plaats kunnen betreden waar het onlinesysteem, bedoeld in artikel 6 van de Verordening, zich bevindt en ter plaatse inzage kunnen krijgen in het onlinesysteem.

  • 2 De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, kunnen zich laten vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen.

  • 3 Indien de plaats en het onlinesysteem, bedoeld in het eerste lid, niet overeenkomstig dit artikel kunnen worden betreden respectievelijk ingezien, kan de aanvraag worden afgewezen.

Artikel 5
  • 1 ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT