Wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

303

Wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer noodzakelijk maakt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de waterhuishouding wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift van hoofdstuk I wordt vervangen door:

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artículos 1 a 21.6

B

Artikel 1

wordt gewijzigd als volgt:

1. De begripsomschrijving van «Onze Ministers» wordt vervangen door: «Onze Ministers»: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat tezamen met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ieder voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren;

Staatsblad 2005 303 1

2. Onder vervanging van de punt door een puntkomma wordt aan het einde van het artikel toegevoegd:

kaderrichtlijn water

: richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327), zoals deze is gewijzigd bij beschikking nr. 2455/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2001 tot vaststelling van de lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid en tot wijziging van richtlijn 2000/60/EG (PbEG L 331) en met inbegrip van wijzigingen uit hoofde van artikel 20, eerste lid, van de richtlijn, doch voor het overige naar de tekst zoals deze bij de richtlijn is vastgesteld;

stroomgebied

: een gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water via een reeks stromen, rivieren en eventueel meren door één riviermond, estuarium of delta in zee stroomt;

stroomgebieddistrict

: het gebied van land en zee, gevormd door een of meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met de bijbehorende grond- en kustwateren;

stroomgebiedbeheersplan

: plan als bedoeld in artikel 13 van de kaderrichtlijn water, dat betrekking heeft op het op Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebieddistrict;

internationaal stroomgebiedbeheersplan

: plan als bedoeld in artikel 13 van de kaderrichtlijn water, dat betrekking heeft op zowel het op Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebieddistrict als het buiten Nederlands grondgebied gelegen deel van een stroomgebied-district.

C

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

a.

Een wijziging uit hoofde van artikel 20, eerste lid, van de kaderrichtlijn water gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

D

Na artikel 2 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2

a.

1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt het Nederlandse grondgebied ingedeeld in de op Nederlands grondgebied gelegen delen van de stroomgebieddistricten Eems, Rijn, Maas en Schelde. Onder het Nederlandse grondgebied wordt mede verstaan de territoriale zee, voor zover die is gelegen aan de landzijde van de lijn waarvan elk punt zich bevindt op een afstand van een internationale zeemijl, zijnde achttienhonderd en twee en vijftig meter, gemeten zeewaarts vanaf de laagwaterlijn, bedoeld in artikel 1 van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee of de basislijn, bedoeld in artikel 2 van die wet. 2. De onderlinge grenzen van de Nederlandse delen van de stroomgebieddistricten worden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Daarbij wordt tevens voorzien in de toedeling van grondwatervoorkomens aan één van de stroomgebieddistricten.

Staatsblad 2005 303 2

3. Bij de voorbereiding van de maatregel raadplegen Onze Ministers per stroomgebieddistrict gedeputeerde staten van de betrokken provincies, de kwaliteitsbeheerders en de kwantiteitsbeheerders, alsmede de regeringen van de andere staten in het stroomgebieddistrict.

Artikel 2

b.

1. Provinciale besturen, kwaliteitsbeheerders, kwantiteitsbeheerders en gemeentebesturen: a. verrichten de analyses en beoordelingen, bedoeld in artikel 5 van de kaderrichtlijn water, en b. verstrekken aan Onze Minister de resultaten daarvan, alsmede de overige gegevens, bedoeld in bijlage VII van de kaderrichtlijn water, voor zover die betrekking hebben op hun onderscheiden aandeel in de waterhuishouding in een stroomgebieddistrict, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk II van deze wet. 2. Op initiatief van Onze Minister vindt per stroomgebieddistrict overleg van de betrokken bestuursorganen plaats ten behoeve van een goede uitvoering van het eerste lid. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aangaande de gegevensverstrekking.

E

Artikel 3

wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid wordt vervangen door: 1. Onze Ministers stellen een nota vast waarin: a. de hoofdlijnen van het ten aanzien van de landelijke waterhuishouding te voeren beleid zijn aangegeven, en b. de stroomgebiedbeheersplannen of de inbreng voor de internationale stroomgebiedbeheersplannen met betrekking tot de in artikel 2a bedoelde delen van de stroomgebieddistricten zijn opgenomen.

Bij het vaststellen van de nota wordt voor elk van de in artikel 2a bedoelde delen van de stroomgebieddistricten rekening gehouden met het desbetreffende internationale stroomgebiedbeheersplan, dan wel wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT