Wet van 20 december 1996 tot wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede de Wet waardering onroerende zaken (Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1996

653

Wet van 20 december 1996 tot wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede de Wet waardering onroerende zaken (Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de op de voet van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van toepassing te doen zijn voor de gemeentelijke onroerendezaakbelastingen en de waterschapsomslagen ter zake van gebouwde onroerende zaken en deze waarde stapsgewijs te gaan benutten voor de eigen woning in de inkomstenbelasting en in de vermogensbelasting, en in verband hiermee de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan te passen, en voorts dat het wenselijk is enige wijzigingen aan te brengen in de Gemeentewet teneinde het tarief van de gemeentelijke onroerendezaakbelastingen voor woningen en niet-woningen in beperkte mate te kunnen differentiëren, alsmede enige wijzigingen aan te brengen in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 teneinde te komen tot een jaarlijkse bijstelling van het huurwaardeforfait en tenslotte enige wijzigingen aan te brengen in de Wet waardering onroerende zaken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet1 wordt als volgt gewijzigd.

  1. Artikel 220a komt te luiden:

Artikel 220

a. Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen wordt als onroerende zaak aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

  1. Artikel 220c komt te luiden:

Staatsblad 1996 653 1

Artikel 220

c. De heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het in artikel 220 bedoelde kalenderjaar valt.

C.1. Artikel 220d, eerste lid, aanhef, komt te luiden: 1. In afwijking in zoverre van artikel 220c wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:.

C.2. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, toegevoegd: i. een onroerende zaak of een deel daarvan waarvan de waarde ingevolge de gemeentelijke belastingverordening bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking blijft.

C.3. Na het vierde lid wordt toegevoegd: 5. Bij de toepassing van het eerste lid is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken van overeenkomstige toepassing. 6. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met toepassing van het eerste tot en met het vierde lid en artikel 305a, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  1. Artikel 220e vervalt.

  2. Aan artikel 220f wordt, onder nummering van de bestaande tekst als eerste lid, toegevoegd: 2. Het tarief van de belasting voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen, kan op een ander bedrag worden vastgesteld dan het tarief voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. Indien verschillende tarieven worden vastgesteld, gaat het ene tarief niet uit boven 120 percent van het andere tarief van de belasting. 3. Voor de toepassing van deze paragraaf dient een onroerende zaak in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  3. Artikel 220g komt te luiden:

Artikel 220

g. Het tarief van de in artikel 220, onderdeel b, bedoelde belasting voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen, gaat niet uit boven 125 percent van het tarief van de in artikel 220, onderdeel a, bedoelde belasting voor die onroerende zaken. Het tarief van de in artikel 220, onderdeel b, bedoelde belasting voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, gaat niet uit boven 125 percent van het tarief van de in artikel 220, onderdeel a, bedoelde belasting voor die onroerende zaken.

  1. Na artikel 220h wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Staatsblad 1996 653 2

Artikel 220

i.

1. In de belastingverordening kan worden bepaald dat gedurende maximaal drie jaren na het begin van een tijdvak als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken een vermindering wordt verleend op de belastingaanslag terzake van een onroerende zaak. Het bedrag van de vermindering wordt afzonderlijk vermeld op het aanslagbiljet. 2. De vermindering kan voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen anders worden vastgesteld dan voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. 3. De vermindering wordt zodanig berekend dat het na vermindering te betalen belastingbedrag telkenjare niet meer bedraagt dan een in de belastingverordening te bepalen percentage van het belastingbedrag dat terzake van die onroerende zaak met betrekking tot het daaraan voorafgaande kalenderjaar na vermindering is verschuldigd, doch met een minimumpercentage van 125 procent. 4. In de belastingverordening kan worden bepaald dat de vermindering niet wordt berekend over wijzigingen van het belastingbedrag ten opzichte van het daaraan voorafgaande kalenderjaar die het gevolg zijn van toepassing van artikel 19 van de Wet waardering onroerende zaken en niet wordt toegepast indien de vermindering een door de gemeente te bepalen belastingbedrag niet te boven gaat. 5. In afwijking in zoverre van de vorige leden kan in de belastingverordening worden bepaald dat de vermindering zodanig wordt berekend dat het na vermindering te betalen bedrag ter zake van de kalenderjaren 1997 tot en met 2000 niet meer bedraagt dan 130 percent of een bij de belastingverordening te bepalen hoger percentage van het belastingbedrag dat is verschuldigd ter zake van het kalenderjaar 1996.

  1. Artikel 221, tweede lid, komt te luiden: 2. Bij de toepassing van het eerste lid zijn de artikelen 220b, 220d tot en met 220i alsmede het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken van overeenkomstige toepassing.

I. Na artikel 240 wordt ingevoegd:

Artikel 241

Indien bezwaar wordt gemaakt zowel tegen een belastingaanslag in de onroerende-zaakbelastingen als tegen een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking welke ten grondslag heeft gelegen aan die belastingaanslag, vangt, ingeval feiten en omstandigheden in het geding zijn die van belang zijn zowel voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen als voor de vaststelling van de waarde op de voet van genoemd hoofdstuk IV, de termijn waarbinnen het college van burgemeester en wethouders uitspraak doet op het eerstbedoelde bezwaar aan, in afwijking in zoverre van artikel 25, eerste lid, van de Algemene wet, op het tijdstip waarop de op de voet van genoemd hoofdstuk IV gegeven beschikking onherroepelijk is komen vast te staan.

  1. Artikel 258 vervalt.

ARTIKEL II

De Waterschapswet2 wordt als volgt gewijzigd.

A.1. In artikel 117, eerste lid, wordt, onder verlettering van onderdeel d in onderdeel e, na onderdeel c ingevoegd:

Staatsblad 1996 653 3

  1. het binnen het gebied van een gemeente gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte of van een in onderdeel c bedoeld samenstel;.

A.2. In het in onderdeel e verletterde onderdeel d wordt «of» vervangen door een komma en wordt na «samenstel» ingevoegd: of van een in onderdeel d bedoeld deel.

A.3. In het tweede lid wordt «artikel 220d van de Gemeentewet of op grond van de gemeentelijke belastingverordening» vervangen door: artikel 220d, eerste lid, onderdelen a, d, e en f, van de Gemeentewet.

A.4. In het derde lid, onderdeel b, wordt «artikel 220d van de Gemeentewet of op grond van de gemeentelijke belastingverordening» vervangen door: artikel 220d, eerste lid, onderdelen a, d, e en f, van de Gemeentewet.

A.5. In het vijfde lid wordt na «kunstwerken,» ingevoegd: alsmede waterverdedigingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning,.

B.1. In artikel 120, tweede lid, wordt «geldt als heffingsmaatstaf de waarde, zoals deze voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen, bedoeld in artikel 220 van de Gemeentewet, is vastgesteld voor het desbetreffende belastingjaar» vervangen door: is, indien de gebouwde onroerende zaak tevens een onroerende zaak is als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, de heffingsmaatstaf de op de voet van hoofdstuk IV van die wet voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het desbetreffende belastingjaar valt.

B.2. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid in onderscheidenlijk zevende en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT