Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten

Wet van 21 december 2022 tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 tot wijziging van de fiscale regeling voor aandelenoptierechten met het oog op het wegnemen van een liquiditeitsprobleem in het geval van het verstrekken van aandelenoptierechten als loon (Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de fiscale regeling voor aandelenoptierechten aan te passen met het oog op het wegnemen van een liquiditeitsprobleem in het geval van het verstrekken van aandelenoptierechten als loon; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 10, vijfde lid, onderdeel c, komt te luiden:c. hetgeen ingevolge artikel 10a tot het loon behoort ter zake van een aandelenoptierecht als bedoeld in artikel 32bb, vijfde lid. BArtikel 10a wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Ingeval in het kader van een dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking met een werknemer een aandelenoptierecht is overeengekomen, behoort niet de waarde van dat recht tot het loon doch: a. de waarde in het economische verkeer van de bij uitoefening van dat recht verkregen aandelen ten tijde van: 1°. de uitoefening van dat recht ingeval de verkregen aandelen onmiddellijk verhandelbaar zijn; of 2°. het verhandelbaar worden van de verkregen aandelen ingeval deze niet onmiddellijk verhandelbaar zijn; of b. hetgeen door de werknemer wordt genoten ter zake van de vervreemding van dat recht. 2. In het tweede lid wordt «ingevolge het eerste lid» vervangen door «ingevolge dit artikel, met uitzondering van het dertiende lid». 3. Het negende, tiende en elfde lid komen te luiden: 9. Indien de bij uitoefening van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid verkregen aandelen op grond van een ter zake van dat aandelenoptierecht op de werknemer van toepassing zijnde contractuele bepaling gedurende een bepaalde periode niet verhandelbaar zijn als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, worden die aandelen voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT