Wet van 1 februari 2017 tot wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing

Wet van 1 februari 2017 tot wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben dat uit de evaluatie van de verhuurderheffing is gebleken dat het wenselijk is de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II op onderdelen aan te passen; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet maatregelen woningmarkt 2014 II wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:01. In het eerste lid, onderdeel e, wordt voor de puntkomma ingevoegd: en van een woning die krachtens artikel 3.1 van de Erfgoedwet als rijksmonument is aangewezen. 1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 6°» vervangen door: bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 7°. 1a. In het eerste lid, onderdeel h, wordt voor de punt toegevoegd: , waarbij voor de toepassing van deze wet een waarde van € 250.000 wordt gehanteerd, indien deze waarde hoger is dan dat bedrag. 2. Het tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd: a. In de aanhef vervalt: «op of na 1 januari 2014». b. Onderdeel 1° komt te luiden: 1°. bouw van huurwoningen waarvan de huurprijs gelijk of hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag;. c. Onder vernummering van de onderdelen 2° tot en met 6° tot onderdelen 3° tot en met 7° wordt na onderdeel 1° een onderdeel ingevoegd, luidende: 2°. bouw van huurwoningen waarvan de huurprijs lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag;. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, wordt jaarlijks met ingang van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage waarmee het gemiddelde van de woningwaarden in het voorafgaande kalenderjaar gewijzigd is ten opzichte van het gemiddelde van die waarden in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. BIn artikel 1.4 wordt «tien» vervangen door: vijftig.CArtikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt «tien maal» vervangen door: vijftig maal. 3. Er worden vier leden toegevoegd, luidende: 2. Van de huurwoningen, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgezonderd de huurwoningen die de belastingplichtige in eigendom verwerft tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021 voor zover de belastingplichtige een toegelaten instelling is als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet en voor zover die huurwoningen: a. gelegen zijn in een gemeente als bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdelen b en c; b. zijn opgenomen in een plan dat beoogt uitvoering te geven aan een activiteit in het kader van stedelijke vernieuwing als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, en c. de belastingplichtige hiervoor een verklaring heeft van Onze Minister. 3. De uitzondering, bedoeld in het tweede lid, geldt voor een periode van twintig jaren nadat de huurwoning in eigendom is verworven. 4. De aanvraag om in aanmerking te komen voor de toepassing van de uitzondering, bedoeld in het tweede lid, wordt langs elektronische weg ingediend bij Onze Minister. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de toepassing van het tweede lid, alsmede omtrent de aanvraag, bedoeld in het vierde lid. DAan artikel 1.10 wordt een lid toegevoegd, luidende:3. Indien aan de belastingplichtige een besluit als bedoeld in artikel 1.13, vijfde lid, is afgegeven, vermeerdert de belastingplichtige het bedrag van de verhuurderheffing in het eerstvolgende aanslagjaar na bekendmaking van dat besluit, met het bedrag, genoemd in dat besluit. EArtikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a wordt «huurwoningen» vervangen door «huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 1°» en wordt «€ 15.000» vervangen door: € 25.000. b. Onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot onderdelen e tot en met i worden na onderdeel a drie onderdelen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT