Wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld langstudeerders)

Wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld langstudeerders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een grondslag te creëren voor de invoering van een gedifferentieerd wettelijk collegegeld waarbij studenten die langer in het hoger onderwijs zijn ingeschreven dan wenselijk is, een hoger collegegeld zijn verschuldigd, en in verband daarmee onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2.9, eerste lid, wordt «de bijdrage, bedoeld in artikel 7.46, tweede lid, anders dan op grond van artikel 7.46, derde lid» vervangen door: het instellingscollegegeld, bedoeld in artikel 7.46, tweede lid, anders dan op grond van de tweede volzin van dat lid. B Artikel 7.43, eerste lid, komt te luiden: 1. Een student is voor elk studiejaar dat hij door het instellingsbestuur voor een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling wettelijk collegegeld als bedoeld in de artikelen 7.45 tot en met 7.45b of instellingscollegegeld als bedoeld in artikel 7.46 verschuldigd. Een student die door het instellingsbestuur van de Open Universiteit voor een onderwijseenheid is ingeschreven, is het collegegeld OU, bedoeld in artikel 7.45c, verschuldigd. C De artikelen 7.45 en 7.46 worden vervangen door vijf nieuwe artikelen, luidende:

Artikel 7.45 Hoogte wettelijk collegegeld
  1. De bedragen van het volledige en van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld worden vastgesteld volgens een basistarief en een verhoogd tarief. Het verhoogde tarief bestaat uit het basistarief vermeerderd met een opslag. 2. Het basistarief en het verhoogde tarief van het volledige wettelijke collegegeld worden bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 3. De hoogte van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld en is gelegen tussen een minimum- en een maximumbedrag. Deze bedragen worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 4. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld volgens het basistarief bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld volgens het basistarief. 5. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief. 6. Het instellingsbestuur informeert Onze minister over de hoogte van de bedragen die het instellingsbestuur op grond van het derde lid heeft vastgesteld. 7. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld in het tweede en het derde lid, worden jaarlijks volgens de consumentenprijsindex geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald.

Artikel 7.45

a. Aanspraak op wettelijk collegegeld.

  1. Het wettelijke collegegeld is verschuldigd door een student die: a. blijkens het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52, sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelor- of een mastergraad heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad heeft behaald, b. woonachtig is in Nederland, België, Luxemburg of een van de deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Nedersaksen en Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland, en c. tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, behoort of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geldt niet voor een student die voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kan de categorie studenten, bedoeld in het eerste lid, worden uitgebreid. 4. Een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, die is ingeschreven voor een voltijdse opleiding is het volledige wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, verschuldigd. 5. Een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, die is ingeschreven voor een deeltijdse of duale opleiding, is het gedeeltelijke wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 7.45, derde lid, verschuldigd. 6. Indien een student als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid meer dan één opleiding volgt en de opleiding waarvoor hij het eerst is ingeschreven met goed gevolg afrondt, is deze student het wettelijke collegegeld verschuldigd voor het resterende deel van het studiejaar. Het verschuldigde bedrag wordt in dat geval berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. 7. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelorgraad heeft behaald gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een hogere beroepsopleiding met een studielast van 168 studiepunten, volgens de wet zoals die luidde op 31 augustus 2002, en b. een student die met goed gevolg het kandidaatsexamen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.8, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002. 8. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een mastergraad heeft behaald, gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.3, zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002; b. een student die op grond van artikel 18.14 met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs; en c. een student die op grond van artikel 18.15 met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs.

Artikel 7.45

b. Verhoogd wettelijk collegegeld.

  1. Het wettelijke collegegeld volgens het verhoogde tarief, bedoeld in artikel 7.45, eerste lid, is verschuldigd door een student die voldoet aan de voorwaarden die in artikel 7.45a worden gesteld om in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT