Wet verbod pelsdierhouderij

Abbreviated LabelGeen
CourtEconomische Zaken
Subject MatterAgrarisch recht

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Wet van 4 januari 2013, houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het houden, doden of doen doden van pelsdieren te verbieden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. huisvestingsplaats: leefruimte dienende tot het houden van nertsen, bestaande uit één of meer compartimenten en voorzien van één of meer verrijkingsobjecten, met daaraan gekoppelde nestboxen, en die ten minste voldoet aan de eisen gesteld in de Verordening welzijnsnormen nertsen (PPE) 2003, zoals deze luidde op 17 januari 2008;

  • b. nerts: dier behorend tot de diersoort Mustela vison;

  • c. nertsenhouderij: bedrijf of een gedeelte daarvan, als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van de Meststoffenwet, dienende tot het houden van nertsen, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden;

  • d. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • e. pelsdier: dier dat gehouden wordt uitsluitend of in hoofdzaak ter verkrijging van de pels.

Artikel 2

Het houden, doden of doen doden van een pelsdier is verboden.

Artikel 3
  • 1 Degene die op de dag van inwerkingtreding van deze wet nertsen als pelsdier houdt, doet daarvan binnen vier weken na inwerkingtreding van deze wet melding aan Onze Minister, onder opgave van:

    • a. het aantal nertsen dat hij volgens zijn vergunning, als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, mag houden;

    • b. het aantal huisvestingsplaatsen, onderscheiden naar het aantal huisvestingsplaatsen voor reuen, voedsters en jonge dieren, dat op het tijdstip van melding in de nertsenhouderij beschikbaar is;

    • c. het aantal nertsen dat op het tijdstip van melding door hem wordt gehouden, onderscheiden naar de aantallen reuen, voedsters en de daarbij behorende jonge dieren; en

    • d. de plaats of plaatsen waar de nertsen op het tijdstip van melding worden gehouden.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die op de dag van inwerkingtreding van deze wet:

    • a. geen nertsen als pelsdieren houdt;

    • b. beschikt over een vergunning, als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, ten behoeve van het houden van nertsen als pelsdieren; en

    • c. beschikt over huisvestingsplaatsen.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die na de inwerkingtreding van deze wet een nertsenhouderij heeft verkregen in verband met een bijzondere omstandigheid van de overdrager, met dien verstande dat de melding binnen vier weken na de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT