Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterCultureel recht
CourtOnderwijs, Cultuur en Wetenschap

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Wet van 19 november 2014 tot vaststelling van een geactualiseerd stelsel van openbare bibliotheekvoorzieningen (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wettelijke bepalingen ten aanzien van openbare bibliotheken te actualiseren en de landelijke digitale openbare bibliotheek vorm te geven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. Koninklijke Bibliotheek: Koninklijke Bibliotheek als bedoeld in artikel 1.5, tweede lid, van de WHW;

    • b. landelijke digitale bibliotheek: plaats- en tijdonafhankelijke voor een ieder toegankelijke bibliotheekvoorziening;

    • c. lokale bibliotheek: organisatie met rechtspersoonlijkheid die een of meerdere voor een ieder toegankelijke openbare bibliotheekvoorzieningen verzorgt en die in overwegende mate door een of meer gemeenten dan wel de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba wordt gesubsidieerd of in stand gehouden. De verplichtingen in deze wet zijn van toepassing op de rechtspersoon als geheel en niet op iedere vestiging afzonderlijk;

    • d. Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • e. provinciale ondersteuningsinstelling: in overwegende mate door een of meer provincies gesubsidieerde of in stand gehouden voorziening die een pakket aan ondersteunende activiteiten biedt voor de lokale bibliotheken in de desbetreffende provincie of provincies;

    • f. werk: exemplaar van een werk als bedoeld in artikel 10 van de Auteurswet;

    • g. WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 2 Voor zover in deze wet over een lid van een openbare bibliotheekvoorziening wordt gesproken, wordt hieronder verstaan een voor die bibliotheekvoorziening geregistreerde gebruiker.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze wet heeft betrekking op lokale bibliotheken, provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek, voor haar taken op grond van deze wet. Zij zijn in het kader van deze wet openbare bibliotheekvoorzieningen.

Artikel 3. Toepasselijkheid op de BES

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met uitzondering van de artikelen 8, onderdelen a, b, c en e, 10, 11, eerste lid, 15 en 16.

Artikel 4. Publieke waarden

Een openbare bibliotheekvoorziening heeft een publieke taak die zij voor het algemene publiek vervult op basis van de waarden onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, pluriformiteit en authenticiteit.

Artikel 5. Bibliotheekfuncties

Een voor een ieder toegankelijke openbare bibliotheekvoorziening omvat in ieder geval de volgende functies, die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek:

  • a. ter beschikking stellen van kennis en informatie;

  • b. bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie;

  • c. bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur;

  • d. organiseren van ontmoeting en debat; en

  • e. laten kennis maken met kunst en cultuur.

Artikel 6. Netwerkverantwoordelijkheid
  • 1 Onze Minister, de provinciebesturen, de gemeentebesturen en de besturen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen.

  • 2 De partijen, genoemd in het eerste lid, geven zich bij de uitoefening van de verantwoordelijkheid, bedoeld in het eerste lid, rekenschap van de gemiddelde afstand tussen de lokale bibliotheekvoorziening en de inwoners van de financierende gemeente of gemeenten.

  • 3 Zij bevorderen dat een door hen gesubsidieerde of in stand gehouden openbare bibliotheekvoorziening aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8, voldoet.

  • 4 Bij een voorgenomen besluit van een partij als bedoeld in het eerste lid dat tot gevolg heeft dat een openbare bibliotheekvoorziening ophoudt te bestaan of redelijkerwijs niet meer kan voldoen aan de verplichtingen in deze wet, overlegt zij eerst met de andere partijen op wie dit van invloed kan zijn waaronder de ingezetenen. Zo nodig maken zij afspraken over de toegankelijkheid van een openbare bibliotheekvoorziening voor het betrokken algemene publiek.

  • 5 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop ingezetenen en maatschappelijke initiatieven bij de uitvoering van het beleid kunnen worden betrokken, het uitvoeren van taken van het college op grond van deze wet daaronder begrepen.

  • 6 De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vijfde lid wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.

Hoofdstuk 2. Het bibliotheeknetwerk
Artikel 7. Netwerk en deelnemers

De lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek, voor wat betreft haar taak tot het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek, vormen één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen als bedoeld in artikel 6.

Artikel 8. Functioneren van het netwerk

Een deelnemer aan het netwerk als bedoeld in artikel 7:

  • a. maakt met de andere deelnemers gebruik van een gezamenlijke catalogus van beschikbare werken;

  • b. is onderdeel van het interbibliothecaire leenverkeer, bedoeld in artikel 15;

  • c. voert zijn collectiebeleid overeenkomstig het gezamenlijk collectieplan, bedoeld in artikel 10;

  • d. maakt gebruik van een op de andere deelnemers afgestemde digitale infrastructuur;

  • e. stemt zijn administratie van leden en zijn algemene voorwaarden af op de andere deelnemers; en

  • f. ondersteunt het onderwijs.

Artikel 9. Taken Koninklijke Bibliotheek

De Koninklijke Bibliotheek verricht in aanvulling op de taken, bedoeld in artikel 1.5, tweede lid, van de WHW, de volgende taken:

  • a. aansturen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen door:

    • i. afstemming en coördinatie;

    • ii. educatie, informatie en reflectie; en

    • iii. vertegenwoordiging en promotie;

  • b. in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek; en

  • c. verzorgen van een bibliotheekvoorziening van noodzakelijk omgezette werken voor personen met een handicap.

Artikel 10. Collectieplan
  • 1 De Koninklijke Bibliotheek stelt elke vier jaar voor de deelnemers aan het netwerk, bedoeld in artikel 7, een gezamenlijk collectieplan vast.

  • 2 Het collectieplan heeft tot doel samenhang te bewerkstelligen tussen de fysieke en digitale collecties van de openbare bibliotheekvoorzieningen. Het biedt een kader voor het samenstellen en beheren van de collectie door een voorziening.

  • 3 De Koninklijke Bibliotheek stelt het gezamenlijk collectieplan vast in overeenstemming met vertegenwoordigers van de lokale bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen.

Artikel 11. Gegevenslevering
  • 1 Ten behoeve van de gezamenlijke catalogus voor de landelijke digitale bibliotheek verstrekken lokale bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen gegevens over de collectie en de beschikbaarheid daarvan aan de Koninklijke Bibliotheek.

  • 2 Ten behoeve van de beleidsontwikkeling verstrekken lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek aan Onze Minister gegevens over de desbetreffende openbare bibliotheekvoorziening die niet tot de persoon herleidbare gegevens van gebruikers en personeel betreffen.

  • 3 De Koninklijke Bibliotheek stelt de aard van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nader vast en stelt regels over het tijdstip en de wijze waarop de gegevens worden verstrekt.

  • 4 Onze Minister stelt de aard van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, nader...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT